OP ZIJN WIJDST Een schuit, beladen met rietbossen Zoodra de boot van den postbode nadert kijkt iedereen uit. Holland waterland, nergens is deze gelijkstelling treffender dan in den Biesbosch en nergens ook is ons land met zijn anders zoo vriendelijke weiden, plassen en molens dreigender en romantischer. De grijze rivieren, die dit complex van nauwelijks boven het water uitstekende eilanden omzoomen, zijn indrukwekkend breed, er staat een flinke golfslag als het hard waait en zelfs op '11 zomerschen dag is de eerste indruk, dien men krijgt zoodra men in dit land van wuivende, ruischende rietbossen en hooge luchten aan wal stapt, een van verlatenheid en vreemde geladen heid, alsof wolken zich zullen samenpakken boven dit al te onher- De rietsnijders leven een eenzaam bestaan. Hoog wordt het riet opgetast voor het ver voerd wordt. bergzame land. Een hek over den weg ziet er bijna uit als een douanepost aan 4en ingang van een vreemd gebied, een land van riet en water, ons allen toch zoo vertrouwd, maar ditmaal grootscher, wijdscher, onveiliger. Of men nu langs de smalle kaden fietst of met een rustig puffend motorbootje de breede killen invaart, men kan zich niet onttrekken aan den Als tegenhanger van den tocht met den postbode in den Biesbosch, welken wij in den afgeloopen strengen winter beschreven, maak ten wij kort geleden eenzelfde reis, doch nu in den vollen zomer; intusschen kwam er echter nog een reden bij om deze J prachtige streek n bezoek J Dcil BlCSbOSCh in J te brengen, want er zijn i met (ten postbotie t plannen, en wel zeer posi- l X tieve, dat de Biesbosch, dit land van biezen en wilgen, voor nijvere rietsnijders en griendwerkers doch ook voor vroolijke vacantiegangers voor goed gaat verdwijnen. De brief: het eenige contact met de buitenwereld.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1940 | | pagina 2