KALOMRMA Strijd om de Vita'bioscoop van uw 20 de JAiïC A'jj AAM DEZE plekken nw aanlacht. f meermalen reeds- P*dag ^.Aporhe^senOroq.stea Verkrijg*»^ 15 't was? De lengte klopte, liij kende mij, hij kende Mamie, hij had rood haar, hij praatte dik Amerikaansch, hij heeft ons den heelen ochtend nageloopen.Hij heeft ons zelfs in café Pinto zien zitten en hij wist nog, dat ik vier klontjes suiker in mijn koffie had genomen!" „Je hébt niet eens koffie gedronken in café Pinto!" viel Mamie uit. „Je hebt bier genomen! In dat kleine cafeetje aan 't strand heb je koffie gedronken!" „Bier?" zei George verbaasd. „Hoe wist hij dan. „Dat wist hij niet!" kwam kapitein Drapper weer. „Oók met de muts naar gegooid!" George zuchtte. Hij werd te dof in zijn hoofd om te denken. „Ik geloof nooit, dat 't Glen geweest is!" zei Mamie. „Wie moet 't dan geweest zijn?" riep George wanhopig. „Waar hebt u hem getroffen? In welk café?" vroeg de kapitein. George deed zijn verhaal. „Zoo, nu maken jullie er maar van wat jullie willen," zei hij kregel. Een half uur later zaten zij alle drie in het cafeetje, waar hij Glen had ge sproken, en kapitein Drapper, die de taal een beetje sprak, trad als speurhond op. „U bent bestolen," kwam hij ver tellen, na een lang gesprek met den kastelein. „Er schijnt hier vanmiddag een man geweest te zijn, die zei. dat hij vanavond terug zou komen met nóg iemand. Ze moesten Glen tegen hem zeggen, zei hij, en ze moesten net doen, of ze hem kenden, of hij hier altijd kwam; dan kregen de kastelein en de kellner een extraatje. Hij moet een brief geschreven hebben ook, en hij maakte met een anderen schooier een afspraak, waar de kastelein niets van verstaan kon. „Om met dat briefje naar mij toe te gaan natuurlijk!" riep Mamie. „Als hij eerst zeker wist, dat mevrouw nog aan boord was toen meneer aan wal was gegaan," zei de kapitein. „Maar had die vent, die hier die af spraakjes maakte vanmiddag, rood haar?" vroeg George. „N-nee, dat had hij niet," antwoordde kapitein Drapper langzaam. „De kaste lein weet zeker, dat hij zwart was, of donkerbruin op zwart af." „Dan is 't dezelfde ook niet geweest!" riep George. „U bent op 't verkeerde spoor, kapitein. Vraagt u maar eens, of die man van vanmiddag dezelfde was, die hier vanavond met mij is geweest!" Er volgde weer een lang gesprek, waarbij de kastelein zenuwachtig scheen te worden. „Nee, 't is niet dezelfde man geweest." „Nu dan!" riep George. „Ik ben niet zoo onnoozel als u wel denkt. Laat hij n nu eens vertellen, wie die man was, waar ik mee hier ben geweest." Maar de kastelein had er genoeg van. Hij kende dien kerel niet. Nee, nooit gezien. En 't werd tijd, dat hij sloot ook. „Je denkt toch niet, dat 't Glen ge weest is, hè George?" vroeg Mamie, toen zij in haar kooi klom. De dageraad begon al te kleuren, en ze was moe, doodmoe. „Hij kan 't haast niet geweest zijn," gaf haar echtgenoot benepen toe. „Ik ben bang, dat we bestolen zijn." Het middaguur was al voorbij, toen ze weer aan dek kwamen. De Umvaluta had de open zee voor zich, en Lorenzo Marquez was al verdwenen achter de zandheuvels. George zette een paar stoelen in het luwtje van de achterkajuit, en door de rustige rollers van de kust ge wiegd overdacht hij heel het zonder linge geval nog eens. Hij was nog niet lang bezig, of kapitein Drapper kwam bij hen. „Ik heb nog eens nagedacht," begon hij met zijn gewichtigdoenerige stem, en hij nam den stoel naast Mamie, „en weet u, wat ik eigenlijk niet begrijp? Dat u zoo doodbedaard vijftig pond afgaf zonder dat u dien man eerst mee bracht, om u te vergewissen, dat hij inderdaad de bewuste persoon wds." „Ja, dat is ook eigenlijk zoo," gaf Mamie hem gelijk. George keek kwaad. Er waren mo menten, dat de kapitein met zijn roode gezicht hem dol maakte. „Jullie hebben den kerel geen van beiden gezien.jullie hebben geen idee van de omstandigheden, die me er toe brachten. „Jawel, maar dat u dien anderen schavuit nog een pond gaf, omdat hij uw vrouw een briefje van tien had afgezet! 't Is om te gieren!" George slikte een vinnig antwoord weg, want de steward kwam er aan met koffie. Hij zat stil te kijken, terwijl de man zijn blad op een rieten tafel zette. Knorrig zwijgend keek hij, hoe de steward een kopje inschonk en aan Mamie overhandigde, hoe hij toen voor hemzelf begon, eerst suiker, één, twee, drie, vier klontjes.Vier klontjes! En opeens stokte de adem in zijn keel. Een klein deeltje van een seconde was het, of heel de wereld verdween. Hij zag niets meer, niets.dan een sproetige hand, die klontjes suiker in een witten' kop deed. Eén, twee, drie, vier! „Uw koffie, meneer," hoorde hij den man zeggen. En daarmee was de betoovering ver broken. Hij zag de blauwe, zee weer en den blauwen hemel, maar terwijl het laatste restje van den nevel wegtrok, en hij die hand met sproeten nog steeds zijn kopje zag vasthouden, hoorde hrj j zichzelf praten. „Steward," zei hij, en hij verbaasde zich zelf, dat zijn stem zoo kalm klonk, „vertel me eens, waar heb je je roode pruik gelaten?" Het kopje viel kletterend stuk op het dek. is 'n boeiend en afwisselend verhaal van de groote stad, die steeds meer en meer land opslokt en de boerendie geslachten lang nabij die stad hebben gewerkt en gewoondvan hun grond en ook wit hun huizen verjaagt. In dezen roman nu wordt op levendige wijze beschreven hoe zulk een oude familie, oorspronkelijk van landelijke afkomst, na onderling gekrakeel haar laatste stuk grond, een grooten tuin, verkoopt voor den bouw van 'n ultra-modern filmpaleis. Hevig komen de verschillende karakters met elkan der in botsing: de grootvader met zijn zoon, de twee kleindochters onder lingterwijl de jongste zich tot 't laatst verzet tegen den verkoop van den grond, is de oudste daartoe maar al te bereid, en zij accepteert zelfs een filmcontract, hetgeen een verwijdering brengt tusschen haar en haar man en kind. Dit spannend familieverhaal uit dezen tijd is het vierde deel der romanserie „Avonduur-Lectuur"Het boek verschijnt in de komende week. f erzuimt niet het aan te schaffen. De geringe prijs van deze romans: slechts 15 cent per exemplaar, kan zeker geen bezwaar zijn. Verkrijg baar bij onze bijkantoren, agenten en bezorgers. -£| Dit zijn de plekken, waar de gevolgen van een slechte functionneering der huidklieren en onvoldoende voeding van het huidweefsel zich het eerste openbaren. Uitgezette poriën, heel kleine rimpeltjes bij de mond en oog hoeken en bij de neuswortel, onreine en slappe huid zijn daarvan de eerste kenteekenen. Voorkomt te juister tijd dit gemis aan schoonheid door toe passing van een rationeele huidverzorging, die de natuurlijke functies van Uw huid ondersteunt en completeert. De Kaloderma-Schoonheidsprepa raten zijn samengesteld op basis van de laatste biologisch-cosmetische on derzoekingen. Na een kortstondig gebruik zult U constateeren, dat zij Uw huid weer elastisch, soepel en frisch maken. Als U iets naders over de ver bluffende werking van deze preparaten wilt weten, vult U dan onderstaande coupon eens in. krijgt dan kosteloos een proefpakket toegezonden en bo vendien ons boekje „Kaloderma-Schoonheidspreparaten" waarin alles staat, wat de dames van de hedendaagsche huidverzorging moeten weten. CLEAKS1I« CREAM Doozen: F. .75 en Potten: F. 2. ACTIVE CREAM Tuben- F. AO en F. 1. - Potten: F. 2. SKIS TOXIC Flacons: F. 1.35 e n F. 2. FIS1SHIS6 CREAM Tuben: F. —AO en F. 1.— Potten: F. 2. BBS SIBVWB VU BAAK V I BIWE

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1940 | | pagina 15