MARTI gezond 19 vertelde je me niet, dat je Stevan opge zocht had en alles in orde had gebracht!" „Ik wist niet, dat ik dat gedaan had," mompelde sir Humphrey. „Maar Stevan zegt, dat je speciaal naar het restaurant bent gekomen om met hem kennis te maken. Je bent naar hem toegegaan! Dat was werkelijk erg lief van je, Humphrey, ik had nooit gedacht, dat je het zou doen." Stevan klapte zijn hakken tegen elkaar en stak zijn hand uit. „Aan mijn eer is voldaan," zei hij vorstelijk. „Laat ons verdere formali teiten buiten beschouwing laten." Sir Humphrey nam slapjes zijn hand aan en liet die meteen weer los. Dat gaat te ver, dacht hij. Het wordt tijd, dat ik dit gekkenhuis verlaat en naar Kulongo terugkeer, naar de eenvoudige, vriendelijke inboorlingen, die ik begrijp. Het doet er niet toe wat je zegt of doet, het wordt juist tot het tegengestelde verdraaid. Hij stapte het strafhokje binnen en ging met een zucht naast mr. Hammer zitten. „Hallo, hoe bent u hier terecht ge komen!" vroeg hij. „Ik kan het niet verklaren," zei mr. Hammer hulpeloos. „Ik praatte gewoon met uw vrouw, toen ze me plotseling beet pakte en hierin duwde." „Dat klinkt vreemd. Wat zei u tegen haar!" „Ik vertelde haar juist iets van een nichtje van me." „Nog vreemder. Hoe heette dat nichtje!" „Audrey." „Ah, ha. En u noemde haar zeker de kleine Audrey, vermoed ik!" „Dat geloof ik wel." Sir Humphrey lachte en klopte hem op zijn schouder. „Ja, dan is alles duidelijk. De kleine Audrey is uitgesloten van de cocktail- middagen hier in huis." „Maar ik verzeker u, sir Humphrey, ik heb lieusch een nichtje, dat zoo heet." „Dan kan ze beter haar naam ver anderen," zei sir Humphrey kortaf.' „En laten we nu van de gelegenheid gebruik maken. We kunnen ontsnappen door de deur achter ons." Zij slopen heimelijk weg, door de gang naar de bibliotheek. Sir Humphrey had de laatste paar dagen geleerd, eerst de kussens goed te bekijken voor hij ging zitten, maar ditmaal was Pamela veilig en wel in Lisa's kamer opgeborgen en was er niets te vreezen. „Nu," vroeg hij, terwijl hij mr. Ham mer een sigaar aanbood, „denkt u, dat er iets gedaan kan worden!" „Een heel eenvoudig geval," stelde mr. Hammer hem gerust. „De eenige moeilijkheid is, dat ze met zijn tweeën zijn. Het is een beetje ingewikkeld, twee zaken tegelijk in één huis af te wikkelen." Sir Humphrey beduidde hem, naast hem op de sofa te komen zitten. „Daar behoeft u zich niet bezorgd om te maken," zei hij. „Wat mij betreft natuurlijk wil ik niet zeggen, dat mijn vrouw het met mij eens is gaat het maar om één geval." „En welk is dat!" informeerde inr. Hammer. „Ruth!" zei sir Humphrey op vasten toon. „Lisa is veranderlijk. Ruth is dat niet. Albert is naar mijn idee niet de geschikte echtgenoot voor Lisa, maar als hij haar kan krijgen, dan wensch ik hem er geluk mee. Ik wil hem niet tegen werken. Persoonlijk geloof ik niet, dat hij een schijn van kans heeft. Hij is nog maar de eerste van dozijnen, de arme jongen. Aan den anderen kant trouwt Ruth vast met dien Stevan, tenzij er iets gedaan wordt, en ik wil niet dat ze met hem trouwt." „Het kan voorkomen worden," zei mr. Hammer vol vertrouwen. „Nu, wat stelt u dan voor!" „Ik moet een paar dagen hebben om er over na te kunnen denken, sir Humphrey. Ik heb al verschillende mogelijkheden in mijn hoofd, maar het is van veel belang, dat ik de goede kies. In de eerste plaats het juiste figuur en fle juiste verschijning en dan de ge schikte romantische achtergrond. Naar wat ik van uw dochter gezien heb, zou ik zeggen, dat we iemand moesten hebben, die zij zich als een drama tische figuur kan voorstellen. Hij moet voornaam zijn, maar voornaam met een zeker tintje. Hij moet een of andere zorg hebben. Terneergeslagen, zij het ook niet ontmoedigd. Bedroefd en zwaar moedig en interessant, maar tot heftig heid in staat. Hij mag zelfs wat aan den drank zijn." „U schijnt Ruth precies getroffen te hebben," zei sir Humphrey bewonde rend. „Ze heeft werkelijk iemand noodig, dien ze kan verplegen. Tusschen haakjes, ze is een zeer goede verpleegster. Een mooi geval van roodvonk zou haar meteen van Stevan afhouden. Maar haar gevallen worden altijd beter en dan heeft ze er geen belangstelling meer voor." „Dan moeten we iets ongeneeslijks hebben," glimlachte mr.Hammer. „Geeft u mij een paar dagen den tijd, sir Humphrey, dan zal ik een plan maken. Ik geloof, dat u het voorstel deed, den man in uw huis te laten logeeren. Dat zou heel goed zijn." „Maar ik zou hem eerst willen zien," zei sir Humphrey. „Natuurlijk, natuurlijk. Laat eens kijken, wanneer vertrekt u naar Afrika „Vrijdag." „Degene, waar ik aan denk, is op het oogenblik in Rome." Sir Humphrey streek onrustig over zijn kin en mr. Ham mer bleef glimlachen. „Ik weet precies hoe u zich voelt, sir Humphrey. U vindt, dat u heel wat in goed vertrouwen aan mij overlaat. In zekeren zin doet u dat ook, ofschoon u weet hoe lord Aylmer over mij denkt. En oprecht gesproken, kennismaking met dengene, die ik op het oog heb, zou u niet veel helpen. Ten slotte zijn het getrainde mannen, acteurs om zoo te zeggen, en zij kunnen zoowel tegenover u tooneel spelen als tegenover uw dochters." Sir Humphrey lachte. „Nu, goed," zei hij. „Als de zaak zoo zit, dan moet ik, geloof ik, er maar niet verder op aandringen, hem eerst te zien. Ik neem aan, dat u goed oplet of hij wel vordertEn nu moet ik heusch terug naar dat vervelende partijtje. Wanneer kan ik u ontmoeten om de definitieve afspraken te maken?" „Zou u Donderdag op mijn kantoor kunnen komen? Ik heb zijn naam en zijn verleden dan heelemaal klaar." „Goed dan. Laten we zeggen om elf uur." „Elf uur, sir Humphrey. En ik beloof u, dat uw vertrouwen niet misplaatst zal zijn." Sir Humphrey liet hem de voordeur uit, keek naar de klok en liep langzaam terug naar den salon. Al twintig minu ten over zeven en niemand scheen weg gegaan te zijn. Ja, toch, een paar. Stevan en Albert waren verdwenen en anderen stonden op het punt, ofschoon zij hun tijd er voor namen. „Goeden avond. Goeden avond. Prettig u weer eens gezien te hebben." Lisa liep rond Vervolg op blz. 22 wrjmhk\

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1940 | | pagina 17