AMOR OP HET
VLIEGVELD
18
Een roman uit het vliegerleren door H. O. Wuttii
Langzamerhand gin
gen de werklui weer
naar de montage
hallen; ook Sturm begaf
er zich met zijn mede
werkers heen.
„Kom, Max, leen me 'n
overall. Morgen moet de
machine buiten staan."
„Maar, kapitein, wilt u werkelijk morgen deze
kist invliegen?" vroeg Wiedemann. „Ja, niet om
de nieuwe stuurconstruetie, want die is beslist goed,
maar ziet u, uw stemming.
„Je bent gek. Sinds wanneer heb ik stemming
noodig om te vliegen? Vort, haal een overall!"
Het liefste was Wolf direct weggevlogen, het kon
Jiem niet schelen waarheen. Daar boven blies de
wind je de hersens schoon, daar werd het hart weer
blij, en in den strijd met de buien en den wind vond
je jezelf niet zoo ellendig meer.
Hij hield van Anna; hij voelde dat hij nu meer
van haar hield dan ooit te voren, doch mocht hij
haar in den weg staan, als ze meer van George hield
dan van hem?
DERTlEJiDE HOOFDSTUK
Met kritische blikken zag Birgel, de leeraar kunst
vliegen, den volgenden morgen naar het dichte
nevelgordijn, dat over het vliegveld Staaken hing.
„Het lijkt wel of ze de wasch koken!" schampte
h'j;
Zelfs de omtrekken van de nabijgelegen lucht
schiphallen waren slechts moeilijk te onderscheiden
George Spohr en de drie andere jonge vliegers, die
zich voor het examen hadden opgegeven, waren
evenmin enthousiast over het weer. Slechts de lange
Pfeffer, die zijn figuren nog steeds niet zuiver vloog,
verheugde zich en dacht: ik ga bij het examen
eenvoudig hoog vliegen, dan zien ze 't niet als ik
bij de wendingen en bochten een beetje smokkel.
De kleine, rosige Birgel gaf zijn jongens voor de
hangars de laatste aanwijzingen. Als een volkomen
verrassing was den vorigen dag uit Berlijn be
richt gekomen, dat het examen kunstvliegen te
Staaken wegens moeilijkheden met. den tijd verzet
was geworden en dat de leden van de examen
commissie daarom reeds in den voormiddag zouden
arriveeren.
George had op het laatste oogenblik nog bericht
gekregen.
„Heeft iemand van jullie nog wat te vragen?"
zoo wendde Birgel zich thans tot zijn leerlingen.
„Technische of theoretische vragen? Het is nu nog
tijd. We vliegen straks op de „Flamingo" of op de
nieuwe „Sperwers". Wil iemand nog een proef-
vluehtje met een doellanding maken?"
Ja, twee der jongelui wilden nog graag een keer
starten, doch met de beide anderen sloeg George
het voorstel ai'Hij had sinds verscheidene dagen
niet gevlogen, maar hij voelde zich volkomen zeker;
hij reken deer op, een goede proef af te, leggenwant
met het diploma kunstvliegen in zijn zak zou hij
in het Duitsche proefbureau heel anders kunnen
optreden- Misschien zou hij dan, als jong ingenieur,
van de proefbaiiken voor motoren en van de be
rekenïngsta bellen eindelijk naar het werkelijke
vliegen kunnen overgaan. En ook aan zijn financieele
toekomst dacht hij. want hjj moest nu werkelijk
beginnen, geld te verdienen.
Terwijl het personeel der hangars nog een oefen-
machine startklaar maakte, ging hij met de beide
andere vliegers naar de eantine,
„Heb je trek om een partijtje, schaak te spelen?"
vroeg een der collega's, die eveneens van een proef-'
vlncht had afgezien.
„Goed, dat doen we," antwoordde George, want
liet schaakspel was uitstekend om de zenuwachtig
heid van het wachten te verdrijven.
Het werd vroeg in den namiddag, eer George aan
den start kwam, want hij was de laatste candidaat.
Vier collega's hadden hun vluchten al afgelegd en
allen waren geslaagd, op Pfeffer na, die. gezakt
was als een baksteen. Mist had hem misschien nog
kunnen redden, maar het was een stralende dag
geworden en de examencommissie had maar al te.
goed gezien hoe hij de machine bij de scherpe
bochten steeds liet afglijden, bij allo loopings hoogte
KORTE INHOUD. Herman Wolf, invlieger van de Adler-
vliegtuigfabrieken, is verloofd met de beeldhouwster Anna
Lenz. Dr. Johan Wauer, een beroemd geneesheer, bemint,
haar ook, sinds zt] in zijn kliniek verpleegd werd. Wolf
heeft een aanbod van zijn vriend Klein, om met een
wetenschappelijke expeditie naar Zuid-Amerika te vliegen,
afgewezen, omdat hij niet van Anna wil scheiden. Wolf gaat
naar de vliegschool Staaken, om daar het gebruik van de
nieuwe machines, de Sperwers, te instrueeren. Daar maakt hij
kennjs met George Spohr, zoon van zijn vroegeren vriend,
in wiens motorenfabriek hij na den wereldoorlog heeft- ge
werkt en met wien hij na een heftige scène had gebroken.
anneer George Anna ontmoet., wordt, hü op haar verliefd.
Van dr. Wauer hoort hü, dat Wolf heeft, medegewerkt, zij
het. niet opzettelijk, aan den dood van zijn vader; Wauer
meende echter, dat George reeds alles wist.de vriendschap,
dip hij en Wolf hadden gesloten, wordt er door verbroken.
Wolf maakt zich gereed, een nieuwe machine in te vliegen.
nu als dieptoroer, de
Nu lag het toestel op
den rüg. Vol gas! George
telde de secóniden. Weer
hamerden zijn slapen.
was hij nog niet aan het
einde van het vliegveld....
tien seconden.... twaalf....
vijftien.zeventien.1
Het hoogteroer werkte
bloeddruk scheen weg
te loopen, heel kort was de bocht en daar zag hij
plotseling onder zieh op het vliegveld den witten
krijtcirkel van het doel.
Misschien kon hij de doellanding direct uit de
bocht van het rugvliegen maken. De snelheidsmeter
stond wel is waar nog op honderdnegentig kilometer,
maar als hij gauw het gas afsloot, lukte het
misschien, al zou het meer geluk dan wijsheid zijn.
Maar hij had geluk, een bochtje in glijvlucht was
niet meer noodig, het werd een ideale driepunts
landing, met de beide wielen en den staartsteun
direct op den grond, midden in het doel.
„Spohr, dat was uitstekend, enorm!" De kleine
Birgel was in een stemming om zijn leerling aan het
hart te drukken. Ook de beide andere deskundigen
waren met zijn prestatie ten zeerste ingenomen.
Vooral met de uit de rugvlucht direct ingezette
doellanding
„Dat heb ik nog nooit van eèn leerling gezien,"
zei een der lieeren tot Feldmann. „Dat was een
meesterstukje, dat Klein of Fenter hem niet zou
verbeteren."
Na een zoo schitterend afgelegd examen had
George op de aarde slecht één wensch, namelijk om
Anna zoo snel mogelijk over zijn succes te berichten.
Zij zouden vanavond toch bij elkaar komen, maar
zijn vreugde was té groot en hij moest Anna tot
eiken prijs vóór dien tijd opbellen.
Doch eerst moesten er in het kantoor nog een paar
formaliteiten vervuld worden. Ook hier' kwam
George als de laatste aan de beurt. Een der ambte
naren schreef de diploma's uit, de beide gecommit
teerden teekenden en in de kamer daarnaast wachtte
Feldmann om het laatst zijn handteekening te
zetten.
„Het inschrijfgeld was toch betaald?" vroeg de
schrijvende ambtenaar plotseling aan George.
„Nee, het is mij kwijtgescholden."
„Het inschrijfgeld kwijtgescholden. maar dat
bestaat niet," kwam een der Berlijnsche heeren
tusschenbeide.
Doch de ambtenaar viel hem in de rede: „Neen,
ik zie het al, het was een vergissing. Het is betaald
en hier is de kwitantie."
Nu werd George achterdochtig: „Heeft iemand
mijn inschrijfgeld betaald? Majoor Feldmann heeft
ine gezegd, dat ik daarvan was vrijgesteld. Wie
heeft het dan betaald?"
De ambtenaar traehtte de kwitantie te ontcij
feren: „Herman s.-. HermanWolf, geloof ik."
„Wolf?" herhaalde George. Dat was een minder
verheugend slot voor zijn examen. Waar kreeg
hij zoo gauw vijfendertig mark vandaan, want die
schuld wilde hij geen dag langer op zich laten
zitten!
Tiet vliegveld,was, nam -gas weg en trok den neus „Herman Wolf!" mengde zich nu een der heeren
verloor en ten slotte, bij de doellanding, ver naast
het doel terechtkwam.
Daar de keus der machines vrijstond, had George
een der nieuwe „Sperwers" uitgezocht. Nog lagen
voor de wielen van het landingsgestel de remklossen,
doch de schroef word in den goeden stand gedraaid,
George schakelde de ontsteking in, trok de riemen
van zijn vliegerkap aan, snoerde de gordelriemen
vast en nam nog eenmaal vlug zijn opgave door.
Naar hoven gaan, natuurlijk met een sprongstart,
de kist steil naar links omhoogtrekken en na twee
ronden de voorgeschreven hoogte van zeshonderd
meter bereiken. Daarop aansluitend de pirouettes,
twee loopings, vijftien seconden op den rug vliegen,
doellanding, uit.
Opgepast! Remklossen weg! De propeller gierde
schril, de startvlag viel omlaag. George haalde de
gasmanette naar voren, drukte op zijn stuurknuppel,
de machine rende weg.
Hij iad nooit gemerkt, dat de „Sperwers" zoo
gemakkelijk op den uitslag van het roer reageerden.
Reeds was hij aan het andere uiteinde van het reus
achtige vliegveld en nu ging hij weer in de bocht.
Hij dacht niet meer aan de examencommissie, die
beneden zijn verrichtingen gadesloeg, hij dacht niet
meer aan Wolf, zelfs niet meer aan Anna, zoo was
hij vervuld van het genot van deze vlucht. Bijna
overmoedig trok hij de machine in de pirouette, hij
legde zijn figuren vrijwel op elkaar en haarscherp
trok hij zijn rondtorns.
Hij draaide zijn program recht boven het vlieg
veld af, de tijdsindeeling was uitstekend en na zijn
laatsten linksehen rondtorn ging hij onmiddellijk
tot een nieuwe figuur, de „feuiHe morte" over. Hét
was Wolf, die hem dezen truc geleerd had, maar daar
dacht George nu niet aan. Hij vloog, én wat er op de
aarde gebeurde, interesseerde hem niet meer.
De -„feuillc morte" had hem echter tamelijk
omlaag gebracht; nu kwam het tweede deel. het.
rollen en de loopings. Hij ging dus weer omhoog,
zag toe dat hij op de achthonderd meter recht boven
van de „Sperwer" recht omhoog. Steeds nauwer
werden de bochten, tot de machine hals-over-kop
naar heneden stortte en precies loodrecht, in razende
duikvlucht ómlaagviel. Maar met vast aangetrokken
hoogteroer hield George de machine in den rol en
geen oogenblik verloor hij daarbij den hoogtemeter
„Hit hét oog. 630. 550. 500. 410.
het bloed drukte togen zijn slapen. 340. nu
waren de hangars beneden hem, zij kwamen hem
tegemoet gestormd300 meter! Enkele seconden
wat minder hoogteroer het was wonderbaarlijk
zoo licht als deze machine zieh liet afvangen, zij
lag al weer in een soepele, normale vlucht.
Nu nog drie loopings, rugvliegen en doellanding.
Geórge kreeg een idee: de loopings en het rug
vliegen kon hij verbinden; dat had hij onlangs in
een Amerikaansche vliegerfilm gezien. Die lui
beneden zouden wel verbaasd staanDaarom ging
hij weer wat omhoog, trok bij de eerste looping de
kist onberispelijk over den kop en kwam, zooals hij
had uitgerekend, na de derde looping- buiten het
vliegveld. Daarom trok hij opnieuw omhoog.
in het gesprek. „Dat is toch Wolf van de Adler-
fabriek? De „duivelsclie kerel", zooals hij vroeger
werd genoemd! Weet u, dat hij vanmorgen is geval-
len?"
„Gevallen?" George schreeuwde het den man bijna
in zijn gezicht. „Wolf gevallen?"
„Wat zegt u daar?" viel Feldmann in, die in zijn
kamer George's schreeuwen gehoord had. „Maar
man, waarom vertel je dat nu pas?"
„Maar, mijnheer Feldmann, hoe kan ik weten, dat
u Wolf kent?"
„Gisteren was hij nog hier. Hij heeft ons op die
„Sperwers" geoefend. Wat is er gebeurd! Hoe is het
gekomen? Is hij dood? Waar is hij gevallen?"
Dat wist de Berlijner niet allemaal. Het moest een
proefvliegtuig met een nieuwe constructie zijn ge
weest en voor zoover hij wist, leefde Wolf nog. Hij
was echter zwaar gewond.
„We zullen direct hooren hoe het met hem is," zei
majoor Feldmann, dé telefoon grijpend.
Ondertusschen was het nieuwtje van het ongeluk
als een loopend vuurtje rondgegaan. Deuren gingen