Het gezindat door sehade wijzer werd U kunt op stroom besparen, zonder Uw huis tot een spelonk te maken. Schaf Philipslampen aan en U bezuinigt tot 20% op stroom, zonder Uzelf aan licht tekort te doen! 14 WE KOOPEN GEEN SLECHF HUMEUR! HOOFDPIJN NIEUWE IN DEZEN TIJD GUED LICHT IS DAT ZAL VERANMRMC GOED LICHTGEEFTN JUIST NU IS SRENGEIN MENSCH ZUN GEZELLIGHEID HUMEURTERUG ALTIJD WELKOM! Bliksemsnel waren steeds de aanvallen der gevreesde Noormannen. Met hun wonderlijk ge vormde schepen ver schenen zij voor de ver sterkingen en begonnen terstond het gevecht. Gemiddeld legde het honderd kilometer per dag af. Voor hun toch ten ver landwaarts in hadden de Noorman nen kleinere booten, die zij achter het groote schip op sleep touw namen. De meest onbeschof te van deze heeren was wel een zekere God fried. In 885 zond hij een boodschap naar den keizer om afstand van Coblenz, Ander- naeh en andere bezit tingen. Daar groeide n.l. de druif, terwijl in zijn gebied wijn ont brak. Alleen wanneer hij dezen parelenden drank in voldoende hoeveelheid bezat, zou hij nog in staat zijn, om ons land tegen invallen van zijn eigen volk te verdedigen! Van denzelfden Godfried wordt ver teld, dat hij de Friezen met 'n strop om den hals liet loopen om ze zoo noodig onmiddellijk te kunnen ophangen Ook moesten zij de deuren van hun huizen aan den noordkant zeer laag maken; wanneer ze naar buiten gingen, moes ten ze het hoofd diep naar het noorden, naar Godfried's vaderland, buigen. Er zijn ook andere verklaringen voor deze Noormannendeurtjes. Een grappen maker heeft eens de opmerking gemaakt, dat de Friezen door hun lage deuren toch ook naar binnen moesten. Hun houding ten opzichte van het noordsche „vader land" was dan allesbehalve eerbiedig! In het jaar 885 werd Godfried, be nevens talrijke van zijn aanhangers, in de Betuwe vermoord. Met hem verdwij nen de Noormannen uit deze streken. Er was trouwens in ons land niet veel meer te halen. In België leden zij in 891 een geweldige nederlaag bij de Dijle. Er verdronken zooveel Noormannen in deze rivier, dat hun lijken dammen vormden, waarover de overigen droog voets konden vluchten. Ze varen voor taan onze kusten voorbijheele .zwermen strijken neer in Normandië, een gebied, dat een Frankische koning hun had af gestaan en waar velen zich een bestaan weten te verwerven. Ten slotte kwam er door den uittocht van zooveel duizenden een einde aan de overbevolking van de noordsche landende prediking van het christendom begonnen met den mis sionaris Ansgar, den apostel van het noorden verzachtte de ruwe zeden en oefende een invloed ten goede uit. Omstreeks het jaar 1000 vormden de Noormannen tochten al stof voor ge schiedenissen, die vaders aan hun kin deren in de lange winteravonden ver tellen. Gevolgen van de invallen Al waren de Noormannen verdwenen, hun sporen waren nog duidelijk in de Nederlanden te merken. Kerken, kloos ters en paltsen liggen in puin, de velden zijn verlaten, de vroeger dichtbevolkte kuststreken liggen vereenzaamd, kost bare boekerijen met werken van liooge waarde waren verloren gegaan. Toen bisschop Balderik in 920 uit Deventer naar Utrecht terugkeerde, vond hij niets meer dan een puinhoop. Ilij moest de Sint Maarten en Sint-Salvatorkerk weer ophouwen, en overal in het land missionarissen rondzenden om het chris tendom, dat op vele plaatsen door den eeredienst aan heidensclie afgoden ver drongen was, weer tot nieuw leven te wekken. De handel had natuurlijk geweldig geleden, al was hij niet heelemaal ver nietigd Den ondergang van Dorestad hebben we al vermeld. Wat zij nog aan handel bezat werd haar ontnomen door een dam, die Rijn en Krommen Rijn van elkaar scheidde; een plattelandsstadje, Wijk bij Duurstede, is overgebleven. Erfgenamen van Dorestad werden Keu len, Tiel en Utrecht. Tijdens Karei den Grooten begint de Rijnhandel zich te ontwikkelen, nu wordt deze rivier de drager van een belangrijk handelsverkeer. Tegen het einde van de negende eeuw wonen er reeds Friesche kooplui dit zijn hande laars uit de noordelijke Nederlanden in Mainz, later hooren we van een Friesche straat en een Friezenpoort in Keulen. Het gezag van den keizer was in de Noormannentijd sterk achteruitgegaan. Hij had weinig of niets gedaan om zijn onderdanen te beschermen. Zijn ambte naren, de graven, hadden zich dikwijls beter verweerd. Zij hadden hier en daar vluchtburcliten aangelegd; binnen de aarden wallen zat de bevolking betrek kelijk veilig. Ook enkele kerken werden versterkt tot een kerkfort en kloos ters werden burchten. Men vocht niet meer om ideëele goederen, maar men vocht om het leven. Voor alles waren middelen noodig om het volk te beschermen tegen doodslag en plundering. Was het wonder, dat de bevolking in haar beschermers de ware lands- heeren zag? De graven van hun kant profiteerden van het zwakke keizer lijke gezag. Vele rechten, die oorspron kelijk den keizer toebehoorden, zooals tol- en muntrecht, trokken ze aan zich. Waren de graven onder Karei den Grooten nog geregeld gecontro leerde, afzetbare ambtenaren, een paar eeuwen later zijn het onafhankelijke vorsten, die, al noemen zij hun opperheer „ons lieve heere", zich bitter weinig van hem aantrekken. De „gra ventijd" is dan voor ons land aan gebroken. W. W. REYS

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1940 | | pagina 12