Verstopping? STERK Overtollig vel Aambeien? Onzuivere huid? Onzuiver bloed? Stofwisselingzout Dr. Schieffer's 14 Het betrouwbaar werkende middel is Dr. Schieffer's Stofwisselingzout. Men bereide hiervan zeif een ge neeskrachtig water, dat de inwen dige organen doorspoelt, bloed en darmstelsel van stofwisseling slakken zuivert, de spijsverterings organen tot normalen arbeid op wekt en ook groote verlichting van rheumatische pijnen verschaft. Een langdurige kuur met het van Dr. Schieffer's Stofwisselingzout be reide geneeskrachtige water is een weldaad voor het geheele orga nisme. Men gevoelt zich vrijer en gezonder. Is in alle apotheken en drogis terijen te verkrijgen. Origineele flacon Fl. 1.05 dubbele flacon Fl. 1.75 Vier klontjes in een kopje Vervolg van blz. 11 in een schaal trachtend naar een opge wekten toon. Grien Danvers hief zijn hoofd. Of 't door dat goedje kwam, dat hij had ingenomen, wist George niet. maar hij had iets eigenaardigs, iets glazigs in zijn blik. Hij zag er oud uit, en reddeloos ziek. „Je.... je zegt toch niets tegen Mamie?" zei hij huilerig. „Geen letter!" zei George, en hij meende het. „Ik ga nog een beetje rond- loopen, om weer normaal te kunnen kijken, als ik terugkom. Ze, heeft zulke scherpe oogen!" J a, die heeft ze altijd gehad," zuchtte haar broer. Een paar seconden stond hij in het ijle te staren. Toen, met inspan ning, beheer8chte hij zich. Hij stak zijn. hand uit. „Nou, 't ga je goed, kerel!" zei hij. En George zei, naar dien trillenden mond kijkend: ,,'t Beste, Glen! Hier heb je mijn kaartje als je me ooit noodig hebt, schrijf je maar." „Als ik je noodig heb, zal ik schrijven," beloofde Glen. „Houd je!" Verward zocht George een weg door de stoelenmassa van het café. Toen hij buiten was wendde zijn gezicht zich gretig naar de zuiverder lucht van de heuvels. 't Was laat, toen hij aan boord terugkwam over twaalven maar nauwelijks had hij een voet aan dek gezet, of Mamie kwam op hem toe gestormd. „Waar is hij?" hijgde ze. „Waar is Glen?" „Glen?" zei hij haar wezenloos na. „Ja. Waar heb je hem gelaten? Ik begreep direct, dat je hem gevonden had, toen ik je briefje kreeg." „Briefje?" George ging verbluft met zijn hand over zijn voorhoofd. „Van mij? Ik. ik begrijp je niet, Mamie!" „Dat briefje, dat je me liet brengen!" riep Mamie. „Dat je in café Pinto ge schreven hebt. of ik tien pond voor je wou meegeven." „Maar, kind, ik héb je geen briefje laten brengen! Ik ben heelemaal niet in café Pinto geweest!" George hield zich vast aan de reeling. „Ik weet totaal nergens van!" Mamie deinsde achteruit. Haar oogen stonden even ontsteld als de zijne. „Maar ik heb 't hier!" riep ze. „Waar dan?" „Hier!" Ze rommelde gejaagd in haar tasch. „Hier!" riep ze weer, en ze vouwde een blaadje papier voor hem open. Hij las: Lieve Mamie, Wil je brenger dezes even tien pond voor me meegeven? Je begrijpt wel waarvoor. George. „Ik had zooveel niet bij me," hoorde hij haai' zeggen, „maar de kapitein heeft 't me geleend." Toen kon George weer spreken, al was 't met moeite. „Ik heb dat briefje niet geschreven, Mamie," zei hij. „Ik weet er niets van." Mamie stond versteld. „Heb jij dat niet geschreven?" fluis terde ze. „Nee," zei hij met nadruk. „Mijn hand is heel aardig nagebootst, maar ik heb 't niet geschreven!" „Wie.wie dan wél?" George spreidde zijn handen uit. Hij dacht aan de dubbelgevouwen envelop, die hij aan Glen Danvers had zien over handigen, en een prettige gedachte vond hij 't niet. „Je vermoedt iets, of je weet iets!" riep Mamie opeens. „Ik zie 't aan je gezicht!" George stond als versteend. Een gruwelijk vermoeden was in zijn geest gesprongen. Als in een droom keek hij naar den kapitein, die op hen toe kwam hoorde hij zijn onnoozele stem: „Zoo, en waar is 't verloren schaap?" „Er is iets voorgevallen, kapitein!" zei Mamie, met iets onheilspellends in haar stem. „George heeft dat briefje niet geschreven, zegt hij." „Niet geschreven....?" begon de kapitein. George viel hem in de rede. „Begint u nu alstubliéft niet weer van voren af aan! Kort en goed: ik heb dat briefje niet geschreven, ik weet er niets van, en ik heb 't geld niet gekregen meer valt er niet over te zeggen!" „Maar wie heeft 't dan wél geschre ven?" vroeg Mamie. „En waar heb je eigenlijk gezeten den heelen avond?" George deed zijn mond open om te antwoorden, maar er kwam geen woord. Hij zat in de knel. Als 't inderdaad haar broer was, dien hij getroffen had, dan had hij het briefje geschreven. Maar als 't haar broer niét was.dan was hij bezwendeld voor vijftig pond, en Mamie voor tien, en dan nóg een pond, de fooi voor dien schooier, die 't boodschapje had opgeknapt. Hij keek Mamie met hulpelooze oogen aan. „Zeg op, schat wat is er gebeurd?" vroeg ze. „Er is iets niet in orde; dat merk ik heel goed. Wat is het?" Toen flapte George het er uit. „Ik heb je broer ontmoet...." „Wist ik 't niet?" viel Mamie uit. „Waarishij? Waaromheb je hem. „Stil nu even!" zei George ruw. „Ik heb hem getroffen, maar hij wou niet mee. Ik had niets willen zeggen, als dit niet gebeurd was, maar nu moet ik wel. Ik heb hem gesproken, maar hij is. 't is geen menssh meer. Hij is totaal aan lagerwal.stil nu even!" ze wou hem in de rede vallen „hij is honderd maal erger dan dat! Hij is een opium- slaaf, 't is geen mensch meer, hij is voor de heele wereld dood! Hij wil niet meer terug naar het normale leven, hij wou niet mee zelfs.en ik moest beloven, dat ik je niet eens zou vertellen, dat ik hem gezien had!" Mamie had steun moeten zoeken tegen de reeling, 't Was of ze een harden klap had gehad. „Ik geloof 't niet!" stiet ze uit, met bleeke lippen. „Ik geloof 't niet!" En opeens heftig vroeg ze: „Hoe wist je, dat 't Glen was?" „Dat wist ik niet.voor hij me aan sprak!" zei George. „Hij hield me staande en vroeg naar je. Hij had ons vanochtend gezien, en toen vermoedde hij, dat ik je man was. „Maar hij wist niet, dat ik getrouwd was!" riep Mamie. „Jawel. Hij had de advertentie in de Argus gelezen." „Wddrin?" kwam kapitein Drapper er tusschen. „In welke krant?" „De Argus, uit Kaapstad." „Dan heeft hij gelogen!" zei de kapi tein, met een gezicht, rooder dan ooit. „Die kén hij niet gelezen hebben! De Argus is hier nog niet. Die komt met den trein, en u bent pas vijf dagen getrouwd, dus kan het bericht van uw huwelijk nog niet in Lorenzo Marquez zijn!" „Ja maar, hoe wist. „Hij wist niets!" voorkwam kapitein Drapper de vraag. „Hij sloeg er maar een slag naar! Je hebt je laten afzetten, vrind. Ze hebben je ingemaakt!" „Praat niet zoo'n onzin," stoof George op. „Ik zag toch zeker, dat hjj écht JBUdezert tijd Vertegenwoordiger: TH. JANSEN-TAPHORN Meerweg 47 - Bussum

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1940 | | pagina 14