rw* Vasenol POE ZWARTKOP BEROEMDE OPERA'S f m geheimzinnige iA 'J*' r f Een truc LET POEDER SHAMPODOR SHAMPODOR-BLOND 27 Vervolg van blz. 25 Bij het ontwerpen van het libretto vereenigde Wagner de sage van Tann hauser en Venus met die van de heilige Elisabeth en het verhaal van den zangerswedstrijd aan het hof van Thü- ringen. In dit verhaal spelen de twee tegenover elkander liggende bergen de Wartburg, waar de Minnesanger hun wedstrijden hielden en de Hörselberg, waar volgens de legende eerst de lente godin Hulda, later echter de verlokkende Venus troonde een groote rol. De ouverture van de opera is nog steeds een geliefd nummer op menig concertprogramma. Het brillante en effectvolle van deze orkestmuziek heeft veel tot die populariteit bijgedragen. Bij den aanvang hoort men het be kende „Pelgrimskoor", eerst zacht als vanuit de verte komend, dan meer en meer in kracht toenemend, totdat het klinkt in al zijn grootheid. Dit thema wordt omspeeld door zeer levendige passages van de violen, die een zinne beeldige voorstelling geven van de rustelooze wereld tegenover de verheven rust van het geloof, die tot uitdruk king komt in de melodie van het „Pelgrimskoor". 1A. Andante maestoso. hij de wonderlijk-teere melodie van het lied aan: Het hoogtepunt van het heele werk is wel het verhaal van Tannhauser in de derde acte. Hier vindt men een melo dische declamatie, ondersteund door een toonschildering in het orkest, die de stemmingen en gewaarwordingen van den held weergeven. Deze stijl is als een voorlooper van het muziekdrama te beschouwen. De strijd van het zinnelijke (muziek van den Venusberg) tegen het goddelijke (muziek van het Pelgrimskoor) zijn de twee hoofdgedachten, die het werk beheerschen. Als we de „Lohengrin" beluisteren, worden we al direct door het voorspel getroffen. De inzet van de zeer hoog geschreven partijen voor de violen suggereert ons onmiddellijk de neder- daling van den wonderdoenden Graal. Steeds machtiger worden de klanken, maar ook steeds stoffelijker. Het hoog tepunt wordt bereikt, wanneer drie bekkenslagen in combinatie met de trompetten en bazuinen klinken. Het is de uitbeelding van het „Tremendum", het beven voor het Goddelijke. De mu ziek vervaagt zich nu tot ijle klanken. Eenmaal gehoord vergeet ge nimmer het Graal-motief Het middendeel staat hier lijnrecht tegenover. Men hoort motieven uit dc Venusberg-scène, de muziek is van een wonderlijke bevalligheid; satyrs flitsen ons voorbij en verlokkende dansmuziek klinkt. De dans der satyrs en nymfen wordt wilder en wilder en plotseling is de betooverende schoonheid van den Venusberg verbroken. Het gordijn rijst en het tooneel stelt den Venusberg voor. Tannhauser rust aan de zijde van vrouwe Venus, en zij vermeien zich in het spel der nymfen en satyrs, terwijl in de verte sirenen zingen. Treffend is door Wagner de lichtheid van dit spel in de muziek weergegeven. 2 a. Allegro. Wagner's groote tooueelkennis treedt duidelijk aan het licht, als we het drama tische effect ondergaan bij de verwisseling van de scène van den Venusberg in 't lie felijke dal nabij den Wartburg. Het eene oogenblik bekoren ons de satyrs, nym fen en sirenen met hun speelschheid, een volgend moment bevinden wij ons in het dal, waar Tannhauser voor het kruis geknield ligt. Van verre hoort men het gezang der pelgrims en een herder speelt op zijn fluit. Het vredige van deze scène laat niet na een gewijden indruk te maken. Van de derde acte is ons „Het Lied aan de Avondster" bekend. De avond stemming en het opkomen van de ster geven Wolfram de inspiratie voor de hymne aan deze planeet, die voor hem het symbool is van de onaardsche liefde. Zichzelf begeleidend op de harp heft Wagner noemt met opzet deze in leiding „Voorspel". Meer en meer gaat hij er toe over, zijn ideeën betreffende het muziekdrama te verwezenlijken, n.l. een vereeniging der verschillende kunsten in één groot werk. In Lohengrin wordt al verband gelegd tnsschen de kleuren en de karakters van personen en stemmingen. Bij de schilde ringen van den Graal en de lichtgestalten van Lohengrin en Ëlsa klinkt het orkest helder en doorschijnend; hetzelfde geldt voor de figuren der duisternis, Telra- mund en Ortrud; nu hoort men het or kest zich steeds bewegen in diepere en donkergekleurde klanktimbres. De meest indrukwekkende oogen- blikken in de eerste acte zijn wel Elsa's droom (waarbij we weer het Graal- motief hooren) en het moment, waarop de zwaan, een praam trekkende, den ridder brengt (Lohengrin), die Elsa zal verdedigen. In de tweede acte wordt onze aan dacht speciaal gericht op de Balkon scène, zoo genoemd, omdat Elsa hier en kele uren voor haar huwelijk aan den nacht haar jong geluk toevertrouwt. Het melos van deze scène is bijzonder fijn van stemming. De instrumentale inleiding van de der de acte brengt ons in de feestelijke sfeer die heerschen zal tijdens het huwelijk. Direct hierop volgt het aan allen zoo bekende „Bruidskoor", waarvan de muziek nimmer haar bekoorlijkheid schijnt te verliezen. De „Graalvertelling", waarin Lohen grin zich bekend maakt, is buitengewoon expressief, en de opera eindigt met de gedeeltelijke herhaling van Elsa's droom, gevolgd door een schitterenden climax, gebouwd op het Graalmotief. Wordl vervolgd Houdt U het voor mogelijk, dal er met \ele trouwen dagelijks precies hetzelfde gesdiiedt, als wij U met deze afbeelding toonen? Deze vrouwen doen bij haar dagelijksdie schoonheidsverzorging niets anders, dan het hoofd van den romp scheiden. Zij verkeeren in de meening, dat het voldoende is het gezicht te verzorgen om jong te blijven. Maar het gezicht kan clan alleen jong blijven, wanneer ook het geheele lichaam jong gehouden wordtWanneer b. vhet huidw eefsel der borst te lijden heeft van een minder-goede bloedcirculatie, dan doet zich hetzelfde euvel bij de geziditshuid voor. Eerst zoodra de geheele lichaamshuid systematisch v erzorgd wordt, kan de heele mensch en dus ook het gezicht jong blijven. Tot deze systematische verzorging der lidiaamshuid be hoort de dagelijksdie bepoedering met asenol, omdat op die wijze de bloedcirculatie bevorderd wordt en den cellen nieuwe voedingsstoffen toegevoerd worden. Daardoor wordt het huidweefsel weer elastisch. Dc heele mensch voelt zich frissdier en ziet er jonger uit!

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1940 | | pagina 27