KOL VEN
„Dat is een holfje naar zijn hand
EEN ECHT-HOLLANDSCHE SPORT, DIE
REEDS VELE EEUWEN IN ONS LAND
WORDT BEOEFEND:
r m et land is hier groen en wijd, de boerderijen dragen hooge daken van glinsterend-
zwarte pannen. In het kroos van een slootje zwemt 'n rijtje eenden en op een
bank onder de keurig geschoren linden zit 'n opa met 'n hooge boerenpet op en
hij heeft een knikje over voor alles, wat maar passeeren wil. In de dorpsstraat zijn
de gevels van hout, helgroen geschilderd en vorsierd met gebeeldhouwde festoenen
en slingers, waarop menig knap vakman van tegenwoordig jaloersch kan zijn. Oude jaartallen lezen we
op die gevels, doch wat daar aan nieuwbouw tussohen staat, is niet zoo fraai. Verderop wiekt een een
zame molen, hoog daarachter rijzen machtige fabriekscomplexen en pluimt de rook uit vele sc.hoorsteenen.
We zijn in Krommenie. Voor het sociëteitsgebouw wappert de vaderlandsche driekleur, want er is van
daag iets bijzondere te doende kolvers komen bijeen voor hun jaarlijksch tornooi. In Friesland wordt
vanouds gekaatst, in het zuiden beugelt men of schiet men naar den gaai, hier in Noord-Holland
wordt gekolfd.
Er is een cementen baan met allerlei wonderlijke kringen er op, er staat 'n tweetal palen en hoog
daarboven troont de jury. Juist heft een speler
zijn kolf voor een slag, de bal loopt over de baan,
kaatst terug van het achterschot en blijft dicht
bij den achtersten paal liggen. En dan stapt de
kolver weer naar voren voor een nieuwen slag.
Ietwat onthutst staat de leek dit gedoe aan te
zien en toch was er eens een tijd dat ieder
goed Hollander vertrouwd was met deze
oude en zoo bij uitstek nationale sport.
Wist u dat er in het jaar 1792 binnen en
in de onmiddellijke omgeving van Am
sterdam nog 216 kolfbanen warenf
Te Rotterdam wa
ren er toen 53 en
de stad Leiden tel
de er 30. Ook in
onze taal bleef iets
van diepopulariteL
van 't kolfspel be
waard. Wie hoor
de nooit de uit
drukking: „Dat h
een kolfje naar zijn hand"t
IETS UIT DE
HISTORIE
Oud, zeer oud is het
kolfspel, zoo oud, dat de
oorsprong niet meer is na
te gaan. Enkele moderne
sporten, zooals golf, hockey en het snelle ijshockey,
dat ook in ons land spoedig bekend werd, hebben
hun oorsprong met het middeleeuwsche kolfspel
gemeen. Trouwens, de oude Hollanders verschenen
met hun kolven ook op het ijs, menig schilder-
In den loop der eeuwen zijn
de spelregels van het kolven
wat gewijzigd, de banen wer
den gladder en de ballen zijn
thans technisch beter, maar toch....
deze kolver beoefent zijn sport nog
precies zoo als zijn vaderen het
honderden jaren geleden deden.
stuk getuigt er van. Vast staat,
dat in de oude Nederlanden al in
de veertiende eeuw gekolfd werd,
oude kronieken verhalen, dat
Albrecht van Beieren den bewoners van Brielle
veroorloofde „te kaetsen ende den bal mitter col
ven te slaen buten der vesten," dus buiten den
stadswal. Naast deze toestemming staan tal van
verboden, in de vijftiende eeuw werd te Amsterdam,
na een binnengekomen klacht, het kolven in de Nes,
waar oudtijds vele kloosters stonden, verboden, ook
te Leiden werd in 1463 een verbod uitgevaardigd.
Blijkbaar hadden die verboden niet veel succes, de
kolvers bleven hun spel trouw, maar soms maakten
ze 't wel wat te bont, in een resolutie der stad Utrecht
van 10 Februari 1587 moest het zelfs verboden
worden tijdens de predicatie op de kerkhoven „getier
te maken met rasen, met kolven,
enz.!"
Prachtig gladde banen, zooals
de Noord-Hollandsche kolfclubs die
thans bezitten, waren er eeuwen
geleden niet. Geen wonder dus, dat
de kolvers 's winters naar het ijs
trokken! Voor de schaatsenrijders
was dit vermaak intusschen niet
heelemaal zonder gevaar.
„An men rechterhant daer
kreegh een goetmans vrouw
een kolfbal voor heur hooft.
Had ick maer iens de macht, ick
souw 't er wel verbieden.
heet het in 'n zeventiende-eeuwsch
gedicht.
's Zomers werd gekolfd op open
banen en als het kouder werd, op
overdekte. Allerlei reglementen en
bepalingen waren er. Zoo bevat de
„Wet weegens het kolven", die
door het college „Eendracht maakt
macht" te Amsterdam werd aan
genomen in een „extra Ordinair
beschreeven Vergadering, 13 Julij
1799" zelfs de menschlievende
Hier ziet u een gedeelte van de
kolfbaan met een der beide palen.
Die palen zijn eenigszins schuin
geplaatst.