r 9' V ie "ïM #C - Hen begrafenisstoet per punter in het Spreewald. We zijn in het Spreewald, niet ver van Berlijn, een eilandenrijk, waar alle verkeer te water plaats vindt, zooals in ons Giethoorn, waar men per boot ter kerke gaat, handel drijft, vee vervoert, trouwt en begraven wordt. Bij Cottbus verdwijnt de Spree in een gewelfde gang van overhangende boomen en men komt, den loop van het water volgend, terecht in een stille sprookjes wereld, waar de huizen vergeten tusschen het geboomte staan en de menschen, weinig spraakzaam en gesloten van aard, op het water geboren schijnen. Door de ontoegankelijkheid vau deze streek hebben de bewoners hier veel van hun M Merkwaardig is de hoofdtooi der vrouwen i n het Spreewald. Hier ziet men een drietal Sprreewalderinnen toebereidselen treffen tot het jaarlijksche oogstfeest. volkseigen behouden: zij spreken een eigen dialect, het Wendisch, hebben hun eigen gewoonten en kleederdrachten. Een labyrint van riviertjes, beekjes en kanalen verbindt hen en houdt hen gescheiden. Alleen 's winters worden deze eenzame lieden toe schietelijker, hun harde schaatsen krassen dan over de harde ijswegen en het eilanden rijk is plotseling een bosch met begaanbare paden geworden. r Op de jaarmarkt te Cottbus doen de Spree- walderinnen gaarne inkoopen. Ook de brievenbesteller verricht zijn arbeid per boot. Foto's Holland (5), Scher! (1), Photothek (1). Ass. P. (1).

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1940 | | pagina 9