UW ZEEPBON DUURT LANGER DOOR HET GEBRUIK VAN VIM ss. "-nrs lÉ VIM, HET fxcisderb^ .krijt/ha „vnm VAK A» W®*®1 UEÏ VIOfiB® 19 „Ja," antwoordde deze even zacht, „hij heet Spohr." „Zoo," zei Wauer, „dank u wel." Daarop was hij plotseling merk waardig stil en scheen hij ingespannen na te denken. En ook toen men van tafel opstond, hield hij zich buiten het gesprek en ging, ietwat apart van de anderen, in een fauteuil zitten. Op de bank zat Wolf, door de drie jonge meisjes omringd. Juffrouw Burger vertelde hem opnieuw, dat in de laatste film, waarin zij een kleine rol had gespeeld, haar beste scène was wegge knipt. Dat was de schuld van de jaloer- sche Magda Kolany, die volkomen talentlooze vrouw; ze wist maar al te goed, hoe deze tot ster was gepromo veerd. Wolf wist het niet en hij wilde het trouwens niet weten. Hij keek uit naar Anna, doch hoorde hoe zij in de keuken nog met de vaat bezig was. Natuurlijk, Anna was de gastvrouw en had haar bezigheden. Stefan Ehlers en de kleine Prudent hielpen haar en brach ten juist wat fruit binnen. Dit was dus de dag, waarop hij zich zoo verheugd had. Dat was na vier dagen het weerzien van Anna. Morgen avond moesten ze den verjaardag nog eens met hun beiden vieren. Merkwaar dig, hoe Wauer zich achteraf hield; hij scheen te voelen, dat hij hier te veel was. George ging met een flesch wijn op den dokter toe: „Mag ik u nog eens in schenken, dokter?" Dr. Wauer hield hem zijn leege glas voor. „Alstublieft,zei hij. „Maar zegt u eens, u hinkt, bent u gewond!" „Mijn knie is niet best in orde, een oude blessure." Daarmee wilde George over de zaak heenglijden, maar dr. Wauer was zeer geïnteresseerd. George moest naast hem gaan zitten. „Ik heb kortgeleden in mijn kliniek een dergelijk geval gehad," zei dr. Wauer. „Die dingen zijn niet zoo onge vaarlijk. Bestralen is natuurlijk het beste. Wilt u er niets tegen doen!" „Ja, zeker, dokter. Maar zoolang het me niet te erg hindert, wil ik er liever nog wat mee wachten." „Dat zou ik maar niet op de lange baan schuiven," vond Wauer. „Waar woont u!" „Bij het Schöneberger park." „Hm, dat zou niet zoo ver zijn. Mijn kliniek ligt aan den Kreuzberg. Als u wilt, kimt u ieder oogenblik komen om u te laten bestralen. Gratis natuurlijk! Belt u mij maar op, of meldt u zich anders bij de hoofdzuster, zuster Hanna. Wilt u het niet noteeren!" Aardige vent, dacht George, terwijl hij de notitie maakte. Wauer? Zou dat de beroemde Wauer zijn? Het waren trouwens allemaal inte ressante menschen hier. Het was een geweldig idee, dat Wolf hem had mee genomen. Een aantrekkelijk vrouwtje, die Marianne Burger, maar een beetje geaffecteerd en oen tikje luidruchtig. En een aardige kerel, die Ehlers, die hem zoojuist vol geestdrift van zijn eerste rondvlucht boven Berlijn had verteld. En dan Anna. „U bent alleen maar van tijd tot tijd in Staaken, maar woont anders in Ber lijn, nietwaar?" George zag ophij zat nog steeds naast dr. Wauer. „Ja," zei hij, „vroeger ging ik er om de drie dagen heen, maar nu ben ik een paar dagen achter elkaar op de vlieg- school. Anders woon ik in de stad." „Bij uw ouders?" „Ik woon bij mijn moeder. Mijn vader leeft niet meer." Dr. Wauer vroeg verder. George ver telde van het vliegerleven te Staaken en er werd opnieuw wijn en gebak rond gediend. Maximilian Prudent had op het boekenkastje zijn gramofoon opge steld, een pittige filmschlager liet zich hooren, juffrouw Burger zong direct mee. Af en toe wierp Wolf een blik naar George en dr. Wauer, maar door de muziek was het totaal onmogelijk om iets van het gesprek tusschen die twee op te vangen. Het beviel hem niet, dat Wauer zich zoo bij George indrong. En nu wilde Marianne nog met hem dansen. Ook al goed! Stefan Ehlers en Gerda König waren reeds met dansen begon nen. Hij stond op en richtte het zóó in, dat hij met zijn dame vlak langs George en Wauer voorbij draaide. „Waarom danst u niet!" riep juf frouw Burger hun toe. „Twee aardige meisjes zitten nog te wachten." George wees op zijn knie: „Ik ben helaas invalide. „....en ik een oude man," voegde Wauer er aan toe. Toen zij weer voorbij dansten, zag Wolf, dat de stoel naast dr. Wauer vrij was gekomen; George stond met Anna bij de gramofoon. Nu had hij dus de kans om den zeergeëerden heer Wauer eens aan den tand te voelen; hij stond zijn dame aan den kleinen dirigent af en stevende zelf naar dr. Wauer. Ook voor Anna was de avond geen succes; natuurlijk was de aanwezigheid van dr. Wauer daar grootendeels de schuld van. Ze vond het tegenover Herman een vreemde verhouding en dat was haar hoogst onaangenaam. Wat moest Herman er niet van denken „Eigenlijk heeft u heelemaal geen ver jaardagsgezicht," zei George nu. Anna schrok op. Liet ze zich zoo gaan. dat men de zenuwachtigheid op haar gezicht kon lezen? Het glimlachje, waar toe ze zich nu dwong, had iets kramp achtigs. „Het is wel wat inspannend om voor zooveel lui te zorgen, huisvrouw te spelen en dan nog voortdurend een op gewekt gezicht te zetten. Ik ben zoo maar uw huis binnengevallen." „Het doet me plezier, dat u is mee gekomen. Maar ik heb gisteren en eer gisteren te lang en te zwaar gewerkt.... en de muziek is te hard, vindt u niet?" „Ja, dat vind ik ook, vooral voor uw moeder. Het is kras, dat die het zoo vol houdt." Anna keek bezorgd naar haar half- invalide moeder, die, door twee helpende geesten in haar leunstoel gezet, de dan senden met opgewekte aandacht volgde en er beter uitzag dan ze het in langen tijd had gedaan. „Och," zei ze, „voor moeder is het niet noodig. De dokter schrijft rust voor, maar ze voelt zichzelf het best op 'n feestavondje. En de ande ren vinden deze muziek prèttig, dus laat maar draaien dat ding." Het was slechts voor de gasten, dat zij de schetterende muziek en het fees telijk gewoel duldde. In werkelijkheid was het haar afschuwelijk te moede. Het zou haar goed doen, nu ongemerkt weg te glippen om in de nachtlucht te gaan wandelen. Alleen die jongen, die George Spohr, zou mee mogen gaan. Die stond buiten den kring, die haar met zoovele vragen kwelde. Eigenlijk was het komisch; hij was haar totaal vreemd, maar als hij haar aanzag, zooals zooeven aan tafel, als de blik van zijn oogen in de hare viel, dan voelde ze een merkwaardige ont roering. Dat was geen sympathie of wederzijdsch begrip, doch iets dat ze niet thuis kon brengen en met verbazing opmerkte. „Wilt u me niet iets van nw werk laten zien?" vroeg George. Vervolg op blz. 22 Men rekt een zijden draad en een andere tegelijker- t tijd steeds meer en meer uit, totdat ten slotte één draad breekt en dat is altijd „de andere". IET OP HET HANDELSMERK: HET SCHAAKBORD! Die deur moet nodig eens een sopje hebben! Maar zeep durf ik er niet voor te nemen, want daarmee moet ik zuinig zijn. Je hebt er helemaal geenX zeepbon voor nodig, Ans! Koop Vim, net als ik. Dat maakt het schilderwerk prachtig schoon en glan- Vim, HET „AUTOMATISCHE" REINIGINGSMIDDEL, SPAART ZEEP EN GELD DOOR ZIJN VEILIGE WERKING. nOD recept «tv dtuppel Het TW gee(t on- ieu* van Eczeem en den wordt 1 Huidaandoening krabben. t andere Vs gee* to vele l«ev bedarCn' «U. r. succes d00rdringt, en vud "ere Flacons men doodt, st°l tl.50eo L, ver«i)d«t bV,

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1940 | | pagina 19