BEROEMDE OPERAS
EN HAAR COMPONISTEN
Giacomo Puccirii 1854-1924
DOOR COR BACKERS
32
ET1 en van de markantste figuren
j in de operakunst na Richard
Wagner is wel de Italiaan
Giacomo Puccini, en zijn opera's La Bohème, Tosca
en Madame Butterfly behooren wel tot de meest
geliefde werken van het gangbare opera-repertoire.
Om het karakter van Puccini's
werken beter te kunnen bepalen,
moeten we eerst op een belang
rijk feit wijzen, dat zich in de Italiaansche operacultuur
openbaarde als reactie op de door Wagner in zijn muziek
drama's gepropageerde ideeën. Dit is het zoogenaamde
Verisme, waaronder we in de
operakunst hebben te verstaan
de terugkeer tot en de behande
ling van onderwerpen uit het
dagelijksche leven zelf, liefst door
trokken van een felle dramatiek
en hartstochtelijke be
wogenheid, waardoor
sterke tegenstellingen in de uitbeelding mogelijk zijn.
Tot de eerste werken in dezen stijl behooren de ons allen over
bekende opera's Cavaleria Rusticana van Mascagni en de Bajazzo
van Leoncavallo, terwijl de opera-composities van Puccini de vol
making van dit genre beteekenen, hoewel hij zelf beweerde, geen
„verist" te zijn. De kenmerkende eigenschappen van dien stijl,
o.a. sensatiezucht en sentimentaliteit, drukken echter zoozeer hun
stempel op verschillende deelen van zijn operamuziek, dat men hem
moeilijk anders zou kunnen noemen.
In zijn opera La Bohème, een meesterwerk, openbaart hij zich
als een componist, die over een rijke verbeelding, een groote uit
drukkingskracht en een melodische begaafdheid beschikt als weinigen.
Vooral zijn melos bezit die typische zuidelijk-zonnige warmte, welke
zoo eigen is aan de toonkunstenaars uit het land van zonnebrand
en azuren luchten, fantastische ideeën en droomende legenden. Ook
heeft hij een bijzondere gave voor het schrijven van muziek bij volks-
tafereelen, waarvan we o.a. een goed voorbeeld vinden in de groote
scène der 2e acte uit La Bohème. Van zijn groote gaven als muziek
dramatisch toondichter, hoewel niet in zulk een mate, getuigen ook
zijn opera's Manon Lescaut en Tosca.
De schepper van deze, over de geheele wereld graag geziene
opera's, werd 1858 te Lucea (Toscane) geboren. Zijn vader kwam
vroeg te sterven en voor den jongen, tot een groot gezin behoorende,
kon geen geld gemist worden om hem muziek te laten studeeren.
Door de hulpvaardigheid van een geestelijke, die hem pianoles gaf, was
Giacomo echter in de gelegenheid zich eenigszins in de toonkunst
te bekwamen. Eerst laat, hij was reeds twintig, besloot Puccini
musicus te worden, nadat hij Verdi's opera Aïda- gehoord had. Door
bemiddeling van een adellijke dame werd hem toen door de koningin
een toelage geschonken en kon hij zijn studies aan het conservatorium
te Milaan voortzetten, waar hij onder andere les kreeg van den
operacomponist Poncliielli.
Zijn opera's Le Villi (1883) en Edgar (1889), de eerstelingen
van een reeks succesrijke composities, vonden direct waardeering
en wisten zich gedurende eenigen tijd op het repertoire te hand
haven. Al was dit niet van langen duur, de financieele
voordeelen waren toch van dien aard, dat hij rustig kon
voortwerken aan de opera Manon Lescaut (1893). Deze
compositie werd een repertoirestuk en zijn naam als opera
componist was hiermede voorgoed gevestigd.
Door La Bohème (1896) en Tosca (1900) verwierf
Puccini zich een wereldnaam, maar door zijn over
gevoelige natuur en dikwijls optredende zwaar
moedigheid voelde hij zich nooit werkelijk gelukkig
en drukte hem de roem als een zware last terneer.
Tijdens het componeeren van de opera Madame
Butterfly overkwam hem een auto-ongeluk,
maar door zijn wilskracht voltooide hij, door
hevige pijnen gekweld, toch de partituur. Toen
nu dit werk voor 't eerst ter opvoering kwam
(1904) gij zult er misschien vreemd van
opkijken werd het uitgefloten en dit was
voor Puccini een zeer groote teleurstelling.
Het fijne werk, La Rondine, dat hij op uit-
noodiging voor de opera te Weenen
schreef, is hier te lande helaas onbe
kend. Puccini begon deze compositie
in 1914 en toen de oorlog uitbrak,
was hij om bepaalde redenen gedwon
gen het contract te verbreken. Eerst
in 1917 vond te Monte Carlo de
première van La Rondine plaats.
De kerkscène uit de eerste acte
van de opera „Tosca": de schil
der Cavaradossi betuigt Tosca
zijn liede.