DE STEENAREND ALS JACHTVALK Het temmen van den trotschen arend is een gevaar lij k tverh O Fritz Wedde is een Duitscher, die reeds vóór den oorlog veel sncces had met het africhten van valken en adelaars, die ten aanschouwen van 'n talrijk puhliek urenlang in de lucht bleven cirkelen om op het eerste teeken van hun meester on middellijk naar hem terug te vliegen. Bij liet uitbreken van den oorlog ging Fritz Wedde aan het werk bij den dienst der rijksauto verkeerswegen. Bij toeval ont dekte de leider van zijn ploeg de zeldzame bekwaamheden van Wedde, die toen een in het Tatra-gebergte gevangen steenarend van hem ten geschenke kreeg, op voorwaarde, dat Wedde de prestaties van den adelaar, na het dier afgericht te hebben, niet alleen aan zijn vrienden, maar ook aan soldaten en gewonden zou vertoonen. Toen Fritz Wedde den steenarend, die „Peter" De vrienden van Fritz Wedde volgen met belangstelling de af richting van den arend en zien met gespannen aandacht den dag tegemoet, waarop „Peter" voor het eerst in volle vrijheid uit zal vliegen. De steenarend is amper een jaar oud, maar hij kan nu al trotsch gaan op een krachtigen sna vel en een majesteite lijken blik. Ofschoon een zware lederen handschoen de linkerhand en onder arm van den trainer beschermt, is de druk van de sterke arends- klawwen zóó groot, dat de bloedsomloop er door gestremd kan worden. gedoopt werd, onder zijn hoede nam, was het dier pas negen maanden oud, maar toch had de adelaar reeds een vlucht van 1.72 meter. Aanvanke lijk leek het alsof Peter niet te temmen was, doch nu Wedde, die voor het africhten slechts de vrije mid dag- en avonduren ter beschikking heeft, pas drie maanden bezig is, bekommert de van zijn vrijheid beroofde trotsche vogel zich in het geheel niet meer om de menschen, die den geweldigen adelaar graag van dichtbij willen bekijken. Volgens Wedde zal hét dan ook niet lang meer duren of hij zal hem vrij kunnen laten vliegen, zonder gevaar dat het dier niet bij hem zou terugkeeren. De adelaar is het er nog lang niet mee eens, maar toch blijft hij, zij het onder fel protest, op den arm van zijn meester zitten.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1940 | | pagina 9