sïï£. -r.
M
fil1r
DOOR LAURENCE KIRK
Q
a:
O
mm
60 x
S ££n en
Wan leiden
ONZE VERVOLCROMAN
hopen, dat u weldra weer geheel her
steld bent. Maar nu moet u probeeren
wat te slapen, doch mocht u het niet
kunnen, dan ligt daar een stapeltje
detective-romans op* de tafel. Probeert
u eens „De moordenaar met het foto
toestel". Je haren rijzen te berge.
Maar eerst moet n slapen."
„Ik zal het probeeren," zei Robert
onderdanig.
„Goed zoo. Hoe heerlijk is het, een
prettigen patiënt in huis te hebben.
Andere mannen zijn soms zoo lastig,
heb ik wel eens gehoord. Weet u nu
zeker, dat er alles is wat u noodig
hebt?"
„Heel zeker. Werkelijk."
„Goed zoo. Dan laat ik u nu alleen.
U moet bellen wanneer u thee wilt
hebben, dan brengt Manson die wel.
En als u zich dan goed genoeg voelt,
kunt u later beneden komen om te
dineeren."
De deur werd gesloten en Robert
haalde diep adem. Hij was geheel in de
war en voelde zich eenigszins beschaamd.
Lady Seymour was zoo vriendelijk en
zoo bezorgd over zijn gezondheid, dat
hij zich zelf verachtte dit bedrieglijke
spel te spelen. Maar het was niet heele-
maal zijn schuld. Er was een telefoon
bij het bed en hij kreeg neiging, nar.
Hammer op te bellen en hem te vragen,
waarom hij voor een zieke moest door
gaan, terwijl hij dat heelemaal niet
was. Bij nader inzien echter, kwam hij
tot de conclusie, dat dit të gevaarlijk
was en hij deed zijn kamerjas aan, ver
wijderde de kruik en ging op het bed
liggen, nadat hij een detective-roman
van het stapeltje had genomen. Overi
gens bedacht hij, dat als Ruth en Lisa
er maar half zoo knap uitzagen als haar
moeder, het hem heel wat moeite zou
kosten volgens mr. Hammer's instruc
ties te handelen en geen belangstelling
voor haar te toonen.
Later moest hij in slaap gevallen zijn,
want hij was niet heelemaal wakker,
toen hij om kwart voor vier zacht jes op
de deur hoorde kloppen.
„Hallo, binnen!" zei hij werktuiglijk,
zich afvragend waar hij was.
„Ik ben het." Het was de stem van
lady Seymour en haar toon was erg
verontschuldigend. „Ik hoop niet, dat
ik u wakker gemaakt heb."
„Heelemaal niet. Ik was aan het
lezen."
Carlotta kwam niet binnen, zooals hij
verwacht had. De rest van het gesprek
werd door de gesloten deur gevoerd.
„Is er iets wat ik voor u kan doen?"
vroeg hij.
„Neen. neen. Ik zou alleen zoo
graag willen weten of u bridge speelt,
mr. Lake."
„Ja zeker. Dat doe ik."
„En hebt. u heuscli goed genist
Robert grinnikte.
„Ik ben weer heelemaal in orde."
„Nu, als u zich werkelijk goed voelt
en u speelt bridge, dan zou ik u willen
vragen mij te helpen. Ik zou vanmiddag
spelen, maar één heeft er afgezegd."
O, daarom moest ik dus naar bed,
dacht Robert.
„Natuurlijk, ik kom meteen," zei hij.
„O, maakt u geen haast. Maar het
zou zoo lief van u zijn. U zou me een
groot plezier drien als u zich sterk
genoeg voelt,."
Robert was in de wolken, dat hij weet
iets mocht doen. al was het dan bridge
spelen. Meest speelde hij met Carlotta
en zij wonnen vier robbers van de twee
andere dames. Toen het spel gedaan was
en de gasten vertrokken waren, was
Carlotta zoo opgewonden, dat ze groot
slem geboden en gemaakt had, dat zij
alles vergeten scheen te zijn omtrent
Robert's delicaten gezondheidstoestand.
„Maar u speelt prachtig, mr. Lake!"
zei ze. „1" begrijpt me zoo goed. En het
was heerlijk, die arme Milicent geld af
te winnen. Ik weet, dat het onaardig is,
maar ik kan niet helpen, dat het me
genoegen doet. Zij is zoo vreeselijk rijk
en zoo gierigDat moeten we heuscli
meer doen. We moeten veel bridge
spelen. Het is vast heel goed voor u. Ik
zal zorgen, dat u eiken dag een partijtje
kunt spelen."
Robert zei, dat dat heerlijk was. Het
was nu half acht en er was nog geen
spoor van Lisa of Ruth te bekennen. Hij
begon zich af te vragen of ze wel
bestonden.
VEERTIENDE HOOFDSTUK
Daar hij dien avond om tien uur in
bed werd gestopt, ontwaakte Robert
's morgens heel vroeg en nadat hij twee
uur lang rondgescharreld had, stond
hij er op, aan het ontbijt te komen. Hij
leverde een hardnekkigen woordenstrijd
met Manson, maar hij won ten slotte en
toen hij kwart voor negen beneden
kwam, zag hij met genoegen, dat de
tafel voor drie personen gedekt was.
Hij had een bokking gegeten en was
goed en wel bezig met niertjes met
bacon voor er iets gebeurde. Maar toen
kwam Lisa binnen. Zij liep op hem toe
zonder de minste verlegenheid te too
nen.
„Sta niet op," zei ze vlug. „Ik ben
Lisa. Hoe gaat het met u Ik hoop, dat
u het hier prettig zult hebben."
Robert zei, dat hij het ook hoopte, of
iets dat daarop neerkwam, en Lisa ging
kijken wat er voor het ontbijt was. Hij
kon haar op zijn gemak gadeslaan, ter
wijl zé zich van hem had afgewend. Nog
nooit had hij zoo'n mooi meisje gezien.
Lisa nam wat zalm en ging zitten.
„Had u niet in bed moeten ontbijten?"
vroeg ze. „U moet toch uw gemak
houden, nietwaar?"
„Ik ben bang, dat sir Humphrey zich
wat overdreven uitgelaten heeft over
den slechten toestand van mijn gezond
heid," legde Robert uit. „Ik ben heuscli
heelemaal beter."
„Dat is jammer," zei Lisa langs haar
neus weg. „Ik bedoel, dat zal een groote
teleurstelling zijn voor Carlotta en Rutli.
Zij houden ervan als menschen ziek en
slap zijn. Ik beu bang, dat ikzelf net als
Humphrey ben. Ik wacht vol ongeduld,
tot ze weer hersteld zijnHet hindert
u toch niet, wanneer ik de krant lees, is
het wel? Ik ben er zeker van, dat u niet
van praten aan liet ontbijt houdt."
„Heelemaal niet," zei Robert.
Vijf minuten later zweefde Ruth bin
nen. In Robert's oogen was zij nog
Vervolg op blz. 26
jjgS0P
Uj
Uj
ft:#
35 CENT
PER TUBE
VOLDOENDE VOOR
TANOEN POETSEN
dat bun tanden
-hen denken, d ,eVOoc
-se me°s I, <iez© er deze
O- y o"l® 7„ ",e 1 ,.sk
Ook U- lp eTvel door be^etan(Jpasl
,d daarom di derlandsc (Ned.
tandsteen ^"toaU dooren
op tandsteen - aangetoo mC„.
Sot,do* („etningen eUw g»a p ets
be*oek U-