Tm w Ké v m EEN HOEBEWONER IN BEEKBERGEN K ivf- f#.,k i ir*? kSH S* Een erfenis.... iloeh geen bouwvergunning m kV Tf 'Va.? if to Mijn eigen grond en tiaar troon ik!" Wij hebben, in het Nederland uit de twintigste eeuw, een holbewoner ontdekt. Een echte. Het was in Beekbergen, dat men ons op deze praehistorische verschijning opmerkzaam maakte en onmiddellijk zijn wij op onderzoek uitgegaan. Gemakkelijk was het niet zijn verblijfplaats te vinden, omdat de meeste Beekbergenaren haar zelfs niet van aandien kennen. Maar wij vonden haar. alleen den bewoner zelf troffen wij niet aan. Hij zou wel in de werkver schaffing werken, vertelde men ons. t.....1 Dies hebben rvij de holwoning ge fotografeerd zonder holbewoner. Ietwat oncompleet, wij geven het toe, maar het geval is ook zonder hem zonder ling genoeg. Omwonenden vertelden ons ook zijn historie. Het betreft hier een ontwikkeld man van goede familie, voormalig amb tenaar van een Veluwsch dorpje. Op een goeden dag kreeg deze man een erfenis. In zijn geboorteplaats Beekbergen kocht hij zich toen een stukje grond tegen hot Spelderholt aan en daarop liet hij zich een aardig huisje bouwen. Edoch. de gelukkige erfgenaam had geen rekening gehouden met het feit, dat op grond van art. 29 der bouwverordening voor het bouwen van een huis vergunning noodigis. En toen bleek, dat hij deze vergunning niet bezat, greep de sterke arm in. zijn huisje ging in een radicaal proces den weg van alle stof: het werd afgebroken. Nog gaf de man geen krimphij bouwde een nieuw huis. Ook zon der vergunning. En aHfojv om met Multatuli te spreken mijn ver haal wordt eentonig: ook dit huis werd af gebroken. Toen werd de erf genaam koppigEn toch zal ik wonen op mijn eigen grond, ver klaarde hij verboten en hij groef zich een hol, zoodat hij woonde ■in zijn grond. In dit hol, waarvan we u bij gaand de foto's toonen, AA'oont de man nu al s-~e> - rj t V-;ff -v ■MijbTi Nsi 'y. V l F w 1 Twsschen de twee puien voert een trapje omlaag naar den ingang van het hol, dat ale nachtverblijf gebruikt wordt. Overdag vertoeft de holbewoner in een soort plaggenhutje, waar hij zijn eigen potje kookt. enkele jaren. Hij bouAvde er later een soort plaggenhutje bij, waar hij zijn potje kookt en ook kwam er een soort schuurtje van plaat ijzer. Een tuintje legde hij aan, een zitje bouwde hij en zoo leeft hij, als grondbezitter en koppig eigengrond- bewoner zonder bouw vergunning. De erfenis is al lang verdwenen, maar de man heeft den moed niet ver loren. Hij hoopt nog eens op een echt huis, zónder l ■-? vergunning Bovendien beschikt deze holbewoner nog over een blikken schuurtje, dat met heidestruiken is af gedekt en waar hij z'n spulletjes bergen kan. (Eigen opnamen)

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1940 | | pagina 11