IALAADSCHE
WAPEASMEEDKIJAST
OP JAVA
(Archieffoto's)
Een verzameling in de fabriek
vervaardigde wapens.
Waar de geweren worden gemaakt.
In oude verscholen hoekjes tusschen de
kratonmuren van Solo en Djocja kimt
ge ze nog vinden, de echte Javaansche
wapensmeders en krissenmakers. Vaklui, wier over
grootvaders krissen maakten en wier achterklein-
zoons het eveneens zullen doen, tenzij Java van
de wereld verdwijnt. Kunstenaars in hun vak, maar
vasthoudend aan oude methodes, adat en overleve
ring. zelfs overnemend de onvolkomenheden van
het oude kunstwerk en blind en doof voor een
nieuwere techniek, waardoor ze hun arbeid op
gemakkelijker en eenvoudiger wijze zouden kunnen
verrichten.
Over deze „klassieke" kunstenaars, de wapen
smeden, wier beroep in de oude legenden van het
rijk Modjopait reeds wordt verheer
lijkt over deze klassieke kun
stenaars willen wij het hier thans
niet hebben, al zou er zeer veel van
te vertellen zijn.
Er zijn ook andere wapensmeden
op Java, vakmensclieu, die zich
meer op het practische leven hebben
ingesteld. En zulke vakmenschen
moeten we niet in Midden-Java
zoeken, maar in West-Java. De
Soendaneezen met hun meer dy
namisch temperament hechten
minder aan het oude en nemen dus
het nieuwe vlugger aau. Zij vinden
een kris prachtig en ze kunnen een
kunstig gesmeed en fraai geciseleerd
lemmet of een artistiek bewerkte
greep evengoed waardeeren als
hun Javaansche broeder maar ze
weten óók, dat je
er in de practijk
zoo weinig mee
kunt doen, tenzij
je er prijs op stelt
oude veeten met de
kris uit de wereld
te helpen en dat
is niet ongevaarlijk.
Maar de prac
tisehe Soendanees
heeft begrepen, dat
er met wapens, die
in het gewone leven
gebruikt worden,
veel meer te ver
dienen valt.
Het is in het
bijzonder de desa
Tjikeroeh, in het
regentschap Soe-
medang (Midden-
Priangan), waarde
wapenindustrie ge
bloeid heeft en nog
bloeit. Vroeger had
den de wapensme
den van dit plaatsje
zelfs in het leger
vermaardheid en
werden daar zelfs
geweren, die in den
inlandschen volks
mond nog steeds
den naam „snap
haan" dragen, in
reparatie gegeven.
En de klewangs (sabels) uit Tjikeroeh zijn nog bij de
inlandsche militairen en politieagenten in gebruik.
De foto's bij dit artikel geven van die inlandsche
wapenindustrie een beeld. Wie de groote wapen
fabrieken van Europa heeft gezien, zal bij een opper
vlakkige beschouwing niet zoo erg onder den indruk
komen van deze wapenfabriek. En toch wordt bij
nadere kennismaking de belangstelling grooter: een
belangstelling, die weldra in bewondering overgaat
bewondering voor wat die gewone Soendaneesche
arbeiders met de meest primitieve hulpmiddelen
weten te bereiken. De foto's zeggen iets van den
Een kijkje in de
inlandsche smederij.
arbeid in de inlandsche wapenfabriek. Op de staande
kiek valt bijvoorbeeld duidelijk de primitieve „blaas
balg" te onderscheiden (rechts op de foto). Het vuur
wordt op den grond aangelegd en (evenals in een
Europeesche smederij) heeft de inlandsche smid een
sterken luchtstroom noodig om dit vuur zóó fel en
heet te krijgen, dat het smeedstuk voldoende verhit
wordt. Daartoe neemt hij twee plm. één meter lange
cvlindervorrnige, uitgeholde boomstammen, waarin
zich een soort zuiger op en neer beweegt. Daardoor
ontwikkelt zich, onder die zuigers, een hooge lucht
druk. De samengeperste lucht wordt door een nauwe
opening naar buiten gedreven (door den druk van
den, nu gesloten, zuiger) en de uitstroomende lucht
blaast het vuurtje aan. Het is wel duidelijk, dat deze
met de hand bediende „luchtpompen" zeer ongere
geld werken, en dat daardoor het verhitten en het
smeden langer duurt. Maar in Indië schijnt tijd
geen geld te zijn. En de inlander, op zijn bamboe
stellage, die het instrument bedient -en z'n heele
leven waarschijnlijk niets anders doen zal, dan dit
gevalletje behandelen verveelt zich nooit. Hjj kan
zijn werk wel slapende af, en bereikt ten slotte een
technische vaardigheid, waardoor het ongeregelde in
den luchttoevoer tot een minimum wordt beperkt.
Maar bij de inlandsche wijze van smeden is het
langzaam verhitten niet heelemaal een bezwaar.
Men ontdekt op deze staande foto ook de kleine
aambeelden, waarop de wapens geslagen worden.
Het is er alles wel heel primitief en wie het inlandsche
fabrikaat ziet, verwondert er zich over, dat een der
gelijk resultaat werd bereikt.
Op de andere in de werkplaats genomen foto is
in beeld gebracht het maken van geweren. Natuurlijk
zijn die inlandsche „snaphanen" voor legerdoeleinden
ongeschikt, maar voor de jacht worden ze toch door
de inlanders nog wel gebruikt. Rechts op de foto een
zestal afgewerkte snaphanen; achter-links het be
werken (let op den man met de geweerkolf in de
hand); midden-achter; de wapenmeester, die het
afgewerkte wapen (den loop) keurt.
Op de derde foto: de inlandsche „directeur" met
z'n werklieden en een flinke verzameling wapens,
messen, klewangs enz., die in de fabriek zijn vervaar
digd en spoedig naar de bestellers zullen verzonden
worden. Want de desa Tjikeroeh, het Soendaneesche
Sheffield of Solingen, is in de geheele inlandsche
wereld bekend als de plaats, waar het beste Indische
wapentuig vandaan komt.