Middagthee voor veertig kampeerders. dat het gebouw van Diependaal de rest van het jaar leeg staat. Thans wonen er de deelnemers aan een der rijkswerkkampen, zooals die overal in deu lande worden gehouden. Het is dit werkkamp, dat wij voor een bezoek uitkozen. De tlagindeeling Het sportveld in wording. in een werkkamp. En in de groote zaal is ook een heel aardige bibliotheek. „En dan hebben ze natuurlijk onr de beurt corvee." vertelt de hoofdleider en als we eens in de keuken rondneuzen, staat daar 'n jongmensch zeer intensief het fornuis te poetsen, twee andere kampeerders assisteeren de vrouwelijke hulpkrachten bij het kop jes-drogen. En die koppen zijn hard noodig, want juist is het tijd voor de middagthee. 's Morgens om half zeven is er réveille in 't kamp, onmiddellijk gevolgd door de ochtendgymnastiek. Na 't ontbijt begint het werk om acht uur en na de middagpauze wordt er weer gewerkt van half twee tot half zes. Iedere kampeerder maakt dertig werk uren en heeft tien uur les. Wat is de bedoeling „We hebben hier veertig jongens," vertelt drs. de Vries Keilingh, die in den zomertijd de leiding heeft van de volkshoogeschool en nu een der hoofdleiders is van het werkkamp. „Deze groep is hier 30 Sep tember gekomen en blijft twaalf weken. Ze hebben allerlei beroepen uitgeoefend, maar op 't oogenblik zijn ze werkloos. De leeftijdgrens is van 16 tot 24 jaar. Monteurs zijn er bij, landarbeiders en zelfs een bioscoopportier. „En werken die nu allemaal op het land?" „Kijk maar," zegt de hoofdleider en hij wijst naar de akkers rond Diependaal, waar groepjes jongens kunstmest uitstrooien. Verderop trekken twee paar den een machine over het land, daar wordt de winterrogge gezaaid. Doch dat is niet de eenige arbeid in het kamp, de jongens doen meer. Er zijn drie groepen gevormd, die elkaar afwisselen bij het werk. Zoo heeft elke groep dagelijks twee uur les in het dagverblijf. Dat onderwijs wordt gegeven volgens het Dalton-systeem. De jongens werken de scluiftelijke lessen uit, die ook indertijd door O. en O. aan onze gemobiliseerden De rijkswerkkampen hebben tot doel de jonge mensclien te vormen tot goede Nederlanders, men- schen die flink zijn naar geest en naar lichaam en die in hechte eendracht samenwerken. De kampen zijn algemeen, naar herkomst en gezindte wordt niet gevraagd, eerbied voor elkaar is dus een eerste ver- eischte. Als voorwaarde wordt slechts gesteld, dat de deelnemers bij hun plaatselijke arbeidsbeurs staan ingeschreven. Werkkleeding en schoeisel kunnen ze van de kampleiding in bruikleen krijgen. Ook ont vangt ieder een wekelijksch zakgeld van f 1.75. Tien hectaren grond behooren bij de volkshooge school Diependaal. Een deel daarvan bestaat uit akkers, die door de jon gens zelf onder deskundige leiding bewerkt worden. Op die manier voorziet het. werkkamp voor 'n ge deelte in de eigen voedsel voorziening. Want de knapen kunnen wat aan. gelukkig krijgen ze thans van de distributie ander half rantsoen. Kampleider drs. H. D. de Vries lleilingh (links) en een van zijn medewerkers. De practise,he kribben in de slaapzalen. De kunstmest wordt uitgestrooid. werden verstrekt,- en twee onder wijzers bespreken regelmatig deze eigen studie met hun leerlingen. Lichamelijke opvoeding en sport worden natuurlijk niet vergeten. Het avondprogramma is gewijd aan algemeene ontwikkeling en goede ontspanning, muziekinstru menten zijn altijd zeer welkom Met de zaaimachine over den akker de winterrogge gaat den grond in. (Eigen opnamen) De corvée is aan 't werk, in het dagverblijf ver diepen de leerlingen zich in hun problemen, er wordt gehamerd, er wordt op den akker gewerkt en aan den overkant is een groep kampeerders met schoppen en kruiwagens in de weer: daar komt een nieuw sportveld. U ziet. er wordt flink aangepakt in 't werkkamp. En zoo moet het ook. Want in deze sfeer van samenwerking en kameraadschap groeit de nieuwe geest, de geest van saamhoorigheid en liefde tot den arbeid. L.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1940 | | pagina 3