BUNA IK AFGEBELD DE OVERSTROOMING i jUeidi beschermen Vo0rVeTeqenWoestWe\pen - bluft! 1 meermalen reeds* per dag- Apothekers en Drogen. Vërknjqbaar b 1 14 Ilet had weinig gescheeld of r> ik had eergisteren werke lijk afgebeld. En dat alleen maar vanwege mijn handen! Die za gen er zoo uit, dat ik me heusch geschaamd zou hebben, om uit te gaan om nog maar te zwij gen van dansen. Het was weer het oude liedje, in de huishou ding meegeholpen en dan nog dit koude weer daardoor zijn ze direct zóó rood en ruw en'zóó opengesprongen, dat ik ze niet eens durf te laten zien. Welnu, ik wou al telefoneeren en onder één of ander voorwendsel af zeggen, toen mij juist op tijd Kaloderma-Gelée inviel. Dat had een manicure mij eens aanbe volen en die had beweerd, dat het beslist hielp, maar dat was ik weer vergeten. Ik dus naar be neden en gauw even een tube ge haald. En of dat helpt! Maakt je handen absoluut blank en glad. En om zoo te zeggen 's nachts. Gisteren zagen ze er al veel beter uit en vanavond heb ik al het tweede compliment over mijn handen gekregen. En dan te den ken, dat ik juist om die zelfde handen bijna afgebeld had.'" KALODERMA-GELEE IS EENVOUDIG EEN WELDAAD VOOR ROODEEN RUWE J1ANDEN. EN WATPRETTIG,^ DAT NEE DIRECTIN DE HUID DRINGT EN DEZE NIET VET Tubes: 21-37'k en 70 cent. HET SPECIALE MIDDEL TER VERZORGING DER HANDEN door Drina Beckers Heel vroeg in den morgen, toen het leven in de desa nog nauwelijks was ontwaakt, was Ans van Bellecom opgestaan. Zelf had zij haat- had klaar gemaakt en thee gezet, tot kennelijke verbazing van den huis jongen, wiens slaperige oogen klaar wakker schrokken, toen hij haar reeds zoo vroeg bezig vond. Vervolgens had zij de voorgalerij opgezocht, om den nieuwen dag te beginnen met een brief naar Holland. De afgeloopen nacht had raad gebracht, haar laatste-- twijfel weg genomen en een vast besluit bij haar doen rijpen. Met de eerstvolgende mail boot keerde zij naar Holland terug. Uit de nog verlaten tuinen van de groote tabaksplantage zweefden, mee gevoerd door den koelen wind, bedwel mende geuren de voorgalerij binnen, die van de Indische morgens een verruk king van hart en zinnen tegelijk kunnen maken. De lucht was vervuld van het sterke gedruisoh van de kali daarachter de anders zoo traag stroomende rivier, die de laatste dagen zóó sterk gezwollen was door het regenwater van boven, dat zij zich nog slechts met moeite, door de kronkelige bochten scheen heen te wringen. Zij zat met pen en papier voor zich, maar zij kon er slechts moeilijk toe komen haar blik van het zoo welbekende landschap los te maken. De stille vreugde, die haar vervulde bij de ge dachte aan het weerzien van Holland, werd in deze oogenblikken verduisterd door een sterk gevoel van weemoed om wat zij ging verlaten. Dit huis en deze tuinen bewaarden een schat van herin neringen aan haar prille jeugd en aan haar ouders. Hier was zij geboren en hier had zij, haar H.B.S.-jaren in Hol land buiten beschouwing gelaten, ook altijd gewoond. Op het kerkhof van de nabij gelegen hoofdplaats rustten onder één grafsteen haar moeder en vader, die haar met een tusschenpoos van acht jaren veel te vroeg waren ontvallen. Omstandigheden allemaal, die haar het afscheid van Deli zeer moeilijk maakten. Lang had zij dan ook geaarzeld, voor zij aan de stemmen gehoor gaf, die haar naar Holland riepen. Maar de vree/s voor een eenzame toekomst en het hunkerend verlangen naar wat genegenheid en troost hadden haar eindelijk doen be sluiten. Véél liet zij achter, óók een toe- gewijden vriend. Maar daarginds wacht te haar méér. dat haar tot troost en ver goeding zou strekken. Een hartelijke, begrijpende vrouw, in wie zij een tweede moeder zou vinden en bovendien de ver vulling van wat bijna elk meisje als het eenige ideaal in het leven voor oogen staat: een man en een eigen gezin. Op de H.B.S. was Dick Houtkamp haar eenige vriend geweest in zijn moeder had zij in die jaren een toegewijde pleeg moeder gevonden en nadien was die hechte band met Holland eer nog nauwer toegehaald dan verslapt. Neen, tot een beter besluit had zij niet kunnen komen hoezeer het haar ook speet, dat haar keus tevens een scheiding beteekende van alles wat haar hier dierbaar was geworden. Een verschijning op het voorerf, een vlugge stap en een vroolijke strni wek ten haar op uit haar afgetrokken gepeins, „Goedenmorgen; stoor ik misschien?" Met twee groote stappen had Paul van Dinter, de assistent van wijlen haar vader, de zes treden genomen naar de voorgalerij. „Volstrekt niet, meneer van Dinter," haastte zij zich glimlachend. „Ik wilde aan een brief beginnen, maar dat kan wachten tot straks. Een kopje thee? Ik heb verrassend nieuws voor u." „Nieuws, zegt u?" vroeg Paul. Zijn blik gleed vluchtig over het meisjes gelaat tegenover hem. Het stond opge wekt en er lag een glans in die blauwe oogen, dien hij zich alleen nog herinneren kon van heel lang geleden. „Nieuws: ik ga naar Holland terug. Voorgoed! Met de eerstvolgende boot. Wat zegt u ervan?" Paul van Dinter keek haar ongeloovig aan. „Meent u het werkelijk?" De nauw merkbare trilling in zijn stem ging voor haar verloren in de opwinding van dit oogenblik. „Natuurlijk meen ik het," lachte zij vroolijk. ,.Ik heb lang geaarzeld, maar mevrouw Houtkamp ik heb u immers al vaak van haar verteld? bleef zóó op mijn overkomst aandringen, da.t ik mijn besluiteloosheid eindelijk k'eh opge geven. Voortvarend zette zij haar plannen uiteen. Op de plantage zou natuurlijk alles bij het oude blijven. Vandaag nog ging zij in de hoofdplaats naar den notaris, om de eerst noodige schikkingen te treffen. Later, als zij eenmaal in Holland was, kon zij altijd nog nader besluiten, wat haar te doen stond: de plantage verkoopen of aanhouden. Meegesleept door haar eigen enthou siasme viel het haar niet op, dat Paul bijna met geen woord op haar plannen inging. Pas toen hij haar weer alleen liet, herinnerde zij het zich. Met een dankbaar gevoel oogde zij hem in de tuinen na. Zij had hem véél te danken. Tijdens de langdurige ziekte en na den dood van haar vader was het aan niets te bespeuren geweest, dat het oog van den baas zelf alles niet meer naging. Aan het toezicht had nimmer iets ontbroken en de zaken waren altijd punctueel in orde. Bovenal echter was zij hem dankbaar voor zijn vriendschap en steun. Onbaat zuchtig had hij alles gedaan wat hij kon, om haar over die sombere depressie van de eerste maanden na haar groote ver lies heen te helpen. En dat de eenzaam heid en haar verdriet haar niet te mach tig waren geworden, dankte zij méér nog aan hem dan aan de hartelijke en deelnemende brieven uit Holland, Zij zou veel aan hem missen, maar ook dat behoorde nu eenmaal tot de schaduw zijde van het nieuwe leven, waartoe zij vanmorgen besloten had. Zuchtend begon zij eindelijk aan haar brief. „Morgen, toean," zei Pa Sipin, de in- landsche opzichter van de koelies, toen hij den baas dien morgen in den tuin zag verschijnen. „Morgen, mandoer," bromde Paul, terwijl hij hem met vlugge passen voorbij ging- Paul liep verder, zonder de koelies te zien, die hij passeerde en zonder te letten op do richting, die hij insloeg. Aan den oever van de kali kwam er een eind aan zijn wandeling. Met leege oogen bleef hij het speelsche, maar gevaarlijke gespartel van de wild geworden rivier gadeslaan. Zijn gedachten waren elders in de bungalow, om Ans heen. En het waren geen prettige gedachten. Want zij bielden zich bezig met het ontwaken uit een lieven, maar ruw verstoorden droom. Hij keerde pas tot dit oogenblik terug, toen de glinsterende waterslang aan zijn voeten schuimend en bruisend een dar telen sprong maakte in zijn richting. Hjj

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1940 | | pagina 14