In den jraaien rotstuin, aangelegd door den hortulanus, den heer Schoonderbeek. Wax druk in de Diergaarde, óók lange het pad naar de bergdieren-rots. bouwers, die alle sier uit den booze schenen te vinden, is hij teruggekeerd tot den meer artistieken bouw, naar krullende en zingende lijnen, die feestelijk en gemoedelijk zijn tegelijk, zéér aangenaam voor oog en hart. Ook de kleuren, die deze bouwmeester toepast, doen vriendelijk aan en hij draagt zorg, dat zijn levenssier en -vreugd in de kleinste details worden voortgezet. Zóó is er een machtig complex ontstaan, daar in Blijdorp, vormend, met zijn tal van fraaie onderdeelen, de nieuwe Diergaarde, die eiken bezoeker enthousiast maakt en blij Een groot deel van de Diergaarde werd reeds voor het publiek geopend, dat in deze vacantiemaand bij stroomen de controles passeert en volop geniet van al het moois en interessants, dat het in zoo ruime mate wordt geboden. Slaat men, bij den tegenwoordigen ingang, rechts af, dan wandelt men eerst langs wijde weiden, met uitheemsch vee en merkwaardige vogels; runderen van haast gebeitelden vorm en typische steltloopers. Een eind verder lokt de moderne theeschenkerij met haar vriendelijke terrassen en haar bekoorlijk interieur. Pieter den Besten zorgde hier voor tee- dere, heel mooie wandschilderingen, die een waar genoegen zijn om te zien. Als men in den theetuin wat uitgerust is, gaat men over slingerende paden, langs ruime, met dieren ge vulde weiden, tot men komt aan een alleraardigst gedeelte van de Diergaarde: een in lichte tinten gehouden rustieke brug, waar aan weerszijden de bassins zijn voor de zeeleeuwen en -honden én het verblijf der bruine beertjes. (De ijsberen worden nog door den heer Hagenbeek jr., thans employé der Diergaarde, opgeleid, als wij 't zoo eens zeggen mogen.) Men kan hier rustig kijken, ook van zonnige zitjes, naar de glibberige, glanzende zeeleeuwen, met hun spitse snuiten. Aan den anderen kant ziet men de altijd speelsche beertjes, met hun schommelenden gang en rammelende kettingen, die zij meesleepen. Een eind verder doet zich een wijde vijver voor, waarin vele watervogels zich blijkbaar goed thuis voelen. Wij hebben thans slechts enkele der voor naamste attracties genoemd van het ge opende deel der nieuwe Diergaarde. Hieraan moeten nog worden toegevoegd de aardige demonstraties van den heer Hagen beek met de twee olifanten, die heel wat kunstjes kennen, en het berijden der kinderen van de miniatuur-paardjes, de pony's. Het andere, eveneens belangrijke deel der Diergaarde wacht nog op opening. Hierin bevinden zich o.m.de hooge nitkijktoren met lift, de groote Rivièrahal, het reptielenhuis, de Victoria-Regia-serre (de grootste van Europa), de roofdierengalerij, de olifantenver- blijven enz. enz. (De giraffenzaal vindt men naast de theeschenkerij, dus in het reeds geopende deel.) Het contact tusschen mensehen en apen is er weer. Binnen afzienbaren tijd zal dit tweede gedeelte van de Diergaarde voor het publiek toegankelijk worden gesteld en dan heeft men een geheel verkregen, dat uniek mag worden genoemd in geheel Nederland, een fraaie Diergaarde, die haar weerga niet vindt in dit land en vele landen daarbuiten. Deze Diergaarde is sierlijk van bouw en aanleg (in dit verband moet ook de naam van den hortulanus, den hoer Schoonderbeék, met eere worden genoemd), met een moderne huisvesting der dieren, die niet meer gekooid zijn, maar zich vrijer kunnen bewegen, zoodat de bezoekers de dieren zien in hun natuurlijke om geving. Voorts bezit de Diergaarde prettige ont spanningsgelegenheden. Het belangrijkste echter is en blijft de keur van fauna en flora, die nog steeds wordt aangevuld en die er leerzaam te bewonderen is. Voor den heer directeur, dr. Kuiper, moet het wel een heel bijzondere vreugd zijn, dat hij thans, na het droeve der oorlogsdagen, toen vele beesten in den ouden tuin moesten worden afgemaakt, een Dier gaarde kan leiden en verzorgen, die iets bijzonders mag genoemd worden en die nog vele perspectieven voor de toekomst in zich bergt. H. Aan den vijver zijn heerlijke zitjes. met roode kuiven op hun spitse kop pen. Het pad loopt uit op de rots voor klauterende bergdieren (manenscha pen en toers). Soms klettert zoo'n klimdier plots naar boven, waar het als een standbeeld bljjft staan, scherp afgeteekend tegen de luchten. Van deze rots naar die der apen is een prettige wandeling, langs een geurig rosarium en eèn helder watertje, dat wordt vervolgd met een donker - kleurigen rotstuin. Bij de apen toeven de bezoekers gaarne langen tjjd, om de zoo inen- schelijke manieren van deze koddige dieren gade te slaan. Is het niet gezellig in de thee schenkerij van de Diergaardet

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1940 | | pagina 5