ZOO N DOODGEWOON ZAKDOEKJE Yl.r y ÓS> 30 We hebben allemaal wel een of meer van die niemendalletjes, die heele maal niet aan hun doel beant woorden, in de kast. En dan hebben we in dezen tijd, nu we ons wel tweemaal bedenken, voordat we een jurk afdanken, alle gelegenheid om die onnutte doekjes productief te maken. Om te beginnen met het geruite doekje van kleurige zijdehet eerste plaatje toont ons, hoe we van twee zakdoekjes een kraagje en een paar man chetjes kunnen fabriceeren. Beschikken we slechts over één exemplaar, dan ge bruiken we ook maar één puntje voor het manchetje. Figuur nummer twee laat een kwiek strikje zien, dat zelfs van het meest onvoordeelige doekje gemaakt kan worden. De zakdoek zal echter een behoorlijk for maat moeten hebben, willen we hem met succes om het hoofd kunnen knoopen. Figuur vier en vijf vertoonen twee ver schillende manieren om het doekje uit een zakje te plooien. En nu het kostbaar exemplaar met echte kant. Van hoeveel reizen worden niet der gelijke niemendalletjes thuisgebracht! En nooit gebruiken we ze, ook al omdat we het eigenlijk zonde vinden van de kant. Onze laatste afbeeldingen bewijzen echter afdoende, dat het heel wel mogelijk is, de echte kant volkomen tot haar recht te doen komen. Het zal vooral op donkere effen jurken zijn, dat een dergelijke garneering het goed doet en wie zoowel een zwart fluweelen japon als een met kant om zoomd doekje in de kast heeft kan daar van den winter een succesvolle combinatie van maken.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1940 | | pagina 30