BEROEMDE OPERA'S EN HAAR COMPONISTEN Giacomo Puccini (1854-1924) 'il 1 DOOR COR BACKERS S'èp iu Puccini's latere werken. Madame Butterfly, La Fanciulla del West, II Trittico en Turandot, vertoonen impressionisti sche invloeden, vooral in het harmonisch beeld en de instrumentatie. Dit verklaart ook ten deele de reden waarom zijn Butterfly bij de première geen succes behaalde. Waarschijnlijk was het werk te modern voor het toenmalige Italiaansche operapubliek, al schreef men het fiasco aan geheel andere oorzaken toe. In Madame Butterfly heeft de compo nist een ruim gebruik gemaakt van Japan- sche melodieën, en al zijn de drama tische hoogtepunten speci fiek Italiaansch, het Japan- sche karakter blijft muzikaal steeds gehandhaafd Toen Puccini te Londen het gelijk- indruk dellijk namige tooneelstuk ervan had bijgewoond, maakte de liefdestragedie van de arme Japansche geisha, die door den Amerikaan- schen zeeofficier Pinker- ton bedrogen wordt, zoo'n op hem dat hij onmid- besloot, bij dit gegeven muziek te componeeren. Wat bijzonder in Madame Butterfly opvalt, is de muzikaal scherpe karakterteekening van de dramatis personae, waarvan het duet tusschen den luchthartigen Pinkerton en den ernstigen Amerikaan- schen gezant Sharpless een goed beeld geeft (eerste acte). Een groote charme gaat ook uit van het koor „Ka mi! O, Kami! Laat ons drin ken op het geluk van het jonge paar", waarmede het ver opera Madame Butterfly Butterfly brengt den nacht door met wachten op haar geliefde Pinkerton. Uit de derde acte van de

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1940 | | pagina 8