T ebben we bontmutsen jl altijd onder de meest J flatteuze hoofddeksels gerekend, deze uitverkiezing geldt al heel bijzonder voor het snufje 1940, den bont- hoed. We ontmoeten onder deze nieuwelingen coquette kleine gevalletjes zonder rand voor knappe jonge snuitjes, maar daarnaast ook matelots met flatteuze, schaduwgevende randen, die zoo uitstekend ge schikt zijn om onregel matige trekken en ook de verschijnselen van het ouder worden te verdoe zelen. Bovendien is de matelot een ideale dracht voor de vrouw, die een bril draagt. Bont wordt dit seizoen vooral metvilt gecombineerd, hetgeen voordeelig uitkomt, daar bont sinds den oorlog op min of meer onverklaar bare wijze maar steeds duur der werd, zoodat het gros der vrouwen zich zal moeten tevreden stellen met een hoofddeksel, waar niet te veel van dit voor haar schier onbetaalbaar materiaal voor noodig is. Dat een en ander geen afbreuk hoeft te doen aan het geheel bewijzen de beide eerste foto's afdoende. Nummer drie is een fantasie-uitgave van de klassieke bontmuts, die ook nu nog bijzonder in den smaak valt bij heel jonge meisjes en bij vrouwen, die er dagelijks voor haar werk op uittrekken. Ten slotte de meest populaire hoed van -het seizoen, die bovendien bijzonder flatteert, namelijk de matelot. Hoe kleumig we er ook uitzien, de rand zorgt er wel voor, dat zulks niet al te veel in het oog springt. Het is een model, dat men naar verkiezing min of meer coquet kan opzetten, waar door het evengoed voor het kwieke jonge ding als voor de wat meer geposeerde vrouw geschikt is. Onder de meest gelief de bontsoorten voor een hoed kunnen we naast persianer, Indisch lam en vosse- staarten, die uiteraard kostbaar zijn, ook seal, bibrette, skunks en ocelot rekenen. Zoo zijn de bonthoedjes 1940, die nu eens niet uit Parijs stammen, maar producten zijn van Nederlandsche in spiratie en vaardigheid, en daarom het groote voordeel hebben, dat ze speciaal voor het noordelijke type ontworpen 1 or<ien. (Foto's Mcijboom)

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1940 | | pagina 28