Y Een batsman kan op negen manieren uitgaan.
HHHHSSHHH
Het loopen van een run. Duidelijk zichtbare spanning bij de
veldpartijZou de bal terug zijn, vóór de batsmen in
hun vak zijn t"
Een goed batsman moet naar alle
kanten kunnen slaan. Hier ziet u
een der eenvoudigste slagenden slag
naar links.
Overzicht van een cricketterrein met 'n uitgezet „veld".
Het veld uitzetten, dus den spelers een plaats geven,
kan op tientallen manieren geschieden. Dit bepalen
captain en bowler.
die zónder stuiten het veld uitgeslagen wordt, telt
voor zes punten.
U begrijpt, dat als een slag één of drie punten op
levert, batsman nummer twee den volgenden bal
moet verwerken. Ook hij zal probeeren, zonder „uit"
gemaakt te worden, den bal ver tusschen de veld-
spelers door te slaan.
Hoe raakt een batsman uit? Want dat is het doel
van bowlers en fielders (de spelers in het veld).
In de eerste plaats doordat de bowler zijn wicket om
gooit, in de tweede plaats doordat een der fielders
den bal na 'n hoogen slag weet te vangen. Dat van
gen mag overal gebeuren behalve buiten het veld.
Eenige Zondagen geleden gebeurde het in Utrecht,
dat een fielder al achteruit loopend in een modder
sloot dook, doch te voren had hij den bal gevangen.
Trachten de batsmen een punt te scoren, dan moe
ten zij zorgen bijtijds weer binnen de lijnen te zijn,
want de veldpartij gooit den bal zoo gauw mogelijk
naar bowler of wicketkeeper (zie teekening); kunnen
dezen met den bal in de hand het wicket omgooien,
voor de batsman binnen is, dan is deze speler uit.
Dit bijzondere geval heet „run-out". De overige
gevallen en mogelijkheden om uit te raken, zullen
we u besparen. U hébt misschien al hoofdpijn?
Is een batsman uit, dan moet hij zijn plaats afstaan
aan nummer drie, en zoo vervolgens. Zijn er tien
spelers uitgemaakt, dan is de heele partij uit.
Daten we aannemen dat partij A ondertusschen
120 punten heeft gemaakt; nu wordt er van taak
verwisseld: de veldpartij wordt nu slagpartij en zal
probeeren meer dan 120 punten te maken, voor zijn
spelers uit zijn. Is ook deze partij heelemaal uit, dan
is een „inning" afgeloopen. Is er dan nog tjjd ge
noeg (een wedstrijd duurt een heelen Zondag!), dan
wordt begonnen aan een tweede
inning.
Er kunnen zich dus verschillende
gevallen voordoen: Laten we aan
nemen dat A 120 punten maakt,
B 145; er is geen tijd genoeg meer
over, dan heeft B gewonnen met
25 rans.
Partij A maakt 120 punten, B
maakt ér meer dan 120, terwijl er
pas vijf spelers van B uit zijn. B
heeft dan gewonnen met 115
dus 6 „wickets".
Het kan zijn dat A 'n paar hon
derd runs maakt, maar er te veel
tijd voor noodig gehad heeft. Ziet
B nu kans het spel zoo lang te rek
ken, dat de tijd verstreken is, vóór
alle spelers van B uit zijn, dan is de
uitslag: gelijk spel (draw). Dit lijkt
een vrij vervelende methode, maar
't is toch wel interessant om de
vele pogingen te zien, waarmee de
spelers van A hun mooie kans op
de overwinning zullen verdedigen.
Maakt A veel runs in korten
tijd (bijvoorbeeld 240), en B slechts
60, dan heeft A het recht de spelers
van B nóg een keer slagpartij te
maken. Kan B in die tweede beurt
slechts minder dan 160 maken, dan
telt de nederlaag dubbel!
Ziezoo, nu weet u er beslist ge
noeg van, om losgelaten te worden
onder het cricketpubliek. Wilt u
het echter zélf gaan spelen, dan
moet u behalve veel uitvoeriger
ingelicht, ook jong, enthousiast,
dapper en geduldig zijn!
Jong moet u zijn, omdat het spel
in alle onderdeelen enorm moeilijk
is. Over de moeilijkheden van
het bowlen vertelden we u al een
en ander. Batten is zeker even
moeilijk, en ook het fielden (de
taak der veldpartij) is allesbehalve
gemakkelijk.
In Engeland worden de grasvelden
voor cricket zóó kunstig onderhouden
dat men er zander cocosmat speelt.
Zelfs op de plaats van batsman en
wicketkeeper is geen kaal stukje
te- zien.
Dapper moet u ook zijn, want ge
looft u niet dat er moed voor noodig
is, een hardgeslagen bal met bloot e
handen te vangen? De bal zelf is
zoo hard als een steenU mag als
batsman ook niet bang zijn uitge
vallen, en de wicketkeeper moet
ware doodsverachting hebben om
al die hardgeworpen ballen tegen te
houden. Laat hij namelijk den bal
doorglippen, dan mogen de bats-
men, ook zonder geslagen te heb
ben, een punt loopen. Deze punten
worden aan 't eind als „extra's" bij het totaal opgeteld.
Geduld, vaak eindeloos geduld moet u hebben, om in
het veld altijd paraat te zijn. 't Kan u als fielder gebeuren,
dat u vér in het veld in een half uur geen bal gehad hebt.
Komt er dan onverwachts een hooge bal, en bent u in het
warme zonnetje, zoetjes weggedommeld, dan kan door één
zoo'n fout de overwinning onmogelijk gemaakt worden.
Al deze karaktereigenschappen, vooral ook samenhoorig-
heid, tucht en offervaardigheid, worden door dit spel ge
kweekt. Nu er meer tijd voor lichamelijke opvoeding op de
scholen beschikbaar komt, krijgt cricket zijn groote kans.
Het zal den karakterbouw van de komende generatie ten
goede komen.
JULES KAMMEIJER.
WÊÊM