EEN WARME JUMPER WOLLEN ONDERGOED VOOR KOUDE DAGEN 0 Deze aardige jumper Werd gebreid van tamelijk lielitgroene wol, terwijl we de kleine kruisjes van bruine wol maaktenhet is ook heel leuk, wanneer we voor de kruisjes verschillende bonte kleurtjes nemen. Het model is verder zoo eenvoudig mogelijk gehouden, zoodat het de minder slanken onder ons goed zal kleeden. Benaodigdheden: ong. 350 gram groene en een restje bruine koordwol, 2 lange aluminium brei naalden met knop nr. 2% en een bruine ceintuur. Het rugpand. We zetten 105 st. op en breien hierboven eerst 4 naalden recht; daarna hreien we als volgt; 5e naald: steeds afwisselend 1 av., 25 r.eindigen met 1 av. 6e naald: 1 av., 1 r., 23 av., 1 r., 1 av. Vanaf steeds herhalen; eindigen met 1 av. 7e naald: 2 r., 1 av., 21 r., 1 av., 3 r. Vanaf steeds herhalen; eindigen met 2 r. Se naald: 3 av., 1 r., 19 av., 1 r., 5 av. Vanaf steeds herhalen; eindigen met 3 av. 9e naald: 4 r., 1 a v., 17 r., 1 av., 7 r. Vanaf steeds herhalen; eindigen met 4 r. 10e naald: 5 av., 1 r., 15 av., 1 r., 9 av. Vanaf steeds herhaleneindigen met 5 av. 11e naald: 6 r., 1 av., 13 r., 1 av., 11 r. Vanaf steeds herhaleneindigen met 6 r. 12e naald: 7 av., Ir., 11 av., 1 r., 13 av. Vanaf steeds herhaleneindigen met 7 av. 13e naald: 8 r., 1 av., 9 r., 1 av., 15 r. Vanaf steeds herhaleneindigen met 8 r. 14e naald: 9 av., 1 r., 7 av., 1 r., 17 av. Vanaf steeds herhalen; eindigen met 9 av. 15e naald: 10 r., 1 av., 5 r., 1 av., 19 r. Vanaf steeds herhalen; eindigen met 10 r. 16e naald: 11 av., 1 r., 3 av., 1 r., 21 av. Vanaf steeds herhaleneindigen met 11 av. 17e naald: 12 r., 1 av., 1 r., 1 av., 23 r. Vanaf steeds herhalen; eindigen met 12 r. 18e naald: 13 av., 1 r., 25 av. Vanaf steeds her halen; eindigen met 13 av. 19e naald: als de 17e naald. 20e naald: als de 16e naald. 21e naald: als de 16e naald. 22e naald: als de 14e naald. 23e naald: als de 13e naald. 24e naald: als de 12e naald. (Eigen foto) naald 7 st. af en aan het begin van de 207e, 208e, 209e en 210e naald 8 st.; bij de 211e naald kanten we de overige 31 st. ineens af voor den hals. Het voorpand. We zetten 131 st. op en breien daarna tot en met de 126e naald het zelfde als bij het rugpand, daarna breien we verder in patroon, terwijl we voor de armsgaten aan het begin van de 135e en 136e naald 12 st. afkanten, aan het begin van de 137e en 138e naald 3 st., aan het begin van de 139e en 140e naald 2 st. en aan het begin van de 141e, 142», 143e en 144e naald 1 st. (93 st.). Van de 145e naald breien we 47 st. en keeren dan omboven deze 47 st. breien we nu eerst de linkerhelft. Voor den hals kanten we aan het begin van de 186e naald 5 st. af, aan het begin van de 188e naald 4 st., aan het begin van de 190e naald 3 st., aan het begin van de 192e naald 2 st. en aan het begin van de 194e, 196e en 200e naald 1st. (30 st.). Voor den schouder kanten we aan het begin van de 211e en 213e naald 7 st. af en aan het hegin van de 215e en 217e naald 8 st. We hebben nu nog 46 st. op de naald, zetten er in hot midden nog 1 nieuwe st. bij op en breien boven deze 47 st. de rechterhelft op dezelfde, doch tegengestelde wijze als de linkerhelft. De mouw. We zetten 50 st. op en breien hier boven voor den boord eerst 40 naalden steeds afwisselend 2 r., 2 av. (r. boven r. en av. boven av.). 41e naald: recht en 2 st. breien uit den 14en, 24en en 34en st. (53 st.). VOOR ONG. 104 CM BOVENWIJDTE 25e naald: als de 11e naald. 26e naald: als de 10e naald. 27e naald: als de 9e naald. 2Se naald: als de 8e naald. 29e naald: als de 7e naald. 30e naald: als de 6e naald. T)e laatste 26 naalden, dus de 5e tot en met 30e naald, vormen het patroon en we herhalen ze voort durend. Aan het begin en einde van de 11e, 19e en 25e naald breien we 2 st. te zamen (99 st.). Uit den eersten en laatsten st. van de 55e, 67e en 79e naald breien we 2 st. (105 st.). Voor de armsgaten kanten we aan het begin van de 127e en 128e naald 5 st. af, terwijl we aan het begin en einde van de 129e en 131e naald 2 st. te zamen breien (91 st..). Voor de schouders kanten we aan het begin van de 203e, 204e. 205e en 206e 42e naald: averecht. Nu breien we weer verder in patroon. Uit den eer sten en laaten st. van de 47e, 53e, 59e, 65e, 71e, 77e, 83e, 89e, 95e, 101e, 107e, 113e, 117e, 121e, 125e, 129e, 133e, 137e, 141e, 145e. 149e, 153e, 157e, 161e, 165e, 169e en 173e naald breien we 2 st. (107 st.). Voor den kop kanten we aan het begin van de 189e en 190e naald 3 st. af en aan het begin van de 6 vol gende naalden 2 st. (89 st.) aan het begin van de 2 volgende naalden kanten we 1 st. af en aan het begin van de 2 daaropvolgende naalden 2 st. Vanaf nog 11 maal herhalen. De overige 17 st. kanten we bij de 245e naald ineens af. Met de bruine wol borduren we op alle deelen kruisjes op de kruispunten. Daarna persen we de verschillende deelen luchtig onder een vochtigen doek op en naaien ze in elkaar. In den kop van de mouw maken we eenige plooien. Langs den hals en het splitje haken we met de groene wol één toer vasten. Met de groene of bruine wol draaien we een koord van ong. 1.30 m en naaien dit langs de hals opening en wrel zoodanig, dat we de uiteinden kun nen strikken. Voor de ceintuur kunnen we eventueel in de taille 2 lusjes haken. (MAAT 40 ONG.) Dit eenvoudige modelletje, dat als eenige garneering een open randpatroontje heeft, zal iedereen zonder veel moeite kunnen breien. Indien we vrij dunne wol nemen, zal het geheel heerlijk soepel worden en dus goed aansluiten. Benoodigdhedenong. 140 g dunne tweedraads rose wol, 2 stalen breinaalden nr. 8/0, de gewenschte lengte elastiek en ong. 75 cm lingerieband. DE CAMISOLE Het voorpand. We zetten 109 st. op en breien hierboven eerst li naalden recht (3 ribbels), daarna breien we verder in tricotsteek (alle heengaande naalden r. en alle terug gaande naalden av.) Hebben we 230 naalden gebreid, dan breien we 4 naalden r., 16 naalden in patroon en nogmaals 4 naalden recht, waarna we afkanten. Het rugpand breien we geheel op dezelfde wijze. We persen beide deelen luchtig onder een vochtigen doek op en naaien ze in elkaar, waarna we de schou derbandjes aannaaien. Patroon. Het aantal st. moet deelbaar zijn door 8, waarna vermeerderd met 5 (bijvoorbeeld 13, 21 enz.) Ie naald: 1 st. afhalen, de naald r. uitbreien. 2e naald: 1 st. afhalen, 1 r., de naald av. uitbreien tot op 2 st. na en deze 2 st. r. breien. 3e naald: 1 st. afhalen, lr.,* omslaan, 2 st. r. te zamen breien. Vanaf steeds herhaleneindigen met I r. 4e naald: als de 2e naald. 5e naald: als de le naald. 6e naald: als de 2e naald. 7e naald: 1 st. afhalen, 1 r., 1 r., omslaan, een overhaling (1 st. afhalen, 1 r. breien en den afgeli. st. over den gebr. st. halen), 3 r., 2 st. r. te zamen breien, omslaan. Vanaf steeds herhaleneindigen met 3 r. Se naald: 1 st. afhalen, 1 r., 2 av., omslaan,- 2 st. av. te zamen breien, 1 av., 2 st. av. te zamen breien, omslaan, 1 av. Vanaf steeds herhaleneindigen met 1 av., 2 r.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1940 | | pagina 28