AMOR OP HET VLIEGVELD Hebt it nog stof liggen? Bestelt dan meteen Winterweelde 1941" Prijs 60 cent 22 Vervolg van biz. 19 Laat „Winterweelde" u dan voorlichten hoe deze het voordeeligst te verwerken. Hoe meer u er van kunt maken, des te langer kunt u wachten met uw textielpunten aan te breken. En er IS meer van te maken dan u zoo opper vlakkig zou denken. Een oude japon toovert u met behulp van een paar stukjes stol om tot een fraai model 1941. In „Winterweelde" vindt u vele oplossingen aangegeven waaruit u gemak kelijk een keus kunt maken. Natuurlijk staan er tallooze andere modellen voor u en de kinderen in en ze zijn alle fraaier dan ooit. Een extra-voordeel is, dat u van alle modellen steeds knippatronen in alle gebrui kelijke maten kunt krijgen, en zoo U wilt, zelfs binnen 24 uur. Prijzen 20, 35 en 50 cent. Hebt u nog stof liggen en wilt u spoedig aan den slag gaan? Bestellingen kunnen geschieden hij uw agent uit' Itezorger of den boi'khandeldoor giro- storting op no. 293Otldoor toezending ran hel bedrag per postwissel of in postzegels. PATR0NENKANT00R PANORA NASSAUPLEIN 1 HAARLEM dion zij zestien jaar geleden, bij het laatste onderhond, had uitgesproken als een vervloeking? Dat was onmogelijk. En als hij zijn naam niet noemde, zou ze misschien zijn stem herkennen. Waarom was Feldmann er 1111 niet? Nog steeds hield George Spohr hem den hoorn voor, doch Herman trok zwijgend een vragend gezicht en pro beerde argeloos te glimlachen. Toen trad majoor Feldmann weer binnen. „Feld mann, jij kunt de moeder van onzen onweersvlieger toch zeker beter gerust stellen dan ik," wendde Wolf zich snel tot hem. In den korten tijd echter dat Feld mann met mevrouw Spohr sprak, werd het Wolf duidelijk, dat deze door den inerkwaardigen loop der gebeurtenissen neschapen toestand zich ieder oogen- blik kon herhalen. Was er geen moge lijkheid om zulke pijnlijke oogenblikken te vermijden en afdoende zekerheid te verkrijgen? Na het laatste onderhoud met Hildegard had hij zijn best gedaan om nooit meer haar levensweg te krui sen en tot op heden was dat hem gelukt. Zestien jaar was hij ondertussc.hen ouder geworden en wat was er in dien lijd niet gebeurd? Zijn haar was aan de slapen wat grijs geworden, hij was een beetje wijzer en misschien ook een beetje dommer geworden. Misschien had Hilde- gard's matelooze verbittering plaats ge maakt voor een ietwat menschelijker opvatting. Misschien had de tijd helpend en verzachtend gewerkt. En Herman besloot om eens voorzichtig bij George te informeeren. George Spohr had inmiddels het gesprek met zijn moeder afgebroken nog steeds ruisclite buiten de regen. „Ja, Spohr," zei Feldmann, terwijl hij op zijn horloge keek, „naar Berlijn kom je niet meer en nu je moeder er van weet, kun je beter vannacht hier blij ven. Dan kun je morgenvroeg als een van de eersten met de nieuwe „Sper wers" vliegen. Maar waar brengen we je nu onder dak?" „Hij kan in mijn kamer slapen," zei Wolf. „Beneden bij mij staat nog een veldbed." George vond het goed, hij was moe als een hond. En met een veldbed en een paar dekens had hij kans op een heerlijken nacht. „Maak dan dat je er onder komt," zei majoor Feldmann, „het is al lang twee uur geweest." ZESDK HOOFDSTUK Wolf had het licht uitgeknipt. Een of twee uur geleden zou hij zich onmiddel lijk naar den muur gedraaid hebben en op hetzelfde oogenblik in slaap zijn gevallen, maar nu kwam er niets van slapen. De merkwaardige ontmoeting met George Spohr en de herinnering aan een sinds lang vergeten geachten tijd lieten hem niet tot rust komen. Of George al sliep? Hij hoorde de regelmatige ademhaling van den jongen, want de bedden stonden slechts weinig uit elkaar. Nog steeds regende het, een late bliksem glom nog opin het licht zag Wolf, dat zijn gast evenmin sliep. Op de trap had hij de vermoeidheid bijna gevoeld als een pijn en hij was den ouden vlieger hoe heette de man ook weer? heel dankbaar ge weest, dat hij hem gastvrijheid had ver leend. Maar nu klonk het overweldi gende motorgeronk weer in zijn ooren, de vlucht tusschen de onweerswolken en de wilde stooten van de buien spook ten nog na. Maar in het korte oogenblik van het weerlicht had ook hij gezien, dat zijn kamerhuur nog wakker was. Merkwaardige, onderzoekende oogen hadden hem aangekeken. „Lig je lekker? Of moet je nog een deken van mij hebben?" vroeg Herman. „Neen, dank u zeer, ik lig heerlijk," antwoordde George. „Hoe lang ben je al bij de vliegerij?" zette Wolf het nachtelijke gesprek voort. „Een half jaar," antwoordde George. „Voordien heb ik een half jaar bij het Duitsche proefbureau gewerkt." Na zijn gymnasium was hij op de technische hoogeschool gekomen en daar had hij zijn examen als ingenieur- motorconstructeur afgelegd, vertelde hij verder. V anzelf sprekend vliegtuigmotoren want al gedurende mijn studie interes seerde ik mij voor alles wat met het vliegen samenhing. Toen ik nu ander half jaar geleden bij het proefbureau voor de luchtvaart werd aangenomen, begreep ik, dat alle theoretische kennis alleen maar pleisterwerk is, en sindsdien vlieg ik. Mijn vader is al lang dood, hij had tot na den oorlog een groote moto- reufabriek in Hannover. Misschien wel eens van gehoord: Spohr Co; daar werden ook vliegtuigmotoren gemaakt." Herman Wolf bleef onbeweeglijk liggen. Wederom verlichtte een bliksem den nachtzwarten hemel, maar de don der drong niet meer tot hier door. In het gesprek ontstond plotseling een hiaat. Zal ik hem nu alles zeggen? dacht Wolf. Als hij hem nu vertelde, dat hij van het voorjaar tot den herfst van 1920 als technisch raadgever van zijn vader in diens fabriek van motoren had ge werkt, zou dat ongetwijfeld een stroom van vragen opleveren. En zoo goed kenden ze elkaar nog niet, dat ze de dingen, die toenmaals naar de cata strophe hadden geleid, thans volkomen openhartig konden bespreken. Misschien kwam er nog wel eens gelegenheid, waar in hij toestanden en verhoudingen van toen zou kunnen uitleggen. En hij moest ook rekening houden met Hildegard. Daarom ging hij op de laatste opmer king van George niet in. „Vond je moeder het direct goed, dat je vlieger werd?" vroeg hij. „Heelemaal niet," antwoordde Geor ge. „Moeder wilde het natuurlijk niet. U heeft zooeven gehoord, hoe bezorgd zij is, als ik start. Maar wat kan ik er aan doen? Ze ziet dat mijn verlangen toch te sterk is." Ik zal een vriend voor hem zijn, dacht Wolf ondertusschenhij luisterde slechts half. Zijn vader en ik zijn door het lot van elkander gescheurd, laten we hopen, dat het met zijn zoon beter zal gaan. Op het vliegveld Staaken stond men vroeg op. Reeds om zes uur in den mor gen stonden alle leerlingen van de vlieg- school voor de hangars in het gelid om hun ochtendgymnastiek te doen, waar na een lange veldloop volgde. En niet veel later roffelden de schoolmacliines al over het landschap. Na de laatste koude dagen van Maart en het verrassende onweer kwam nu de eerste echte lentemorgen. Helder en Vervolg op blz. 24

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1940 | | pagina 22