den nood FELIX HAMMER: Redder* in E N C E K I R K DOOR LAUR 18 KORTE INHOUD. Sir Humphrey Seymour ontvangt in Afrika van z'n vrouw Carlotta te Londen een tele- 2 er ram, waarin hem verzocht wordt onmiddellijk over 2 te komen, daar z'n dochters Lisa en Ruth onhandelbaar 2 2 geworden zijn en zich met een paar onmogelijke jonge- 2 2 lieden verloofd hebben. Per vliegtuig vertrekt hij naar 5 2 Croydon, waar hij door Lisa wordt afgehaald. Opge- 2 2 wonden stelt z'n vrouw hem van den toestand op de 2 2 hoogte: Ruth is verloofd met Stevan Voroski, een 2 2 Russischen prins, die als kellner in z'n levensonderhoud 2 Z voorziet, en Lisa met een zekeren Albert Blain, een 2 Z beroepsvoetballer. Hoewel z'n vrouw erg met den Z 2 Russischen prins ingenomen schijnt te zijn, is sir Z Z Humphrey op deze verlovingen allesbehalve gesteld. Z Z Op aanraden van z'n vriend, lord Ayloner, stelt hij zich Z Z in verbinding met Felix Hammer, een ..huwelijks- 2 Z makelaar". Albert heeft 'n onderhoud met sir Hum- Z phrey. HU vertelt hem, dat hy 's zomers voor ingenieur Z Z studeert en binnenkort z'n examen hoopt te doen. 2 Sir Humphrey verbiedt hem met Lisa te trouwen. In Z Z een Russisch restaurant wordt sir Humphrey door Z 2 Stevan bediend. Hij vindt den man onuitstaanbaar 2 Z en besluit Felix Hammer te raadplegen. Hammer zal 2 Z den volgenden dag op een cocktail-partü, welke door Z 2 Carlotta gegeven wordt, aanwezig zijn, om Humphrey's 2 dochters nader te leeren kennen. Na afloop hiervan 2 2 dringt sir Humphrey er bU mr. Hammer op aan, 2 2 vooral den omgang tusschen Ruth en Stevan spoedig 2 2 te beëindigen. In een restaurant, waar mr. Hammer 2 2 dagelijks pleegt te dineeren, treft hy iemand, die hem 2 2 de geschikte persoon lijkt voor z'n plannen. Robert 2 2 Lake, een zoöloog, die te Londen zijn vacantie door- 2 2 brengt, gaat op z'n voorstellen in. HU verblyft 2 2 bij de familie Seymour en maakt kennis met Albert 2 2 en Stevan de laatste maakt op hem een zeer on- 2 2 sympathieken indruk. Beide meisjes toonen aanvan- 2 2 kelUk heel weinig belangstelling voor den gast, doch 2 2 na eenige weken zoekt Lisa opmerkelUk veel zijn 2 2 gezelschap. Zy tracht hem te bewegen opnieuw een 2 2 expeditie uit te rusten om met haar in China panda's 2 2 (een soort beer) levend te vangen. 2 We hoeven er nu niets meer over te zeggen," zei Lisa vol vertrouwen, „ik denk, dat je het een prachtig denkbeeld zult vinden als je er maar eenmaal aan gewend geraakt bent. Ten slotte zal het erg plezierig voor je zijn als je een goede keukenmeid bij je hebt. Je werd den vorigen keer immers ziek van de slechte voedingf' „Hm, ja," mompelde Robert. „Maar zie je niet een paar dingen over het hoofd! Albert bijvoorbeeld, om van je moeder nog maar niet eens te spreken." „Het zal Carlotta niets kunnen schelen. Zij is op je gesteld." „Maar Albert dan!" „O, Albert begrijpt bet vast wel. We zouden toch vooreerst niet trouwen en dit is dan een goede manier om dien akeligen tijd van wachten door te komen. Weet je, Albert moet erg hard werken om—zijn examens te kunnen doen. Dat zal hem veel gemak kelijker vallen als ik een tijdje wegga." Robert glimlachte bij zichzelf. Het was wonderlijk, hoe goed alles geregeld kon worden als Lisa haar zinnen ergens op gezet had. „Waarom lach jet" vroeg zij. „Ik meen het ernstig. Ik zie niet in, waarom je zou lachen." „Het spijt me," zei Robert. „Maar ik ben er niet heelemaal van overtuigd, dat Albert de zaak van dien kant zal beschouwen." „O, ja, dat zal hij zeker, als ik hem duidelijk ge maakt heb, dat het een zuiver zakelijke afspraak is. Hij heeft me vaak genoeg gezegd, dat ik nog nooit iets ondervonden heb in het leven en ik geloof, dat hij gelijk heeft. Ik heb wat ondervinding noodig. En ik zal heel wat ondervinding opgedaan hebben als ik dit alles meegemaakt heb." „Dat zal ik ook!" mopperde Robert bij zichzelf en vervolgde luid: „Besef je wel wat voor een soort ondervinding je dan te wachten staat, Lisa! Ongedierte. Beten van wilde beesten. Wonden, die misschien nooit meer helen. Geen kapper. Geen bad. Het is heusch niet zoo'n aanlokkelijk vooruitzicht." „Daar ben ik allemaal op voorbereid. Ik ben geen kind, geen arme, zwakke vrouw of zooiets dergelijks. Ik ben taai. En ik kan ontberingen waarschijnlijk beter verdragen dan jij." Robert glimlachte weer, toen hij dit aanbiddelijke toonbeeld van taaiheid zoo naast zich zag zitten. „Ik twijfel niet aan je uithoudingsvermogen," zei hij beleefd. „Maar ik denk, dat er nog een bezwaar is. En een heel ernstig.". „Wat is dat?" „Je bent veel te mooi, Lisa. Misschien kan ik die zakelijke afspraak op den duur niet nakomen." Lisa lachte vroolijk. „Wat een onzin," zei ze. „Je bent immers niet op me verliefd. Je vindt me wel aardig, maar je hebt medelijden met den man waar ik mee trouw. Als je op iemand verlief bent, ben je het op Ruth en dat is nog een reden waarom je hier gauw vandaan moest gaan. Ruth is een schat, maar haar eerste ver loving is fnuikend voor den man, dien ze daarvoor uitkiest. Je kunt haar veel beter aan Stevan over laten en tegen den tijd, dat we terugkomen, zal ze dan wel verstandig zijn en heel graag met jov trouwen." ,Xisa, Lisa! Maar dat is wel een heel berekenend voorstel." „Dat vind ik niet. Dat is eenvoudig gezond ver stand." Robert vertrok even zijn gezicht en stond op. „Je hebt de zaak inderdaad van alle kanten be keken," mompelde hij. „Ik heb getracht met alles en met iedereen reke ning te honden," zei Lisa onbewogen. „Ik ben er zeker van, dat je dat gedaan hebt," glimlachte Robert. „Het eenige wat je nog niet ge daan hebt, is de werkelijke reden opgeven waarom je je in dit krankzinnige avontuur wilt storten." „Ik begrijp je niet, Robert. Wat bedoel je?" „Laten we aannemen, dat we een kleine panda vinden. Wat moeten we er dan meedoen! Hem aan den dierentuin verkoopen om onze kosten goed te maken?" „Neen, dat zou jammer zijn. Zij hebben er toch niet nog één noodig, is het wel?" „Maar wie zou hem dan willen hebben?" Lisa keek hem lang niet op haar gemak aan en ant woordde niet. Robert stond "op, stak zijn beide han den uit en trok haar omhoog. „Je bent een schat van een meisje, Lisa," zei hij kalm. „Maar je hebt gelijk. Ik heb medelijden met den man waar je mee trouwt, ik heb erg medelijden met hem." „Ik zie niet in, waarom ik niet een panda zou mogen hebben," zei Lisa klagend. „Het is jouw schuld, dat je me er heen gebracht hebt." „Ik neem onmiddellijk aan, dat het mijn schuld is. Maar jij bent in staat, Albert en je moeder en Ruth en mij, om nog niet te spreken van je onvergankelijke liefde voor Pamela, op te offeren, alleen omdat je verleid bent door de lustelooze zwarte oogen van een panda. Je moest je schamen, Lisa, werkelijk schamen." Lisa richtte zich op en keek hem vol waardigheid aan. „Ik schaam me heelemaal niet," zei ze. „Ik vraag niet om diamanten of parels. Ik wil een panda hebben en ik krijg er een en ik offer niemand op. En als jij me niet wilt helpen '11 panda te vinden, dan vind ik wel iemand, die dat wel wil." Zij zweeg een seconde, staarde hem aan, deed een stap vooruit, sloeg haar armen om zijn hals en gaf hem een zoen. „Maar ik denk, dat je me wel zult willen helpen," zei ze vleiend, „als je tijd gehad hebt om er over 11a te denken. Goeden nacht, Robert. Wel te rusten." Maar Robert rustte niet wel. Hij droomde, dat hij en Lisa op een open plek in de jungle een soort Apachendans uitvoerden, terwijl een groot gezelschap van panda's zat toe te kijken en in hun zwarte hand jes klapten. ACHTTIENDE HOOFDSTUK Bij het ontbijt den volgenden morgen was er een brief voor Robert van mr. Hammer. Op ongewoon koelen toon vroeg deze heer hem, op zijn kantoor te willen komen. Robert was er niet erg op gesteld, den heer Hammer juist nu te ontmoeten, maar hij had althans een verontschuldiging om dien ochtend niet met Lisa uit te hoeven gaan. Lisa was heel opgewekt en heel vroeg beneden gekomen en begon meteen over de soort tent te spreken, die zy het liefst zou willen hebben voor de panda-jacht, alsof Robert reeds in alles had toegestemd. Zij hield op, toen Rutli met Stevan binnenkwam. Stevan kwam tegenwoordig dikwijls ontbijten en bleef dan de rest van den dag. Hij was zijn betrekking in de Prince Igor kwijt. Op gezegd, afgetreden of ontslagen. Robert wist niet precies wat de juiste benaming er voor was. Alles wat hij wist was, dat Stevan eeuwig scheen te zeuren, dat hij van weldadigheid leefde en dat Ruth hem zoo teeder verpleegde alsof hij longontsteking had op- geloopen. Carlotta kwam dien ochtend later. Robert ging in den salon kijken vlak voor hij uitging om te zien of zij daar was. Maar ze was er nog niet. Stevan was er wel en lag in zijn volle lengte op de sofa. in somber gepeins verzonken. Robert keek vol minachting naar hem en toen zag hij, dat Albert zich ook in de kamer bevond. Albert was een paar dagen in het noorden geweest en had hem aan de genade van Lisa over gelaten. Robert was oprecht verheugd, hem weer te zien. „Hallo, Albert," begon hij hartelijk. „Prettig gehad? Ik ben bljj, dat je er weer bent." „Zoo, ben je datvroeg Albert op onlieilspellenden toon. „Natuurlijk ben ik dat," vervolgde Robert zonder iets te vermoeden. „Ik zie je aanstonds nog wel. Ik moet nu weg." „Dat moet je niet." „Wét zeg je!" „Ik zeg, dat je niet moet. Ik ben hier speciaal gekomen om met je te praten." Robert staarde hem aan, alsof hij het in Keulen hoorde donderen. Albert was achter hem langs ge- loopen en had de deur gesloten. Hij stond nu voor hem met een uitdrukking op zijn gezicht, die Robert in het geheel niet beviel. „Is er iets aan de hand?" vroeg hij. „Dat moest je wel weten," zei Albert kwaad. „Maar ik weet het niet." Robert werd eveneens boos. „Als ik iets gedaan heb, dat je niet bevalt, waarom zeg je me dan niet wat het is?" „Dat ben ik wel degelijk van plan!" Albert deed een stap vooruit. „Ik verdraag niet, dat een ander zich met mijn meisje bemoeit." „Kom, kom, beheersch je," zei Robert op luch- tigen toon. „Je verwacht toch niet, dat Lisa je per missie vraagt als ze eens uit wil gaan, is het wel?" „Je hebt net gedaan alsof je een vriend van me was," vervolgde Albert, klaarblijkelijk woedend. „Maar op het oogenblik, dat ik mij omgedraaid heb, doe je moeite, mij mijn meisje af te troggelen." „Nou breekt mijn klomp. Ik ben tweemaal met Lisa naar een schouwburg geweest en eenmaal naar den dierentuin. Dat is alles. O, neen. nog eenmaal naar de kunstijsbaan." „O, is dat alles? En de expeditie dan, die je van plan bent met haar op touw te zetten?" Dit maakte Robert verlegen. Hij zwaaide even op zijn beenen, alsof hij een klap gekregen had. „Wat?" hijgde hij. „Heeft Lisa je gezegd, dat ik haar voor gesteld had, samen op expeditie te gaan?" „Ze heeft het me geschreven. Zij schreef, dat ze besloten had met jou naar China te gaan, omdat dit een goeden invloed zou hebben op de vorming van haar karakter." „Hoe is het mogelijk! Wanneer heb je dien brief ontvangen?" „Gisterochtend. Toen wist ik wat er aan de hand was." „Hm, dat wist je ten minste eerder dan ik. Mij heeft ze het pas gisteravond gezegd." Een oogenblik zwegen zij beiden. Zij stonden elkaar als kwade honden aan te kijken. „Je hebt je heelemaal in de situatie vergist," zei Robert ten slotte. „Ik ben nooit van plan geweest.. „Het heeft geen zin me iets voor te liegen," viel Albert hem in de rede. „Ik ben vastbesloten."

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 18