HOTEt mmmmmmmgm. De wijn wordt in enorme vaten bewaard. Hier ziet u den Hojketter te Weenen. c. deze edele vruchten binnen te balen. Want de Duitsche wijnen, licht en rinzig, zijn terecht beroemd en dat kan ook haast niet anders, want eeuwen ervaring hebben van dit product iets bijzonders gemaakt. Langs de Moezel immers bloeide de wijn bouw reeds in de 2e en 3e eeuw. In de achtste eeuw vond men hem in Heilbronn, in de tiende eeuw in Beieren. Thüringen en Saksen volgden in de 11e eeuw en zelfs in Pommeren vond men wijnbouw, die daar door de Duitscbe orde werd ingevoerd. De winter van 1437 vernietigde echter alle wijnbergen langs den Weichsel, waarna zij niet meer werden aangeplant. De beste wijnen komen, volgens de des kundigen dan altijd, van Rheingau op den rechter oever van den Rijn: hier vindt men de plaatsen, waar de Johannisberger, Rüdesheimer en Hoch- heimer vandaan komen. De wijnen van Hessen op den linkeroever van Worms naar Bingen zijn zachter en bevatten iets meer alcohol: dat zijn Niersteiner, Büdesheimer en Laubenheimer. De Rijnwijn werd vroeger tien tot twintig jaar bewaard in heele groote vaten, waarvan het Heidelberger Vat een klassiek voorbeeld is, maar sedert 1822 gebruikt men kleinere en gewoonlijk wordt de wijn nu niet later dan in het derde jaar gebotteld. De lichte en droge Moezelwijnen zijn gauw „rijp", doch moeten vrij snel gedronken worden, binnen een jaar of vijf, zegt men. Zoo heeft men dus in Duitschland een keur van goede wijnen, die ook in ons land den goeden naam hebben verworven, welken zij verdienen. Het oogstfeest van den wijn in Bacharach aan den Rijn. Rijn Het centrum van wijnproductie is Rüd"sheim. Op den rug van den berg I ggcn de groote wijnw Iden, waarvan het vocht door middel van ossen wagens naar het schilderachtige stadje wordt gebracht. (Archief-foto) In Königswinterde wijn wordt geproefd. (Foto's Stapt)

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1940 | | pagina 9