Rheumatiek KRUSCHEN EDELEN EN RIDDERS Niet zonder reden noemt men Bheu- matiek een rampspoed, waaronderin ons land ontelbare mannen en vrou wen gebukt gaan. Onbeschrijfelijk zijn de pijnen, ondraaglijk de lasten, die Rheumatiek al aandemenschheid gebracht heeft. - Want nog afgezien van de pijnen zelf, gaan er zoovelen ten onder aan de gevolgen, worden heele families het slachtoffer, omdat de onm acht tot het verrichten van het dagelijksch werk het vaders onmoge lijk maakt hun dagtaak te verrichten worden moeders aan hun stoel of bed gekluisterd, omdat aangetaste lede maten. krachteloos en als het ware verlamd, ieder werk weigeren. Koud, guur weer, regen en wind, vochtige woningen en allerlei oorzaken meer, kunnen leiden tot aanvallen van Rheumatische pijnen. Maar de grond oorzaak is altijd onzuiver bloed. - Schadelijke zuren, die niet behoorlijk door het lichaam worden afgevoerd, die zich ophoopen en vastzetten in spieren, spierweefsels en gewrichten, die zijn de eigenlijke oorzaak van Uw snerpende Rheumatische pijnen. Daarom moet ge Kruschen nemen. - Dit heilzame middel, dat reeds zoo onnoemelijk vele lijders aan Rheuma tiek van hun pijnen verlost heeft, zal ook Uw bloed zuiveren en zoodoende de oorzaak wegnemen van Uw lasten en pijn. Bij apoth. en drog. 1.47, 0.76, 0.41 p. fl. incl. O.B en tóch midden in het volle leven De Siemens PHONOPHOOR geeft bij elke graad van slecht- hoorendheid de juiste versterking van het geluid. Ook in Uw geval I Keuze uit 21 ver schillende typen. Vraagt een demonstratie of gratis brochure P.K. aan de N.V. ALMARA Rokin 86 AMSTERDAM-C. Vervolg van blz. 15 Zij was niet bang voor bacillen! zich het eigenlijke kasteel, met den zwaren toren, de donjon, die als laatste wijkplaats moet dienen, in het midden. De grootste zaal in het kasteel.de ridder zaal, was de gewone verblijfplaats voor de adellijke familie. De ridder was grootgrondbezitter. Zijn grond liet hij door hoorigen be werken. Zij moesten zorgen, dat tegen het begin van het kwade seizoen de groote schuren op het buitenhof tot de nok toe gevuld waren. De ridder hield eenig toezicht op zijn grootbedrijf, maar het grootste deel van zijn tijd besteedde hij aan oorlog, jacht en steekspel. De winter was voor hem een vervelende tijd. De wegen waren onbe gaanbaar en in plassen en modder poelen veranderd. De edele kunst van lezen verstond de ridder niet. Hij trachtte den tijd te dooden met scha ken, kaarten en dobbelen, 't Was dikwijls een uitkomst, als een rond trekkende zanger de poort van het kasteel binnentrad. Hij bracht nieuws mee van andere kasteelen, hij reciteerde mooie verzen, die den lof bezongen van den grooten keizer Karei en zijn pala dijnen, terwijl hij zich met de luit be geleidde. Wekenlang bleef hij een zeer geziene gast en ongaarne zag men hem ten slotte vertrekken. Een eigenaardige opvatting van hun ridderplicht hadden de roofridders. Enkele van hun roofnesten stonden in de buurt van den Gelderschen IJsel. Ze waren een groote plaag voor den koop man. een sterke belemmering voor den handel. Berucht was in de veertiende eeuw Zweder van Voorst, die op een goeden dag zeventig burgers van Zwolle als gevangenen meenam naar zijn kasteel, het huis de Voorst, onder den rook van de stad gelegen. Hij hield zijn burcht, met dubbele grachten, met muren van 4 m dik en ruim 25 in hoog, voor onneembaar. Maar in 1361, na een beleg van vier maanden, moest hij zich overgeven aan den Utreehtschen bisschop. Het sterke kasteel werd tot den grond afgebroken. Werpen we nu, tot slot, nog een blik over ons land in deze eeuwen. In ver gelijking met vroegere jaren is Neder land heel wat beter bewoonbaar ge worden, vooral de lage helft. Dat is te danken aan onze dijken, die omstreeks het jaar 1000 overal in den lande, waar het noodig is, worden opgeworpen. Het waren natuurlijk nog niet de ge weldige bouwsels van den tegenwoordi- gen tijd, maar toch konden zij, vooral gedurende de eerste eeuwen, tamelijk goed tegenstand bieden aan de kracht der golven. De graven steunden de be volking bij den dijkbouw. Strenge straf fen werden uitgevaardigd tegen hen, die den dijk op de een of andere manier beschadigden. Maakt iemand een gat in den dijk, zoo luidt een oude verordening, dan zal men hem in datzelfde gat levend begraven! Niet alleen verdedigt men het land tegen den w aterwolf, men durft hem ook aanvallen. Buitendijksche gronden worden door een kade omringd, eilan den en platen verbindt- men door een dijk met het vaste land; de Friezen dij ken de heele Middelzee in. Men had de gewoonte, om bij winning van een nieuw stuk land den ouden dijk,den middeldijk, dien men niet meer noodig had, af te graven. Maar brak de nieuwe dijk door, dan was de ellende niet te overzien. De graven verboden daarom het afgraven van deze oude dijken. Natuurlijk is er naast landwinst ook landverlies te hoe ken. In de eerste plaats heeft de mensch actief meegewerkt door veenbaggeren, waardoor talrijke meren ontstonden, en door het selbernen. Dit is een oud en eerwaardig bedrijf, dat vooral in Zeeland werd uitgeoefend. Men "graaft het veen, dat met zoutwater doortrokken is, uit den grond, 't Veen wordt gedroogd en dan verbrand. „De asschen van desen verbranden Darinck turf) heeft dien van Zee- landt eertijds de Soutneringhe ende groote rijckdom ghegeven. Want dese asschen tot Zierickzee ende elders in de Soutketens gebracht, besprengt werden met zee ofte soudtwater, gaf uit zich schoon wit ende blinckendt soudt." Nu bevond het zoutrijke veen zich vooral aan den binnen- en buitenkant van den dijk. Die grond immers was 't langst met zeewater in aanraking geweest. Maar door het weggraven ontstonden aan beide zijden van den dijk gevaarlijke putten, die den dijkvoet ondermijnden. Reeds in de dertiende eeuw vaardigt de graaf een verordening uit, waarbij het gebied aan weerszijden van den dijk, de zgn. avelinge, tot verboden terrein werd verklaard. Een tweede oorzaak, waar de mensch geheel buiten staat, is de steeds voort gaande daling van onzen bodem. Dit verschijnsel, in verband met onze nog zwakke dijken zonder beschoeiing met palen of keien, heeft meegewerkt aan 't ontstaan van den beruchten Sint- Elizabethsvloed van 18 op 19 November 1421, waardoor de Biesbosch ontstond. Meer dan honderdduizend menschen verloren hierbij het leven. De Zuiderzee heeft zoo ongeveer den vorm gekregen, dien ze eeuwen lang behouden zal. In 't oosten en zuiden van ons land zijn veel bossehen gerooid en is de oppervlakte bouwland toegenomen. In Holland ont staat het zoo merkwaardige polderland. Om het water uit het laag gelegen land te houden, werden kleine stukjes door een dijk omringd. Binnen dien dijk wer den een paar slooten gegraven. Stonden die vol water, danschepte men het slootwater met hoosbakken op en wierp het over de dijk naar buiten. Stond in voor- en najaar het grootste deel van Holland, dat een diepe kom vormt, onder water, dan vormde zoo'n droog stukje grond a.h.w. een eilandje, een polle, zooals men vroeger zeide. Later komen er meer polders bij, de water molen doet nuttige diensten bij het ver wijderen van het overtollige vocht en aan het eind van den graventijd is ons mooie polderland, de trots van zijn be woners, een rijk gebied. En over ons heele land lagen ver spreid de kasteelen der edelen, de wo ningen der vrije boeren, de hutten van de hoorigen, de talrijke kloosters, waar van we slechts noemen de abdij van Egmond en het adellijke vrouwenkloos ter van Rijnsburg, benevens de opko mende steden. VVe kunnen ons voorstel len, dat de edelen, staande op de tinnen van hun kasteel, met geringschatting neerzagen op een nijver groepje burgers, die op een geschikte plaats, geschikt vooral voor den handel, hun houten hui zen gebouwd hadden, rondom het kerkje dat met zijn torentje in de lucht piekte. Toch zijn het deze poorters geweest, menschen van den derden stand, die in den loop van enkele eeuwen door hun macht en rijkdom den adel op den ach tergrond schuiven. W. W. REYS. De vaste klanten van het forensen- treintje kennen elkaar allemaal. Vervelend, dat U vanmorgen moest staan." „Oh, dat doet me niets, op kantoor zit ik toch al den h eelen dag ledereen in den trein is verkou den. Een rijdende bacillen-kwee- kerij gewoonweg ,,Dat doet me óók niets, want ik heb altijd Wybertjes bij me!" "''IF'.! Wybert tabletten bij wind, sneeuw of regen, houden de verkoudheid tegen. Alleen verkrijgbaar in origineele blauwe doozen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1940 | | pagina 18