TENNIS
w
Wai is een lob?
WILT U
FIETS WETEN
VAN
"T'k M
Een algemeen overzicht van een tennisbaanwaarop u duidelijk de ver- t
schillende lijnen en de plaats der spelers ziet
Wat is een lob, een smash, een ground-
stroke, een game, om maar enkele van de
tientallen termen te kiezen, die een kran
tenverslag over tenniswedstrijden voor
eiken leek onleesbaar maken?
Tal van menschen, die nog nooit een voetbalwed
strijd gezien hebben, luisteren geboeid naar uitzen
dingen door de radio van internationale wedstrijden,
of zijn trouwe lezers van de uitgebreide sportrubrie-
ken. Een dergelijk verslag is ook gemakkelijk te
volgen voor buitenstaanderser worden minder
vreemde woorden, minder „vaktermen" in gebruikt
dan in de rubriek tennis. De gemiddelde, onsportieve
lezer kijkt eens even de opschriften langs, weet daar
door ook wel dat mej. Eollin Couquerque en Van
Swol de Nederlandsche kampioenen zijn, maar de
verslagen leest hij niet, omdat hij al zoo vaak is vast
geloopen in de vreemdste en onbegrijpelijkste woor-
den en uitdrukkin
gen. Wie kan er wijs
worden uit dezen zin,
Maandagavond in de
krant gelezen (aan
nemende dat u geen
tennisser bent): „De
lengte van de drives
werd gepareerd door
afwisselend tegen
spel, door korte
slagen, door een en
kele dropshot, nu en dan een volley of een lob."?
De „drive" is de meest voorkomende slag bij
tennis, gewoonlijk dus een lange slag, die betrekkelijk
laag over het net gaat. Men onderscheidt hiervan
drie soorten: de forehand-drive, backhand-drive en
overhead-drive. Meestal wordt kortheidshalve het
laatste deel weggelaten, dus zegt men forehand of
backhand. De forehand is de slag rechts van het
lichaam (voor rechtsche spelers), de backband
daarentegen aan den anderen kant. „Hij heeft een
goede backhand" wil dus
zeggen, dat de betrokken
speler 'n groote handigheid
heeft om ballen aan zijn
verkeerde zijde te raken.
De „overhead drive" is
een slag recht boven het
hoofd, de „lob" is niets
anders dan een hoog boog-
balletje, vaak toegepast om
tijd te winnen en zich zoo
doende te kunnen herstel
len, of om iemand in moei
lijkheden te brengen, die
opgeloopen is naar het net.
De „smash" is een kei
harde slag schuin naar
beneden, de „service" de
slag waarmee het spel
begonnen, en telkens weer
hervat wordt na het maken
van oen punt.
„Base-line" is de achter-
grens van het veld; leest
u dus iets over een baseline -
duel, dan wordt daaronder
verstaan een strijd, die
uitgevochten wordt tus-
schen twee spelers, die
beide angstvallig in de
buurt van de achterlijn
blijven.
Hier hebt u meteen de
fout, die vele damespar
tijen ongenietbaar van
saaiheid makenhet is een
merkwaardig feit, dat
slechts weinig dames het
risico durven nemen om
eens wat anders te probee-
ren dan alsmaar lange, lage
ballen naar elkaar toe te
slaan. De meest bekende
uitzondering hierop is de
Amerikaansche Alice Mar
ble, wier spel dan ook
buitengewoon
lair is.
„Topspin",
„cut" zijn termen voor
verschillende soorten effect,
die men aan den bal kan
De forehand is de meest voorkomende slog hij tennisde bal wordt geslagen aan de zijde waar men het
racket heeft.
spectacu-
„ehop",
Een volley is een slag, waarbij de bal niet eerst
op den grond gestuit heeft; een half-volley is weer
iets heel anders: de bal heeft dan wel gestuit, maar
wordt zoo kort mogelijk na het stuiten, dus nog vlak
bij den grond, geslagen.
Maar nu de telling!
Dat is wel haast een hoofdstuk op zichzelf. Het
zou zoo ontzaglijk makkelijk en voor iedereen
Een duidelijk voorbeeld van een backhand. Timmer,
eens de meest succesvolle Nederlandsche speler, is
reehls, maar slaat hier den bal aan de linkerzijde
van zijn lichaam.