wit
Anker
G®®* w#
11
De kapitein voelde lust om op te staan
en alles te verbrijzelente beginnen
met den man in de loge. Sinds een
kleine tien jaar was dit weer zijn eerste
liefdesepisode en hij was de zorgen en
kwellingen, die aan zulk een toestand
verbonden zijn, al vergeten. Toen de
voorstelling afgeloopen was, wierp hij
een dreigenden blik naar de loge. En
zonder dat miss Jewell't mocht merken,
keek hij om zich heen, om er zeker
van te zijn, dat ze door niemand ge
volgd werden.
,,'t Was buitengewoon," zei de kok,
toen ze weer in de frissche lucht kwa
men.
„Bijzonder aardig," beaamde het
meisje, met een zachte, melancholieke
stem. „Ik geloof, dat ik er nog eens heen
ga, als jij op zee bent."
„Toch niet alleen?" vroeg de kapitein
ontsteld.
„Ik geef er niets om, alleen te zijn,"
antwoordde miss Jewell kalm, „ik ben
't gewoon."
't Antwoord van den ander ging ver
loren in den ren naar den bus, en voor den
tweeden keer dien avond had de kapi
tein wel wat aan te merken op de rang
schikking van hun zitplaatsen. En toen
de plaats naast miss Jewell open kwam,
werd deze direct weer ingenomen door
een jongen man met een geruit pak
aan en een dikke sigaar in zijn mond.
In Aldgate stapten ze uit en het meisje
bedankte den schipper voor het gezel
lige avondje. Een aarzelende poging
van zijn kant om haar naar huis te bege
leiden, werd meteen de kop ingedrukt.
De kapitein stond haar en den kok na
te staren, totdat ze verdwenen in het
drukke verkeer, en slenterde toen, diep
in gedachten, naar zijn schip.
Den volgenden avond om acht uur
zou de brik uitvaren, en het was al zes
uur geweest, toen de kok terloops op
merkte, dat zijn zuster zou komen om
afscheid van hem te nemen. Een half
uur later verscheen zij inderdaad, maar
ze had blijkbaar zoo weinig lust, de
kajuit nog eens te zien, dat ze een
buitensporige liefde voor de buitenlucht
toonde.
Op aandringen van den kok kwam ze
ten langenlaatste beneden en toen ze
eenmaal daar was, veranderde haar
stemming. Met een teedere bevalligheid,
waardoor hij zich in den zevenden
hemel waande, sprak ze den kapitein aan
en vroeg met een glimlach in de richting
van den jongen man: „Zult u heusch
goed voor Bert zorgen?"
„Ik zal hem behandelen als mijn eigen
broer," zei de kapitein innig. „Nee,
nog beterik zal hem behandelen als üw
broer."
De kok zat rechtop en terwijl de kapi
tein met miss Jewell praatte, knipoogde
liij plechtig naar het vallicht.
„Ik weet dat u het wel zult doen,"
zei het meisje heel zacht, „maar ik
denk, dat de mannen.
„De mannen doen, zooals ik het
wensch," besliste de kapitein streng.
„Ik ben de baas op 't schip - 't is
nog half mijn eigendom ook en ieder
een, die hem iets in den weg legt, dwars
boomt mij. En als er iets is, dat je niet
aanstaat, Bert, zeg je het mij maar."
Mister Jewell beloofde het met een
tinteling in zijn kleine zwarte oogen.
Dan, iets mompelend over zijn werk
zaamheden, wisselde hij een blik met
het meisje en verdween naar dek.
,,'t Is een aardige kajuit," begon het
meisje en schoof ondertusschen een
eindje dichter naar den kapitein. „Ik
veronderstel, dat die arme Bert zijn
maaltijden zal moeten gebruiken in dat
kleine, stoffige hok, aan den anderen
kant van het schip, is niet?"
,,'t Vooronder?" zei de kapitein,
worstelend tusschen liefde en streng
heid. „Ja."
Het meisje zuchtte en de stuurman,
die boven aan het vallicht stond te
luisteren, hield zijn adem in van angst.
Miss Jewell zuchtte nog eens, en heel
onopvallend groeide de afstand tusschen
haar en den schipper wel met twee heele
passen.
,,'t Is zoo de gewoonte," stotterde
de kapitein.
„Ja, natuurlijk," zei het meisje koel.
„Maar als Bert graag hier wil eten,
is hij welkom," bracht de kapitein ten
einde raad uit. „En hij kan achter slapen
ook. 't Laat me koud, wat de stuurman
ervan zegt."
De stuurman stond op, liep weg, recht
vooruit, stak zijn gebalde vuisten op
naar den hemel en gaf zichzelf verlof,
zijn woordenrijkdom ionder de minste
beperking te uiten.
„Weet u, wat ik van u denk?" infor
meerde miss Jewell, zich met een stra
lend gezicht naar hem toebuigend.
„Nee," zei de ander. „Wat dan?"
Miss Jewell zweeg even. „Ik zal 't u
maar niet zeggen, 't kon u wel eens ijdel
maken."
„En weet u, wat ik van u denk?"
vroeg de kapitein op zijn beurt.
Miss Jewell keek hem kalm in de
oogen, ofschoon haar mondhoeken toch
even trilden. „Ja," zei zij, totaal onver
wacht.
Boven klonken voetstappen, die zwaar
de trap afkwamen.
j,'t Getij is bijna aan het keeren," zei
de stuurman, norsch, vanuit de deur
opening.
De kapitein aarzelde, maar de stuur
man ging opzij om het meisje te laten
passeeren, en de eerste volgde haar de
trap op om haar aan wal te helpen. Uren
naderhand was hij zich nog aan het
afvragen, of ze nu werkelijk opzettelijk
haar hand 'n seconde of twee langer
dan noodig was in de zijne had laten
rusten, ofwel dat zijn vaste greep ver
antwoordelijk was voor dat verschijn
sel.
Hij werd wanhopig, toen ze Londen
verlieten. Maar de noodzaak om te
schipperen tusschen de eischen van een
nijdigen stuurman en de belangen van
een bleeken en erg stijfhoofdigen kok
hief hem wat op uit zijn moedeloosheid.
„Hij zegt, dat ie voortaan achter
slaapt," bracht de stuurman moeilijk
uit, terwijl hij naar 't bed van den kok
wees.
„Juist, dat heb ik zoo geregeld,"
zei de kapitein. „En hij zal voortaan
ook hier zijn maaltijden gebruiken. Iets
erover te zeggen?"
De stuurman ging op een kistje zit
ten en snakte naar adem. De kok, nog
bleek, voelde aan zijn kleine, zwarte
snorretje en keek hem met triomfeerende
kwaadaardigheid aan. „Ik zei 'm, dat
't uw orders waren," glunderde hij.
„En ik heb 'm gezegd, dat ik 't. niet
beliefde te gelooven. Wie heeft er ooit
gehoord van een kok, die achter z'n
verblijf heeft? Wel, de gedachte alleen al
is om te gieren."
Hij lachte zelf ook, maar met een
wonderlijk treurig gezicht, en, bang,
dat hij zich niet goed zou houden, liep
hij naar dek, en ging woest in 'n hoek
staan mokken. En hij kwam niet naar
beneden om te ontbijten, voordat de
kapitein en de kok klaar waren.
Mister Jewell droeg zijn nieuwe
waardigheid heusch niet met eere, en
de onmacht van de andere leden der
bemanning om hun ontevredenheid in
krachtige termen uit te drukken, had
Vervolg op blz. 14
Wit Anker
ABSORBEERT alle vuil
alle etensluchtjes volkomen!
Het is er de tijd niet naar, om onvoorzichtig met Uw
keukengerei om te gaan. Pas op voor „schuurmiddelen"...
Iedere keer, dat U dan een pan schoonmaakt, krast U
een dun laagje glazuur of metaal los. Hoe dat op den
duur moet werken, behoeft niemand U te vertellen.
Holle deeltjes. Wit Anker vormt holle korrels, die alle
vuil en etensresten snel in zich opnemen. Dat is de veilige
manier van reinigen.
Krassen onmogelijk! Wit Anker valt bij bevochtiging in
microscopisch kleine deeltjes uiteen, en ieder deeltje wordt
met een schuimvliesje omgeven. Wit Anker werkt „gesmeerd",
- en ieder korreltje is bovendien vrij van scherpe kantjes!
HET VOLMAAKTE REINIGINGSMIDDEL
V U L M A A K l i: K fc I N I G I
T>kan door x\ ieep
Anker vvetkl y
„n voor veie spaort
reinig>°9' angen. .)S vri\'-
volledig v sHW Anke
ieepb°nne^__^_