Hef avontuurlijk leven van
H. SCHLIEMANN
In oud'Amsterdam, waar de jonge Schliemann woonde
VAM AMSTERDAMSCH KANTOORBEDIENDE
TOT SCHATGRAVER VAN DE WETENSCHAP
1 n de Raamskooi
1275'n steegje, dat
voor een goed deel
verdwenen is en,
waar zich nu het
Vijftig jaar geleden, op 26 December 1890,
stierf Heinrich Schliemann, de beroemde
archeoloog, wiens avontuurlijk leven en
opzienbarende ontdekkingen stof hebben
gegeven voor velerlei beschouwingen. On
danks het feit, dat hij dikwijls werd aan
gevallen door vakmenschen, ondanks het
feit ook dat hij zich wel eens vergiste, blijft
Schliemann de baanbreker der moderne
oudheidkunde, die zijn roeping vond na
een veelbewogen bestaan als groothan
delaar en bankier. Zijn carrière begon in
Amsterdam en onwillekeurig stelt men de
vraag: hoe zou het leven van Heinrich
Schliemann, den kajuitsjongen van de Ham
burger brik Dorothea, verloopen zijn, als
het schip niet in den nacht van 11 op 12
December van het jaar 1841 bij Texel op
de Eijerlandsche gronden gestrand was
In Spanje is er nog steeds burgeroorlog,
koningin Marie Christine heeft afstand van
den troon gedaan en is naar Frankrijk
gegaan, in Engeland is lord Peel minister
president geworden, in Opper-Silezië zijn
de wevers in opstand gekomen, daar ze
door de nieuwe machines broodeloos ge
maakt zijn.
Bij het ontbijt leest de Amsterdammer
deze verschillende nieuwstijdingen, de mees
ten zullen het kleine bericht over de stran
ding van de Dorothea niet eens opmerken.
Zelfs de bewoners van het eiland Texel
hebben deze schipbreuk misschien op den
dag, waarop de Amsterdammers er over
lezen, vergeten. Zij
De schipbreuk van de Dorothea
ecember van het jaar 1841 is
i ruw en stormachtig. Toch zijn
er niet veel schipbreuken, die
W overigens altijd om dezen tijd
van 't jaar op de Hollandsche
kust. voorkomen, niet meer
dan gewoonlijk ten minste en er vindt nergens 'n
werkelijke catastrophe plaats. De kranten hebben
niets bijzonders te melden. Onder de rubriek Scheeps
tijdingen, een gewone dagelijksche rubriek dus, tus-
schen de berichten over vertrekkende en binnen-
loopende schepen, kan men op 15December 1841 in het
Algemeen Handelsblad, onder de beschrijving van
een schipbreuk bij Cherbourg, het volgende lezen:
Texel, 13 December.
De Hamburger luik Dorothea, kapitein Simonsen,
van Hamburg n. Laguayra, is gisterennacht, na
hevige stormen doorgestaan te hebben, in de
Eijerlandsche gronden gestrand; hetzelve zit zeer
gevaarlijk en zal geheel weg zijn, de equipage is
gered en op Eijerland aangekomen, van de lading
z*l me' zoo veel mogelijk trachten te bergen.
hebben meer en
vreeselijker dingen
voor hun kust meegemaakt.
Alleen de kajuitsjongen van
de Dorothea staat wellicht
nog in het brandpunt van
'n zekere belangstelling, niet
omdat tijdens zijn redding
beide voortanden gebroken
zijn of omdat hij over zijn
geheele lijf met schrammen
en lichte wonden bedekt is,
maar omdat hij als eenige
het geluk had, dat enkele
uren na het vergaan van de
brik een hooge golf een en
kelen koffer aanspoelde. En
zoo was dan de kajuitsjon
gen, een domineeszoon uit
het Mecklenburgsche dorp
Ankershagen, als eenige van
de bemanning weer in het
bezit van zijn geringe eigen
dommen gekomen.
Maar een schipbreuk is
een schipbreuk, ook wan
neer het betrekkelijk goed afloopt en de kajuits
jongen zit met ingetrokken beenen en armen voor
het haardvuur in een visschershut op Texel en kan
niet goed verwerken wat er allemaal met hem ge
beurd is. Was het een droom, het vreeselijk gekraak
van het schip, de scheepsklok, die spookachtig
luidde, de hemel als een reusachtige zwarte wolk,
het ontzettend en dreunend geluid van de brekende
balken en daarna de val in den natten afgrond, vier
uur, naar zijn gevoel een eeuwigheid, als een plank-
op de golven te worden voortgedreven, en
ten slotte grond onder de voeten, de zandbank, de
redding.
,,U gaat natuurlijk ook mee naar Hamburg terug,
de kapitein heeft de passage al, ook voor u, jonge
man."
„Neen, mijnheer,
ik ga niet terug,
ik moet naar La
guayra!"
De heer Sonder-
dorp, consul voor
Pruisen op Texel,
glimlacht eenigs-
zins uit de hoog
te: „U moet toch
weten, dat dat
niet meer gaal
De Dorothea is 'n
wrak!"
De kajuitsjon
gen van de Do
rothea schudt zijn
hoofd: „Ik denk
er niet aan, naar
Hamburg terug te
gaan, dan blijf ik
in Amsterdam!"
Zoo zag H. Schlie
mann er uit toen hij
het tot grooten wel
stand had gebracht.
qvan „„.v
landschen Lloyd be
vindt, woonde
Schliemann bij
vrouw GraalmanOp
den achtergrond (le
M artelaa rsgracht