FELIX HAMMER: Ba Redden* m den nood MOKT BLAKC PLANA \o M umI mei KeAAitnii &£ijde g&gicMen $ieti, daarom kies ik den Vulpenhouder Ik weet dat ieder blij zal zijn met een Montblanc. De Montblanc is elegant van vorm en is voorzien van het moderne teles- coop-vulsysteem. Overal verkrijgbaar, in prijzen van: f7.- tot ƒ45.- i De Montblanc i mijn metgezel voor het leven De eerste vlakke portable schrijf machine, die de pretentie heeft een kleine kantoormachine te zijn en die tevens door haar gering gewicht gemakkelijk mede te nemen is in het platte han dige koffertje. Ze is voorzien van 45 bakelite toetsen, volautomatischen tabulator, steekwals voor het schrijven op gelinieerd papier, automatische lintomschakeling, enz. Fraaie letter, lichte aanslag. En I nu nog voor den ouden prijs. OLYMPIA SCHRIJFMACHINES N.V. AMSTERDAM Kantoor: Keizersgracht 626 - Tel. 35660 Winkel: Kalverstraat 103 - Tel. 35960 Zend mij zonder eenige verplichting uitvoerige prospectus van de PLAN A-machine. Straat Woonplaats Indien U dit blad niet wenscht te beschadigen kan aanvrage ook per brief of briefkaart geschieden, onder vermelding van den naam van dit blad. Vervolg van blz. 21 van Rutli in de zijne genomen en staarde haar in de oogen. „Mijn kleine, lieve Ruth!" fluisterde hij gevoelvol. „Mijn kleine, lieve, lieve Ruth." Robert staarde nu naar hem zooals Albert dat even te voren gedaan had. Maar dat ziet er uit als een slechte operette, dacht hij bij zichzelf. Ruth kan zich toch niet door dien onzin laten bedotten. Maar ze wordt bedot! Zij slikt alles wat hij zegt. O, het wordt tijd, dat iemand zich daarmee gaat be moeien. Toen bemerkte hij, dat Carlotta tegen hem praatte. „Kom, mr. Lake, we zullen deze lieve kinderen maar alleen laten en uit gaan, om ons te amuseeren." Zij „amuseerden" zich den geheelen verderen dag; Robert zag Ruth en Lisa niet meer voor den volgenden morgen bij het ontbijt, toen zij hem beiden het ochtendblad aanboden en hij onder het genot van een hartig maal alles te weten kwam omtrent geboorte, huwelijk en overlijden. VIJFTIENDE HOOFDSTUK Tegen het einde van de week wist Robert nóg niet, waar hij aan toe was. Hij was niet gewend 'n mislukking- te boe ken in de dingen, die hij ondernam, en hij werd langzaam maar zeker bedroefd en terneergeslagen. Hij keek niet meer naar zijn gezicht, zooals hij dat in de taxi gedaan had, zich afvragend waar die magische kracht vandaan kwam; hij bestudeerde het nu somber in zijn scheerspiegel en trachtte te ontdekken wat er aan mankeerde. Want het scheen niet te deugen. Carlotta was de eenige, die zich met hem bemoeide, waarschijn lijk uit ingeboren vriendelijkheid en gastvrijheid, maar zij had een zonder linge voorstelling van de wijze,waarop ze hem moest bezighouden, want ze ging met hem winkelen, bridge spelen en liet haar tasch door hem dragen. Zoo had hij weinig gelegenheid, het pad van Ruth en Lisa te kruisen. Wanneer hem dat nog gelukte, dan lieten zij hem rustig op zijn eigen paadje staan, heel beleefd en lief overigens, om hem de gelegenheid te geven zijn weg te vervolgen. Zij waren charmant en zelfs bezorgd, maar het was duidelijk, dat hij, wat haar betrof, even goed niet had hoeven bestaan. Het was even vruchteloos te trachten, indruk op haar te maken als in een bad naar een stuk zeep te zoeken, dat er niet was. Op een Zaterdag, toen hij rapport aan mr. Hammer ging uitbrengen, was hij zoo wanhopig, dat hij er graag mee op wilde houden. „Wel, wel?" straalde mr. Hammer, terwijl hij hem door zijn ronden bril aankeek. „Hoe gaat het, mr. Lake? Amuseert u zich nog al?" „Neen, dat doe ik niet." Robert ging triest zitten. „Ik geloof, dat u beter een man, die in dit beroep beter thuis is, dit zaakje op kunt laten knappen. Ik schiet heelemaal niet op." „Kom, kom." Mr. Hammer bleef stralen. „U moet den moed niet zoo gauw laten zakken. Rome is niet in één dag gebouwd." „Rome zou niet gebouwd zijn," zei Robert bitter, „als Carlotta en Ruth en Lisa er de hand in hadden gehad. Zij zouden alle steenen zoekgemaakt heb ben." Mr. Hammer glimlachte en hield zijn hoofd een beetje scheef. ,,U vindt ze toch niet onaantrek kelijk, hoop ik, mr. Lake." „Neen," gaf Robert knorrig toe. „Zij maken me gek, zij maken me woedend, maar zij zijn beslist niet onaantrek kelijk." „Nu, kijk eens aan. En noemt u haar al bij de voornamen?" „Meteen al. Maar dat beteekent in dat huis niets." „Jij en jou in plaats van u?" „Nog niet." „Hm. Toch moet u het voordeel, dat u ze bij haar voornamen mag noemen, niet onderschatten. Had Ruth eenige belangstelling voor uw gezondheid?" „O, ja, ze heeft mijn bloeddruk ge meten. Maar als je niet minstens veertig hebt en dat zoo een paar dagen houdt, schenkt Ruth geen aandacht aan wat je scheelt." „En uw avonturen in het verre oosten?" „Dat interesseert ze geweldig. Dik wijls zeggen ze: „Nu, Robert, vertel me nu eens alles van je expeditie!" Maar dat zeggen ze alleen als ze weten, dat ik geen tijd heb, het ze te vertellen. Om u de waarheid te zeggen, mr. Hammer, ik geloof, dat Lisa zoowel als Ruth me als een vreeselijk oud man beschouwen. En dat is een houding, waar ik langzamer hand het land aan' krijg." „Goed, goed!" Mr. Hammer knikte. „Een beetje wrok zal uw temperatuur wat verhoogen." „Die hoeft niet hooger te worden," zei Robert stuurs. „Het is gewoonweg belachelijk, dat gedrag van die meisjes. Ik ben tweeëndertig, in den bloei van mijn leven. En zij doen, alsof. „Mijn beste mr. Lake," mr. Hammer lachte, „u bent niet in den bloei van uw leven, ik ben dat, u staat nog maar op den drempel. Aan den anderen kant begint u al flink oud te worden als u vergeten is, dat in de oogen van iemand van negentien of twintig een man van vijfentwintig al aardig begint af te takelen en een van dertig als een grijs aard beschouwd wordt. U bent dat toch niet vergeten, is het wel?" „Neen, dat niet." „En beseft u niet, dat een verliefd meisje vergeleken kan worden met een radiotoestel, dat maar één station kan ontvangen? Zij is afgestemd op die eene golflengte en elke storing wordt uit gebannen." „Maar wat geeft het dan of ik er al ben, als zij toch niet ontvankelijk is?" „Omdat, jonge man, er een tijd komt, waarop het station, om met de ver gelijking door te gaan, een bijzonder slecht programma uitzendt. Dan wordt de toestand plotseling anders. Het toe stel wordt dan weer gevoelig. Met an dere woorden, mr. Lake, Ruth opent plotseling haar oogen en vraagt zich af hoe het komt, dat ze u nog niet gezien heeft." „Zelfs al beschouwt ze me als een ouden man?" „Dat doet ze dan niet meer." „O! En wat moet ik doen als dat gebeurt?" „U blijft volkomen kalm en reageert in het minst niet." Ze hoestten niet zoo gauw! -Vf- „Fijn weer voor de Kerstvacantie jongens! We gaan glijen en schaat senrijden „Kinderen, onder het zanguur je hoest inhouden „Nu monden dicht builen in de kou. Anders liggen jullie met Kerstmis allemaal ziek in bed." „B\j ons thuis hoesten we niet zoo gauw, want Moeder geeft ons altijd Wybertjes meel" Wybert-tabletten beschermen de keel en voorkomen verkoudheid. Allem verkrijgbaar in origineele blauwe doozen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1940 | | pagina 28