GENEESMIDDELEN EN GENEESWIJZEN loodpot 19 nu zoo verteld, maar misschien heeft ze zich heel anders toegedragen." „Dat zal ik zelf uitvinden! Wolf zal mij rekenschap afleggen en dan zal ik hem zeggen, hoe laf en misselijk hij zich tegenover mij heeft gedragen." „Dat zult u niet doen!" Dr. Wauer drukte George, die uit zijn stoel was opgesprongen, weer op zijn plaats terug en stond thans met een ernstig gezicht voor hem. „Ik kan u niet dwingen om van het gehoorde geen gehruik te maken. Maar u geeft mij uw eerewoord, dat u vandaag en morgen niet met Wolf zult spreken. Ik heh wel is waar geen reden om Wolf voor uw verwijten te sparen, maar u moet er eerst een paar nachten over slapen. U is nog heel jong, denkt u eens over uw jonge leven na. En als u dan niet het minste gevoel van haat aantreft, u nooit iemand een plezier of een genoegen vergald heeft, werpt u dan den eersten steen. Belooft u me dat?" Lang hield Wauer aan George zijn hand voor, tot deze haar eindelijk greep en krachtig drukte. JfEGEXDE HOOFDSTUK Anna was dezen namiddag laat van de fabriek naar huis gekomen. De firma wilde een door haar ontworpen fruit schaal als massa-artikel op de markt brengen en na het eerste baksel had zij nog op het glazuren moeten wachten. Zij was den vreeselijken indruk, dien de tweehonderd gele fruitschalen, met de resedagroene putten in het midden, op haar gemaakt hadden, niet te boven. Wauer had gelijk, ze was in een fabriek van prullen terechtgekomen en het verschrikkelijke was, dat dit goed aan haar zijn ontstaan dankte. Als iemand zoo'n stuk in de hand nam, was het al niet hijzonder schoon, maar dan twee honderd op één tafelgoed om er van te griezelen. „We moeten aan den smaak van het publiek tegemoetkomen," had de fabri kant gezegd, toen zij met de eerste ont werpen van werkelijk mooie dingen bij hem kwam. „Met uw ontwerpen kunt u musea gelukkig maken, maar wij moeten verkoopen." Door het open venster van het atelier woei de zoele lentelucht naar binnen. Ze was moe en overspannen en ze was haar werk beu. Ze was nu wel heel ver ver wijderd van wat ze zich eens als haar leven had voorgesteld. Gisteren was ze vijfentwintig geworden was ze nu nog jong, of was ze al oud? Ze wist het zelf niet. Op de tafel lag een blaadje papier onder een asclibakje. Vrouw Boese, die eenmaal in de week het huis een goede beurt gaf, moest het voor haar hebben geschreven: „Mijnheer Wolf heeft u tweemaal opgebeld, hij verwacht u vanavond om zeven uur." Met den schrik van een betrapte dievegge las ze de woorden op het blaad je: hoe was het toch mogelijk, dat de man, van wien ze hield, zoo volledig uit haar gedachten kon verdwijnen? Als ze den naam Herman uitsprak, wekte de klank een vertrouwde voorstelling, maar daarachter bleef het leeg. Er was sinds gisteravond iets met haar gebeurd. Ze had den halven nacht wakker gelegen en erover nagedacht, hoe het mogelijk was, dat ze zich zoo van Herman en Wauer kon losmaken, dat ze zoo weg kon zinken in dat vreem de gevoel, dat de aanwezigheid van dien jongen vlieger haar had gebracht. Zij voelde zich tegenover Herman schuldig. Vandaag had hij haar tweemaal opge beld. Misschien had hij haar noodig en zij had sinds gisteravond niet eens meer naar hem verlangd. Plotseling werd er geheld. Anna zag op haar horloge; het was half zeven Verwonderd deed ze open. „George, hen jij het?" „Ja, ik ben liet, juffrouw Anna." Ter wijl hij in de kleine vestibule zijn jas uittrok, zag zij in den schijn van het licht de hittere ontstemming op zijn gezicht. Zachtjes legde zij haar hand op zijn arm. „Wat zie je er uit! Is er iets?" George antwoordde niet. Hij vroeg zich af of de vluchtige kennismaking van den vorigen avond hem wel het recht gaf om dit meisje met de moeilijkheden van zijn hart te heiasten. Sinds zijn ver trek uit de kliniek had hij uren als in een droom door de straten gedwaald. Na de eerste, opwinding en verbitte ring was langzamerhand het gevoel, dat hij was bedrogen, over hem geko men. Wolf had hem bedrogen en zijn moeder had hem bedrogen. Hij had ge loofd als een kind en nu was de grond onder zijn voeten weggezonken. Wat moest hij beginnen? Naar huis, naar zijn moeder, kon hij nog niet gaan en vrien den had hij niet. Zoo was hij bijna onbe wust naar de Hafenplatz gekomen. De manier, waarop zij hem had ontvangen, en de bezorgde toon, waarop zij praatte, werkten weldadig en kalmeerend op zijn gemoed. „Zoo, en vertel nu maar eens, wat scheelt er aan? Gisteren was u zoo op gewekt." George zag op, in het open en rustige gezicht van Anna. Ja, hier mocht hij spreken; zij zou hem helpen. „Wat zou u doen, juffrouw Anna, als u met iemand bevriend was die vriendschap behoeft nog niet lang te bestaan en u hoort dan, dat er tus- schen hem en den dood van uw vader eenige samenhang bestaat...." „Dat is een verschrikkelijk idee!" Anna greep zijn hand: „Dat bestaat niet." „Toch wel, zooiets bestaat en ik heb het zooeven meegemaakt. Excuseert u me, dat ik er u mee lastig val, maar ik kan het niet onder me houden. Iedereen wist het, alleen ik had geen vermoeden." Buiten was het nu geheel donker ge worden. Ergens in de buurt knarst: een tram door de bocht; Anna was bij George op de bank gaan zitten. „En die andere, die vriend, wist hij. dat u de zoon was?" „Ja, hij wist het, hij moest het weten. het is Wolf." „Nee," riep Anna doodelijk ontsteld uit. „Neen, dat is niet waar, dat kan niet waar zijn." Toen George, die op dat oogenhlik dit hartstochtelijk medelijden nog niet be greep, stom knikte, klemde zij zich aan hem vast en herhaalde het: „Herman? Maar dat is niet waar! Dat is onmogelijk! Wie heeft u dat gezegd?" Nu vertelde George van de eerste ontmoeting met Wolf, van den nacht in het onweer, van de dagen in Staaken en van het gesprek, dat hij dezen middag met dr. Wauer had gevoerd. Het kwam dus van Wauer, dacht Anna. Zestien jaar geleden moest Wolf in Hannover gewerkt hebben? Daar had hij haar nooit van verteld. Het kon slechts een lage gemeenheid van Wauer zijn, waartegen ze Herman in bescher ming moest nemen. Maar als het nu eens wél waar was?. „Het is onmogelijk," begon ze nu. „Ik kan het niet gelooven. Ik ken Her man. Als er ooit iets dergelijks is voorge vallen, moet het zich toch heel anders hebben toegedragen. U mag niet zeggen, dat Herman ooit een mensch in den dood heeft gejaagd." Nu keek George op, want er was iets in de stem van Anna, dat hem trof. Vervolg op blz. 22 MOOIE WITTE TANDEN met cwo^ri GEEFT U 'N ZUIVER FRISSCHEN ADEM. NEDERLANDSCH FABRIKAAT. TUBE 25 cf. - GROOTE TUBE 45 ct. Annonces betreffende worden in dit blad slechts opgenomen, indien zij vooraf voorzien zijn van het stempel „Geen bezwaar" tegen de plaatsing, afgegeven door de Commis sie van Controle op de Aanprijzing van Geneesmiddelenen Geneeswijzen, waarvan het Secretariaat is gevestigd: SEGBROEKLAAN 33 - 's-GRAVENHAGE 4-ttT BEHOUD VAN UW C-HARAYE zijn nauw met elkaar verkonden. Hvt maakt U gelukkig, als anderen U prijzen om Uw charme, als U bewonderd wordt om Uw blanke, smetteloze buid. Zorg daarom voor een onberispelijke teint, wat U bereikt door bet regelmatig gebruik van Vinolia Vanish ing Cream, bet onmisbare scboonbeidsmiddel voor de moderne vrouw. Door baar extra fijne emulgering maakt zij de teerste buid zacbt en blank en is bovendien zeer geschikt als onderlaag voor poeder. Tuben vanaf 35 cent - Luxe potten 65 een

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1940 | | pagina 19