ZWARTKOP SHAM PO DOR-BLOND E snoe 9 h r maz w voor ^iiiermxmns^Maaizi/d£r paar CORRESPONDENTIE -nhertstl<aps' aYA®lTiV 29 i jDe trekproef bewijst de kwaliteit van Men rekt een zijden draad en een andere tegelijker' tijd steeds meer en meer uit, totdat ten slotte één draad breekt en dat is altijd „de andere LET OP HET HANDELSMERK: HET SCHAAKBORD! Van enkele restjes wol kunnen we voor onzen kleinen sehat zoo'n paar gezellige sokjes maken. Benoodigdheden er voor zijn: een strengetje witte en een strengetje licht blauwe koordwol, 2 lange aluminium breinaalden met knop nr. 2)4 en twee kleine koordjes (of lintjes). We zetten 60 st. op en breien hier boven 5 om steeds afwisselend 1 r. verdr., 1 av. verdr. (r. boven r. en av. boven av.), waarna nog 4 naalden in tricotsteek (de heengaande naalden r. en de teruggaande naalden av.). Daarna rijgen we de eerste en laatste 18 st. op een hulpdraadje en breien verder boven de middelste 24 st., en wel 4 cm, in tricotsteek. Dan nemen we de volgende st. op één naald: de eerste 18 st. van het hulpdraadje, de lussen van het stuk in tricotsteek gebreid, dan de 24 st. hier van en de lussen van den anderen kant en ten slotte nog de laatste 18 st. van het hulpdraadje. Boven deze st. breien we verder in ribbelpatroon (alle naalden recht) met de lichtblauwe wol, terwijl we bij de 2 eerste naalden op gelijkt afstanden minderen, tot we nog 60 st. over hebben. Hebben we 12 ribbel.- gebreid, dan kanten we af en naaien het sokje in elkaar. Nu zetten we met de blauwe wol 6 st. op, nemen daarna de 36 st. van het hulpdraadje nog eens op en zetten er dan nog eens 6 nieuwe st. bij op. Boven de 48 st., die we dan op de naald hebben, breien we 4 ribbels, waarna we afkanten. Het gedeelte boven den achterkant van het schoentje (dus boven de 36 st. van de hulpnaald) naaien we met kleine, on zichtbare steekjes aan het schoentje vast. Door de uiteinden van de beide- bandjes trekken we een koordje of smal lintje, en sluiten hiermede liet schoentje. Langs den bovenkant haken we voor de afwerking een toer picootjes (dus 1 vaste, 3 lossen en 1 vaste in de eerste van deze 3 lossen. Vanaf steeds herhalen). Mevr. B. L. te Sas van Bent. Wanneer men een te sterke oplossing van water glas heeft, wil het wel eens voorkomen dat het bovenste laagje eieren gaat drij ven. De oplossing 1 deel waterglas op 7 deelen water was te sterk; deze moet zijn I deel waterglas op 9 deelen gekookt, afgekoeld water. Verder raden wij u aan, de eieren eerst met witte vaseline in te wrijven. Ze mogen niet worden afgewasschen en wanneer u eieren van de eerste soort koopt, is dit ook niet noodig, want deze moeten geheel zuiver worden geleverd. Men zet de eieren om en om met de punt naar boven en naar beneden in een Keulsehen pot of email emmer en giet er dan het waterglas op. Dit wordt na verloop van tijd gelei achtig en omgeeft de eieren met een soort vlies, dat tegen bederf vrijwaart. De pot of .emmer met. eieren wordt op een koele, droge plaats bewaard en wordt liet liefst niet meer verplaatst. Mevr. L. te K. - Vruchtenrijst bereidt men als volgt 200 g rijst, 2V2 water, l/2 bes sensap, 100 g suiker, de geraspte schil van V2 oitroen. Wasch de rijst en zet ze op met water, het bessensap en de geraspte citroen schil. Kook de rijst gaar in ongeveer 3 kwartier. Roer er daarna de suiker door en laat de rijst nog even op een zacht vuur doorkoken. Doe het mengsel daarna in een met koud water omge- spoelden puddingvorm. Laat den pud ding koud worden, stort hem op een met koud water omgespoelden schotel en presenteer er des ver kiezende een vanillesaus bij. Gegratineerde aardappelkoekjes maakt u als volgt: li/2 kg aardappelen, 200 g geraspte kaas, zout, peper, een scheutje melk. 45 g boter, paneermeel. Schil de aardappelen en kook ze gaai- in water met zout. Giet het water er af. maak ze fijn en vermeng ze met zout. peper, een scheutje melk en een gedeelte van de boter. Strooi er de geraspte kaas door, maar bewaar er een klein gedeelte van. Vermeng dit met het paneermeel. Vorm van de purée koekjes en wentel deze door het paneermeel en de ge raspte kaas. Bak de koekjes in de boter bruin. voorwaar' et U *°°ra,v, ;kkeli|k ^ea^erzorglng zeepvoie en met D' n Ü-0-is a eenees«»d- _„de hvid V>ee« Pu*t li Een g«onde (taaie van nawre nheids- \\E^ Geen ge. Een een ';eW<-n°ccnn tan°U« Se" ^enW?'"- Yxviidaaö" zuiveren T< cocons c t tü Het 7* doodt- e w» VC- teint- tjek" g*-- middO W» rVljvte cVvat-^ l\^ me ge«en. v0fcotnen volg >5 va" Du.O. ie f §„ave huid- u die diep - heldere vto^ ^„jringt. in de P°n? vctvvV)deO en siol en.v"L doodt. bet versterft 1 verltiacht huid«eeSaOs

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1940 | | pagina 29