Plattegrond van Rotterdam in 1488, het jaar waarin de stad door jonker Frans van Br ederode werd ingenomen. Jan van Schaffe- laar, Kabeljauwsch aanvoerder, ver dedigt met 18 sol daten voor bisschop David den toren van Barnevelden springt ten einde zijn lot genoot en te redden omlaag, daar de Hoekschen alleen op deze voonvaarde aan de bezetting lijfsge- i nade willen schen ken. moesten de Hoek schen aftrekken. Intusschen hadden de Hollanders en Zeeuwen zevenen tachtig schepen bij eengebracht, de bei de vloten raakten slaags in het Brou- wershavensche Gat en hoewel de over macht voor de aan hangers van Jon ker Frans te groot was, duurde het geruimen tijd voor er van eenig overwicht sprake was. Bij het vallen van het water geraakten echter zestien schepen van B rederode op het droge. De jonge edelman gaf echter den strijd niet op, sprong aan land en bleef met een aantal manschappen op de dij ken en het veld doorvechten. Zwaar gewond werd hij ten slotte gevangen genomen, terwijl het overschot van zijn leger, nauwelijks vierhonderd man be dragend, na een vermoeienden tocht, het uitgangspunt, Sluis, bereikte. Frans van Brederode werd door de overwinnaars naar Dordrecht gebracht, waar hij op 11 Augustus 1490 overleed. Hiermee was deze periode der Hoeksche en Kabeljauwsche twisten, die bekend staat als de Jonker-Fransenoorlog, be ëindigd. Een bekwaam veldheer, die het langen tijd tegen een geweldige over macht had volgehouden, was gevallen in een nutteloozen partijstrijd, welke veel ellende in de lage landen veroorzaakte. Een man, die wellicht één der hoogste ambten in den lande had kunnen beklee- den en zijn land op velerlei wijze had kun nen dieneu, viel in een gevecht, dat vol komen doelloos was, omdat de greep naar de macht niet gesteund werd door een machtig ideaal. Albrecht Beyling, Kabeljauwsch bevelhebber van Schoon hoven, door Jacoba van Beieren na de inneming der stad veroordeeld om levend begraven te worden, keert, na afscheid te hebben genomen van zijn vrouw en kinderen, terug om den dood te ondergaan. door hem gekozen haven, Sluis, te bereiken. Dit ge schiedde op den 25en Juni 1489, maar nog géén jaar later was jonker Frans weer op het oorlogspad. Hij matigde zich den titel aan van stadhouder van Holland, Zeeland en Fries land en verliet met een vloot van achtendertig zei len, twintig meer dan waar mee hij gekomen was, de haven van Sluis. Nu volgde een verwoede strooptocht langs de Zeeuwsche kust; Duiveland, Overflakkee en het land van Strijen werden uitgeplunderd, doch Goedereede verdedigde zich hardnekkig en na een aanval van zeven uur Jacoba van Beieren stelt zich aan het hoofd van de Hoekschen. zag zich gedwongen de stad over te geven, zij het ook onder tamelijk gunstige voorwaarden voor zich en de zijnen, want de overwinnaar stelde achttien vaartuigen tot zijn beschikking om daarmee een De Delftsche Poort te Rotterdam omstreeks 1500. Aanwyzcn^ A .Dr loot! krfi B. J)e Kolt C.SVSrkoitiaao D. s> uit oh IC- tiftjitttlYA T. n^minxicinm Krmlmtpr poort HOr 3rk*«,.< I tfXnUTrnti poort j K, Krvlcrj toorn. i I,. l)r Roamrn M Delfle poort 1 NHotpoolt O. SdtteJenOe poort. P. trotiije- poort Q,. Dr sluoven toom R. OuAr Hoof.i De Harm T.f HofWctj»

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1940 | | pagina 3