KROTWONINGEN TE EM.TI EN Hae het gemeentehestuur verbetering bracht 2 Vervallen woon schepen in Emmer- compascum Foxel. Emmon is oen groute gemeente zeer groot; op één na de grootste van het land. De burgemeester van deze gemeente, die veel aanlokkelijker is en bijvoorbeeld veel meer 'natuurschoon biedt dan menige Nederlander weet, heelt een ambtsgebied van ruim 29.000 ha. Dat wil zeggen, dat Emmen van noord naar zuid over den kortsten verbindingsweg een afstand meet van 28 km, dus van Den Haag naar Rotterdam; van oost naar west is het de afstand van Haarlem naar Amsterdam, 19 km! Het dorp Emmen is de hoofdplaats, negen andere dorpen ma ken deel uit van de gemeente. Het is nog niet zoo lang geleden, dat de turfmakerij hier vrijwel de eenige bron van inkomsten was. De gemeente bestaat namelijk hoofdzakelijk uit veengrond, die een niet te schatten voorraad turf kan opleveren. Om streeks 1850 werd de ontginning krachtig ter hand genomen, nadat liet gebied toegankelijk was gemaakt door het graven van kanalen. Dat was 't begin; hier en daar vormden de HET KAAtiSTLk VAN IvVli\lE.\ de woning, in het veen gebouwd door de Meermalen is het eigenhandig opget okken keetje zoo laag, dat een volwassene er niet rechtop kan staan. verveners en enkele nerin doenden een veenkolonie, waar zich na verloop van jaren ook landbouwers vestigden. Het afgegraven veenterrein de bekende dalgrond - is namelijk, na ontginning, zeergeschikt als akkergrond, waar be paalde gewassen goed ge dijen. De landbouw bleek loonend te zijn, boerderij en werden gebouwd, en naast de bewerkers van het veen groeide allengs een boerenstand, zoodat de bevolking snel toenam. Deze bevolkingsaanwas ging inderdaad snel, het geen de cijfers het duide lijkst bewijzen. In 1798 telde de uitgestrekte ge meente slechts 1280 inwo ners vijftig jaar later telde men reeds het dubbele. Daarna ging het nog vlug ger; in 1900 was het zie lental gestegen tot 14.000; in 1910: 27.000; in 1920 39.000 in 1930: 40.000 en in 1940: 48.000. Vooral in de oorlogs jaren ging het hardturf was toen een kostbare EN DE OPLOSSING: <le moderne urbeiderswo- ning, gebouwd onder leiding van 't gemeentebestuur brandstof en kon niet genoeg worden aangevoerd. Het gevolg was natuurlijk, dat de loonen in het veenbedrijf omhoog sprongen en vele arbeidersge zinnen naar Em- men lokten. Daarmede kwam het vraagstuk van Emmen aan de orde, het vraagstuk van de volkshuis vesting. Het is im mers begrijpelijk, dat in het veen niet een-twee-drie voor do honderden nieuwe ingezetenen een woning beschik - baar was of ge bouwd kon worden. En daar de veen- werkers toch in ieder geval een dak boven him hoofd moesten hebben, gingen zij zelf aan 't „bouwen". Van allerlei materiaal werd een keetje

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1940 | | pagina 2