'n KOU of GRIEP Liefde boven Eerzucht 'Wat' votgt' op die KeeCpyn UEn,EEBZBCHt „Goed, jij bent dus vastbesloten. Wat ga je dan doen!" „Of je verlaat onmiddellijk dit huis en laat Lisa met rust of anders...." „Of anders? Ga verder, wat doe je in het tegengestelde geval!" „Of ik sla. je je hart uit je lijf en wel hier en meteen." Albert kwam al op hem toe. Robert trachtte hem weg te duwen. „Kom, kom, beheersch je, Albert!" riep hij uit. „Je kunt hier geen vechtpartij beginnen. Carlotta. „Ik kan overal vechten," antwoordde Albert. „Ik ben niet een fijne mijnheer zooals jij. Ik heb moeten vechten voor alles wat ik gekregen heb en ik ga voor Lisa vechten ook. Ik ben van plan, altijd voor Lisa te vechten om haar te houden." Zonder er nog doekjes om te winden haalde hij met zijn linkervuist naar Robert uit. Robert dook en de slag schampte af langs zijn schouder, maar door de haast, waarmee hij zich terug trok, viel hij over een voetenbankje en hierbij kwam zijn hoofd met 'n doffen slag terecht op den poot van een zware, notenhouten schrijftafel. In dit rumoer was Stevan kalm blijven liggen. Nu richtte hij zich echter moeizaam op en keek Robert twijfelend aan, terwijl deze, op zijn rug liggend, over zijn achter hoofd streek, doch een oogenblik later scheen de nakomeling der Voroski's geen belangstelling meer te hebben voor dit ruw en laag bij de grondsch gedoe, en sloot zijn oogen weer, alsof hij hoofd pijn had en niet gestoord wenschte te worden. Albert stond over Robert gebogen. „Sta op," zei hij heftig. „Sta op en vecht als een kerel." Robert begon te lachen. Hij kon het niet helpen. Het was te gek! Hij kon onmogelijk kwaad op Albert worden: die was zoo buiten zichzelf, dat hij niet wist wat hij deed. „Wat doe je als ik opsta?" vroeg Robert slim, nog steeds over zijn achter hoofd strijkend. „Dan sla ik je weer neer, natuurlijk." ,,I)ank je, dan blijf ik liever liggen. Neen, houd nu op, Albert. Je zult een man toch niet willen slaan, die al op den grond ligt? En ais je een oogenblik naar me luistert, dan kan ik je duidelijk maken, dat het volkomen onnoodig is." „Ik wil niet meer praten." „Maar luister dan! Luister! Luister! Lisa geeft geen snars om me, noch ik om haar. Als je het wilt weten: liet is Ruth, waar ik verliefd op ben." Dit bracht Stevan weer even tot leven. „Hoe durf je over mijn fiancee te spreken?" „Houd je stil!" zei Robert kortaf en Stevan ging weer liggen, met zijn hoofd naar den muur gekeerd. „Ik zou Lisa voor geen geld op een expeditie mee willen nemen," verklaarde Robert naar waarheid. „Het ging alles van haar uit. Alles' En ze wilde het ook niet, omdat ze mij zoo aardig vond. Dat kan ik je verzekeren. Wil je weten, wie werkelijk je medeminnaar is, Albert!" „Neen, dat wil ik niet. Ik geloof geen woord van wat je zegt." „Toch kun je het beter wel weten," vervolgde Robert vriendelijk. „Het is gebeurd, omdat Lisa een kleine panda wil hebben, mijn beste Albert. De panda is je medeminnaar, maar ik niet. Zij zou ons voor die panda wel op een veiling willen verkoopen en als het denk beeld je niet aanstaat om je liefde met een panda te deelen. dan zou ik die kwestie maar uitmaken met Lisa. Maar mij behoef je niet aan te pakken. Ik heb er niets mee uit te staan." „Ik ga er met Lisa over praten," zei Albert grimmig. „Goed, goed," Robert krabbelde weer voorzichtig overeind. „Houd een plaats vooraan voor me vrij als je dat kunt. Ik zal er plezier van hebben, na hetgeen ik heb meegemaakt.En als je me niet meer noodig hebt: ik heb helaas een afspraak. Goeden dag en sla niet alle meubels kapot." Robert liep in de richting van de deur, elk oogenblik een nieuwen aanval ver wachtend. Maar Albert stond alleen maar te brommen en Robert ging de ves tibule in, steeds de buil wrijvend, die al op zijn achterhoofd was opgekomen. Op de trap kwam hij Lisa tegen, die vroolijk bij twee treden tegelijk omlaag sprong. „Hallo! Je hoofd gestooten?" vroeg zij opgewekt. „Ja, dat heb ik, dank je voor de be langstelling," antwoordde Robert zuur. „En als ik jou was, zou ik de volgende paar uren den salon vermijden." „Waarom Is Stevan weer vervelend „Neen, Albert. Albert is een treetje lastig vanmorgen. Hij schijnt je zakelijke afspraken niet heelemaal te begrijpen." „Wat vreeselijk flauw van hem!" begon Lisa. Toen keek ze hem even scherp aan. „Robert, je bedoelt toch niet dat Albert. die buil?" „Ja, dat bedoel ik. Dat bedoel ik precies." „Arme RobertHet spijt me zoo dat was heel leelijk van Albert." „O, heb maar geen medelijden met mij, Lisa. Om je de waarheid te zeggen, geloof ik, dat jij de tweede op het lijstje bent. Zeg dus later niet, dat ik je niet gewaarschuwd heb." Lisa richtte zich op en zag er erg volwassen en dreigend uit. „Ik ben bang, dat ik nogal openhartig met Albert zal moeten praten." Robert grinnikte. Hij sloeg haar gade, terwijl ze statig en waardig de vestibule overstak, daarna liep hij langzaam de trap op en bleef over de balustrade geleund vol verwachting staan luisteren. Lisa betrad den salon en sloot de deur achter haar. Zij was van plan geweest, Albert ditmaal streng toe te spreken, maar er was iets in de uitdrukking van zijn gezicht, dat haar er toe bracht, het raadzamer te achten hem eerst een beetje te sussen. „Lieveling!" begon zij, alsof er niets gebeurd was. „Het is zoo heerlijk, je weer hier te hebben." „Ileusch?" Albert keek haar dreigend aan. „Natuurlijk, lieveling." Lisa kwam uitnoodigend op hem toe. „Geef je me geen zoen?" „Neen." Albert stond daar als een paaltje van ijs. „Niet voor je me gezegd hebt wat je met dien brief bedoelde, dien je me geschreven hebt." „Je bent in een vreemde stemming vanochtend, lieveling." „Let maar niet op mijn stemming. We moeten dit met elkaar bespreken en elkaar trachten te verstaan." Vervolg op blz. 24 Tol onze spijl moeien wij in verband mei organisatorische bepalingen mededeelen, dal de gralis ongevallenverzekering len behoeve van onze abonné's mei ingang van heden moei vervallen. Aankondiging hiervan geschiedI in verband mei arl. 9 der verzekeringsvoorwaarden. DE DIRECTIE Verzuimt niet dit boeiend geschreven verhaal te lezen. De roman verschijnt volgende week. Ver krijgbaar bij onze bijkantoren, bezorgers en agenten. WEES VERSTANDIG „AKKERTJES" voorko men het doorzetten van een kou of griep, die U onder de leden voelt. Wacht dus niet De nie uwste roman van de serie „Avonduur-lectuur" is een gevoelig verhaal van oprechte liefde, die het van eerzucht wint. 'n Vermaard kunst schilder, de weduwnaar Axel Lind- strom, voelt, dat hij ter wille van zijn twee kleine kinderen en ook ter wille van zijn eigen gemoedsrust moet her trouwen. Met twee jonge vrouwen komt hij in nauwer contact: de eene is knap maar eerzuchtig, de andere van uiter lijk onopvallend maar groot van hart.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 19