CHRL
Het hoogtepunt van
middeleeuw sche
edels meedhuns t
laus k
tllgCV
'rijn
Itezitten. Meester Nïk(
len rijn werk hebbent
reeds aan *t Maria»
Witte, één der beste 1 enner
het gouden schrijn, lljenter
K oningen -plastieken j aar
tot 1205 te boeken li ebben
vervaardiging der fudged
Otto waarschijnlijk i de
Op zichzelf genonJ,, had
een Keulscli meester ifeinai
volgens <le oorkonden in de
een groot aantal (>eken
was. Vooral was liet de ti
digen van zulke sclirjjnen
beid der edelsmeden was,
vraag samenhangt, eoi vra
uit den toevloed vannslikwi
Konstantinopel en dm Orii
der kruistochten, waarin
morgenland mcehrac Wen,
Ohiistus' omwandeling op
daar deze relikwieën niet al
eering waren, maar nok vc
maakten op bijzonder kost
omhulsels, stelt mei a ooi
mate bevruchtend <jp <1<
kunsten de kruistee! iten
ingewerkt.
In dien tijd was er aan
groot aantal waardevolle r<
valt af te leiden, dat er
kloosters als in de nteder
werkplaatsen te vindtn war
kerkelijke kunstwerken is
den omtrek van Keulen z
schrijnen 't. Sint Victqrschri
schrijn te Deutz, het Sint
en 't Sint Aetheriustthrijn
te Keulen. Bij al deze Sc
autoriteiten zonder tsijfel n
hulpen. De samenwerking
ken kunstenaars moet ceker
bij overlevering bekend is,
aan 't eind hunner ectieppii
aannamen en zich gdieel
wijdden." Het gildereglei
goudsmeden had nog in 't 1
't merkwaardig voorschrift
geen koper verwerkt moch
't voor den dienst van Got
Het beroemde Drie - koningen -schrijn ook wel genoem d het gowden schrijn, dat bewaard wordt in de schatkamer van het Aartsbisdom
Keulen in den Dom, (Foto's Stapt)
e dom van
t Keulen, dit
wonderwerk
/van een vro-
me bouw- en
beeldhouw
kunst, is niet slechts door zijn
buitenzijde en ook niet louter door
zijn interieur, 't koor en 't schip,
verbazingwekkend. Hij herltergt
ook een reeks sacrale voorwerpen
van hooge waarde, en om deze heen vormt de l>ouw met zijn
wanden, vensters en hoog-oprjjzende pilaren, in zekeren zin slechts
't omsluitend en beschuttend hulsel. In dezen dom, en wel daar,
waar zijn inwendigste plek is, treft men een aan 't aartsbis
dom toebehoorende schatkamer, en daarin bevinden zicli o.a.
even kostbare als uit kunstzinnig oogpunt beteekenisvolle wer
ken. Eén der voornaamste werken van de nederrijnsche. edelsmeed
kunst in romaanschen stijl, dat is het schrijn der heilige Drie
Koningen, of, zooals 't om zijn pracht heet, en ook om het ge
bruikte metaal het gouden schrijn. Het relikwiekastje bevat
de gebeenten van de heilige Drie Koningen, welke in het
jaar 1164 door den Keulschen aartsbisschop Reinald van Dassel
als buit uit den zwaren strijd tegen 't opstandige Milaan naar
huis gebracht werden. Na den dood van Reinald van Dassel,
die een der krachtigste kerkvorsten was, die *t Rijnland ooit
gekend heeft, en die met het overbrengen der relikwieën der
Drie Koningen aan de stad Keulen een huitengewouen roem
verleende, begint 1171 zijn opvol
ger, l'hilipp von Ileinslterg, geld
in te zamelen om voor de geiteen-
ten der Drie Koningen uit het
morgenland een hun waardig om
hulsel, een schrijn te laten maken.
Het schrijn werd vervaardigd en
daarin werden omstreeks 1180 de
gebeenten gelegd. Betreffende deze
nederlegging is een, in twee gelijk
luidende opstellingen,op perkament
geschreven bericht gemaakt, waarvan het ééne exemplaar
in het Rijksarchief te 's-Oravenhage bewaard wordt. Volgens
de aanteekeningen van den kroniekschrijver Crombach, uit de
zeventiende eeuw, heeft het schrijn niet. ineens zijn definitieven
vorm gekregen, veeleer zijn de sierende figuren eerst beetje
bij l>eetje aangebracht. Zoo gaf bijvoorbeeld keizer Otto «le
Vierde, wiens afbeelding men onder de op het schrijn aan
gebrachte gestaltenreeksen vindt, goudplaten voor de voorzijde
ten geschenke, welke vervaardiging men in de jaren 1198-1206
dateeren moet.
Het schrijn is door een edelsmid gemaakt, wiens naam niet.
geheel vaststaat. De kunstwetenschap is de meening toegedaan,
dat het werk geschapen werd door den in zijn tijd hcroemdeu
meester Nikolaus van Verdun, die in 't jaar 1181 de
preekstoelpaneelen in Klosterneuburg bij Weeuen voltooide,
welke paneelen, wat de geëmailleerde figuren betreft, met de
plastieken van het schrijn een opvallende verwantschap