Terug in het kamp na een ochtend prac- tiseh werken. Werk in het bosch. (Eigen opnamen) Dan zijn er de interne vakken eerste hulp, hy giëne, zang, sport, tucht, tuchtrechten inwendige dienst, exercitie, etc. Ieder opleidings kamp heeft twee honderd bewoners en de dagindeeling is als volgt Kwart over zes réveille, daarna eten; van acht tot negen onderlinge voordrachten. Om negen uur vlaggen- parade, van negen tot één practiseh werken. Om 1.40 sport, om twee uur theorie, daarna volgt kampcorvée en eten. 's Avonds van zeven tot negén is verplichte eigen studie. Drie opzichters der Nederlandsche Heidemaatschappij treden op als leeraren voor het practiseh werken. De geest in de kampen is uitstekend, zooals dat ook past voor de toekomstige leiders van den arbeidsdienst. Uit den arbeidsdienst toch moet de „gemeenschapsmensch" worden gevormd, dit is: de goede staatsburger. De mensch, die zijn volk kent en liefheeft, zal bereid zijn, zich daar voor een offer te getroosten, het offer van een half jaar gezonden landarbeid, die, goed opgevat, een heilzamen invloed moet uitoefenen ook op zijn zieleleven en verstande lijke ontwikkeling. W. v. d. R. Va het practiseh werk. Terugkomst in het kamp. Bij het werk in het bosch moet flink worden aangepakt. koel en afwijzend tegenover elkaar staan, doch elkaar achten en waardeeren ongeacht rang, stand of godsdienst. Om als volk te kunnen blijven voortbestaan, hebben wij vóór alles noodig de eensgezindheid. In Nederland komt de arbeidsdienst als arbeidsplicht. Vrijwillig bestaat de arbeidsdienst al sinds veertien da- ven en majoor Breunese, de commandant van den op- bouwdienst, is belast met de organisatie ervan. In dezen arbeidsdienst, een zuiver Nederlandsehen arbeidsdienst, zal aan duizenden jongemannen, ongeacht afkomst of ontwikkeling, de gelegenheid worden gebo den, gezamenlijk te arbeiden aan de vorming van een hoogst noodzakelijke, waarachtige volksgemeenschap, waarin deze jongemannen samen levend, gelijk in plichten en rechten, ons land en ons volk dienen. Een leerschool van de daad in echt Nederlandschen nationalen zin zal deze arbeidsdienst zijn. Men zal zeggen, dat dit liooge idealen zijn, welnu, we kunnen het niet minder doen. Beneden onzen stand als cultuurvolk kunnen en willen wij niet leven en als de arbeidsdienst niet gedragen wordt door den wil en de sympathie van ons volk, van ons geheele Nederlandsche volk, kunnen deze idealen niet worden verwezenlijkt. De arbeidsdienst, dit Nederlandsch paedagogisch insti tuut, heeft natuurlijk leiders noodig, opvoeders van onze achttienjarige mannelijke jeugd. Om deze leiders te vor men, werden in korten tijd vier opleidingskampen letter lijk uit den grond gestampt. De adspiranten, allen vrij willigers, worden hier met de uiterste zorg opgeleid voor hun belangrijke taak. In drie van deze vier kampen werken voormalige leden van de weermacht, in 't vierde kamp leven burgeradspiranten. De adspiranten, die vroeger lid waren v.an de weer macht, leggen hun rang af. De vroegere eerste luitenant draagt dezelfde kleeding als de voormalige korporaal, z'n wapen is de schop of de zaag. Hier zijn allen gelijk in rang, maar ook in geestdrift voor de taak. Er behoort werkelijk veel moed toe en opofferingsgezindheid om als gewezen officier of vaandrig 't „slaapie" en de kameraad te zijn van 'n ex-korporaal. Iedere Nederlandsche jongen moet zich thuis voelen in den ar beidsdienst en 't is de taak der toekomstige leiders om niet alleen de werkers, maar ook 't Nederlandsche volk in den arbeidsdienst te doen gelooven. In deze zes maanden, tot April dus, moet hard worden gewerkt. Niet slechts moet vier volle uren per dag practiseh worden ge werkt met schop, zaag of bijl, doch ook de studietaak is om vangrijk. 't Program omvat o.a. de cultuur-technische vakken: landbouw, plantenteelt, boschbouw, ontwatering, wegenaanleg, etc. Het cultuur-historisch gedeelte, waarop de liefde en waardeering berust voor 't. vaderland, zooals: sociale aardrijkskunde, heemkunde, kennis der sociale stroomingen der laatste eeuw, kennis der gods dienstige stroomingen. Verder Nederlandsche literatuur, inzicht in de kunsten van de Middeleeuwen af. Volgt 't sociaal-paedagogischc gedeelte, o.a. inzicht in de psyche van de rijpere jeugd.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 7