Désiré Geeraerts
kent zijn vak
O
Op bezoek bij een ouden gobelinwever
Veertien-
Buizend
kleuren
gebruikt
de wever
Het middenstuk .van het gro
gobelinde Japansehe tuin.
noodig, daar soms 't resultaat
van een hóélen dag werken één
centimeter gobelin is!
De wol, waarmee gewerkt
wordt, komt wit in zijn bezit en
wordt door den wever in ver
schillende tinten geverfd, die
eeuwenlang goed blijven. Dit
deed ons denken aan Albert
Verwey's prachtige vers: „De
WêVer", waarin hij dichtte:
„Mijn wanden hangen vol
tapijten, door mij geweven,
Kleuren en draden, die nooit
slijten, maar eeuwig leven."
De gobelinwever
Désiré Geeraerts
aan het weefgetouw.
tentoonstelling in
1906 en voorts op
de expositie van
den Rubenskring.
„Paatje" is een
onderhoudend pra
ter, die veel inte
ressants over zijn
vak weet te ver
tellen.
Hij legde er, tij
dens zijn explica
tie, den nadruk op,
dat een kundig we
ver drie dingen goed
moet „verstaan".
Ten eerste, dient
hij 'n buitengewoon
fijn gevoel voor
kleuren te bezitten
dit is te begrijpen
als men nagaat, dat
er bij het gobelin-
weven veertiendui
zend nuances kun
nen worden aan
gewend. Ten twee
de moet hij de tee-
kening, waarnaar
hij weeft, volledig
begrijpen en ten
slotte is een onuit
puttelijk geduld
„Paatje" toont zijn „gulden boek" met handtseheningen van bewonderaars. Hij de .1 apansehe kapster.
p het Marktplein te Baarle-Nassau, het typische Brabantsehe
dorp met zijn eigenaardigen, verwarrenden grensloop, woont, in
een knus huisje, een oude man, Désiré Geeraerts genaamd,
die nog steeds het kunstige gobelinweven beoefent.
„Paatje", zooals hij door zijn vrienden en kennissen genoemd wordt,
is een der zeer weinigen, misschien wel de eenige, die dit edele hand
werk nog op de oude wijze verricht.
Als elfjarige jongen ving Geeraerts zijn kunstloopbaan aan bij den
bekenden wever Braginier, te Mechelen. Hij mocht op dit atelier
meewerken aan de serie gobelins, voorstellende het leven van Maria
van Bourgondië, met welke wandtapijten het Belgisch Parlementsgebouw te Brussel werd gesierd.
Na een studietijd van ruim twintig jaar vestigde Désiré zich, als zelfstandig wever, te Antwerpen,
waar hij veertig jaar met ijver en ambitie heeft gewerkt.
Tweemaal won hij een gouden medaille, met zijn kunstzinnigen arbeid, éénmaal op de internationale