FELIX HAMMER:
Redderin den nood
DE BERG VA IV
HAAR DROOMEN
22
Vervolg van biz. 19
zij haar aandacht op den volgenden, terwijl de
twee anderen dom en schaapachtig voor zich uit
zaten te kijken. Robert droeg zorg, zijn eigen
gelaatsuitdrukking niet in den spiegel te bestudeeren.
Hij dronk maar champagne en keek naar Ruth. Hij
ontdekte, dat hij haar nu met een zekere onver
schilligheid gade kon slaan. Wat een tooneelspeelster.
dacht hij, hoe mooi en hoe misleidend! Men had
een etiketje op haar moeten plakken zooals men dat
op medicijnflesschen doet: Alleen voor zeer opper
vlakkig gebruik! Maar hij wist het nu. Hij had
een lesje gehad en zou het ter harte nemen. De
eenige vraag was of hij door zou drinken tot hij
dronken werd of weg zou gaan en het eerste het
beste meisje oppikken, dat hem in den weg kwam.
Ten slotte besloot hij het laatste te doen. Hij wachtte
tot Ruth weer met Stevan danste, daarna stond hij
snel op en verliet het tafeltje. Wilfred scheen niet
eens te merken, dat hij ging, hij staarde te ingespan
nen naar Ruth.
Hij kwam vlak langs Ruth en Stevan, terwijl hij
over den dansvloer liep. Zij riep hem iets toe, maar
hij boog alleen maar vormelijk voor haar en liep door
naar de deur. Dicht bij de deur, aan een klein tafeltje,
zat een meisje in een steenroode japon met een blee-
ken jongen man naast haar, die keek, alsof hij juist
uit het graf was gestapt. Zij was knap, bijna even
knap als Ruth, maar op een andere wijze, en het
leek alsof ze zich verveelde. Zij glimlachte flauwtjes
toen zij Robert aankeek en plotseling werd hij stout
moedig.
„Hallo! Hoe gaat het?" Hij liep recht op het ta
feltje af. „Ik had nooit gedacht, je hier te ontmoeten."
Robert had een ijzigen blik verwacht en was heele-
maal in de war toen het meisje hem scheen te her
kennen, en het haar kennelijk plezier deed, hem te
zien.
„Kijk eens aan, in eeuwen heb ik je niet gezien!"
Haar oogen glansden van genoegen.
„Neen, het is lang geleden," mompelde Robert.
„Niet sedert. eh. wel, het is lang geleden."
„Eeuwen," beaamde het meisje.
„Heel lang," stemde Robert toe. „Wil je.eli.
zou je willen dansen?"
„Graag." Zij wendde zich tot den bleeken jongen
man en vroeg voor den vorm of hij het soms vervelend
vond. Maar snel, voor hij kon antwoorden dat dit
inderdaad het geval was, stond ze op en vlijde zich
in Robert's armen.
Robert danste enkele oogenblikken met haar zon
der te spreken. Hoe minder hij zei, hoe minder kans
hjj had, zich te verraden. Als hij het maar een tijdje
volhield, dan zou het genoeg zijn. Hij bleef over den
schouder van het meisje Ruth in het oog houden en
Ruth ontweek zorgvuldig zijn blik. Hij was in de
wolken, dat hij zoo'n knap meisje gevonden had.
„Laat eens kijken," zei het meisje ten slotte.
„Waar hebben we elkaar het laatste gezien?"
„Cairo," stelde Robert snel voor.
„Neen, ik geloof niet, dat het in Cairo was. Ik ben
daar nooit geweest.nu weet ik het! Het was in
Juan-les-Pins."
„Natuurlijk," zei Robert. „Juan-les-Pins!"
„Ik herinner het me nu precies. Dat partijtje in die
groote villa. Hoe aardig was dat! Maar ik moet tot
mijn spijt bekennen, dat ik je achternaam vergeten
ben."
„Lake," zei Robert. „Robert Lake."
„Hoe dom van me. Natuurlijk. En ik ben Sonia
Comfeld. Ik geloof, dat je mijn naam ook vergeten
was."
„Neen, werkelijk niet. Eerlijk niet!" mompelde
Robert en zegende haar. dat ze hem haar naam ver
teld had.
Hij danste gelukkig en tevreden voort. Hij begon
haar reeds als een begeerenswaardige vrouw te be
schouwen, niet alleen maar iemand waar hij Ruth
inee wilde plagen. Hij hield van dat dikke, kroezige
haar. Het was roodachtig. En zij had oprechte, vrien
delijke oogen, oogen, waar je in kon gelooven, niet
zooals die van Ruth. Het waren werkelijk mooie
oogen als je ze goed bekeek. Het waren twee zonnen,
die ondergingen aan een verren horizon en men keek
er geboeid naar. in angst, dat ze langzaam uit het
gezicht zouden verdwijnen.
Hij wilde niet dat ze ver
dwenen. Hè, dacht hjj ,ik
moet, al heel wat cham
pagne gedronken hebben.
„Ben je hier alleen?"
vroeg Sonia rustig.
„Neen, ik ben met een
heeleboel mensehen," ver
telde Robert haar. „Om je de waarheid te zeggen
had ik genoeg van mijn gezelschap. Daarom.
Zij schonk hem een charinanten glimlach.
„Daarom kwam je op me toe en deed alsof je ine
kende."
„Wat! Neen, dat begrijp ik niet."
„Maar je hebt me toch nooit eerder gezien, is het
wel?"
„Ben je dan niet Sonia Comfeld?" trachtte Robert
uit te wijken.
„O ja, ik ben wel Sonia Oornfeld, maar ik ben nog
nooit in Juan-les-Pins geweest. En ik ken ook geen
groote villa en ik heb je nog nooit ontmoet. Maar ik
verveelde me ook in mijn gezelschap. Daarom liet ik
me door je meetroonen."
Robert gaf het spelletje op.
„O juist. Ik hoop, dat je er geen spijt van hebt."
„Heelemaal niet. Ik amuseer me kostelijk. Je danst
heel goed en je lijdt niet aan melancholie."
Robert lachte.
„Leed jouw gezelschap dan ook aan zwaarmoe
digheid?" vroeg hij.
„Ja, die neiging heeft hij. Ik heb hem juist voor
de vierde maal afgewezen. Wilfred doet je altijd
een huwelijksaanzoek aan het begin van den avond
en dan is hij heelemaal bedorven."
..Wilfred! Is zijn naam werkelijk Wilfred?"
„Ja, ik ben bang, dat dat zijn naam is."
„Maar dat is prachtig," grinnikte Robert. „We
stellen hem eenvoudig voor aan mijn gezelschap. Rutli
verzamelt Wilfreds en ze is dol op zwaarmoedigheid."
„Denk je werkelijk, dat je dat kunt doen?"
„Ik kan het, als je me belooft de rest van den avond
met mij door te brengen."
'we lering, een eenzaam, dapper meisje,
dal in haar eigen bestaan voorsiet ont
waakt uit een diepe bewusteloosheid en
komt tot de ontdekking, dat zij in een der
zalen van een Netc-Yorkseh ziekenhuis
ligt. De dokter geeft haar te verstaan, dat
zij voorloo'pig niet mag gaan werken en
Sue vindt onderdak bij haar petemoei op
hei platteland. Daar, in de schaduw
van den berg van haar droomen, moet zij
kiezen tusschen ticee jongemannen tus-
schen Nick. den New- Yorkschen monteur
en To-nny, den stillen, jongen uitgever.
De tweestrijd is fel en wij raden u ten
stelligste aan dezen goed geschreven ziele-
strijd te lezen. De berg van haar droo
mendoor Barbara Webb, is de nieuwste
roman in de serie Avonduur-lectuur". De
prijs ervan bedraagt 15 cent. Verkrijgbaar
bij onze kantoren, bezorgers en agenten.
Zij beloofde het en zoodra de dans uit was. haalden
zij Wilfred II en namen hem mee naar Ruth's tafel.
Hij protesteerde een paar keer; hij had blijkbaar een
andere opvatting omtrent het doorbrengen van den
avond, maar ten slotte ging hij gewillig en rustig
mee. Ruth's oogen fonkelden even onheilspellend,
toen hij Sonia voorstelde en Stevan keek zuurder
dan ooit bij het gezicht van Wilfred II, maar er ge
beurden geen ongelukken. Ruth keek een beetje be
droefd, een beetje teleurgesteld en heel miskend,
maar liaar trucjes hadden geen invloed meer op
Robert. Zij besefte dit zelf en gaf hem voorloopig op.
Wilfred II begon reeds met groote koeienoogen naar
haar te staren in stomme aanbidding en zij kon de
verleiding niet weerstaan, hem bij haar verzameling
te voegen.
Robert bracht den geheelen verderen avond met
Sonia door en genoot evenzeer van haar gezelschap
als van de booze blikken van Ruth. Sonia was voor
een deel Amerikaansch van afkomst en'sprak met een
licht, bijzonder aantrekkelijk accent. Hij had nog
steeds het vreemde gevoel, dat haar oogen achter haar
onderste oogleden zouden wegzinken en dat het dan
nacht zou zijn. Of het van den champagne kwam of
niet, allerlei merkwaardige vergelijkingen en beelden
kwamen bij hem op, terwijl hij met haar danste.
Hij ontdekte, dat hij nu zijn element gevonden had.
Lisa had de onstoffelijke lieftalligheid van de lucht
en Ruth was bezeten van de donkere en onzekere
hartstochten van de zee. Hij was altijd bang ge
weest als hij de lucht inging en dikwijls had hij op
zijn reizen te kampen gehad met, zeeziekte. Hjj voelde
zich noch op zee. noch in de lucht thuis. Maar Sonia
was anders. Zij was als de aarde, de goede, oude,
vruchtbare aarde, mooi als de aarde in Mei, vond hij.
Hij begreep haar. Geen trucjes. Geen teleurstellingen.
Hij kon altijd op haar vertrouwen. Voor het eerst
sedert hij bij de Seymours was gaan wonen, voelde hij
zich op zijn gemak, op vasten bodem na een be
nauwende reis en hij danste als in een gelukkigen
droom. Hij was nog gelukkiger, toen Sonia hem toe
stond haar naar huis te brengen en zij met zijn tweeën
wegslopen Ruth danste juist met Stevan. terwijl
zij de zaal verlieten, en de twee Wilfreds zaten in
stomme aanbidding naar dit schouwspel te kijken.
TWEEËNTWINTIGSTE HOOFDSTUK
Den volgenden morgen zat Robert rechtop in bed,
streek zich over zijn verwarde haren en trachtte tot
zichzelf te komen. „Neen, neen. Nou goed naden
ken," mompelde hij bij zichzelf. „Dit moet de weer
omstuit zijn en als er één ding is, waar iemand voor
zichtig mee moet zijn, is 't. de weeromstuit. Iedereen
kan je dat zeggen. Ik kan niet verliefd op Sonia zijn.
Gisteravond was ik immers nog verliefd op Ruth en
op Lisa een week geleden. En nu is het Sonia. Wat is
dat toch eigenlijk voor een raar ding: liefde? Ik heb
altijd gedacht, dat het een nette, eenvoudige geschie
denis was en dat je wist waar je aan toe was en in de
eerste plaats waar je van hield. Maar zoo is het niet.
Je krijgt het maar zoo plotseling, net als klepto-
manie, juist wanneer je er het minst op verdacht
bent. Misschien dat een paar aspirientjes zouden
helpen.... Waar zijn mijn aspirines? Ze smaken
naar woestijnzand. Zoo droog. Het wordt werkelijk
tijd, dat ik ga trouwen. Dat is natuurlijk de juiste
oplossing. Ik moet met iemand trouwen en dan is het
uit met dat getwijfel. Ik kan zoo niet doorgaan, ik
word voor iedereen een last. En ik heb nog maar
drie weken verlof. Kan ik verloofd raken en trouwen
in drie weken? Er zijn toch speciale faciliteiten als je
haast hebt?"
De aspirine deed hem goed en hij voelde zich nu
kalm en beheerscht, toen hij uitging om met Sonia
te lunchen. Dat hadden zjj den vorigen avond op de
stoep van haar woning afgesproken. Hij had er op
aangedrongen. Hij wilde nu wel, dat hij het niet ge
daan had, maar hij voelde, dat hij meester van de
situatie zou zijn. In het koude daglicht zou hij be
seffen, dat het allemaal gekheid was geweest en zij
natuurlijk ook en zjj zouden samen lachen en als
goede vrienden scheiden. Maar hij merkte, dat hij niet
"van haar wilde scheiden toen zij bij de lunch tegen
over hem zat. Hij hield nog steeds van de kleur van
haar haar. juist dat roodachtige, daar hield hij van.
En haar oogen zonken nu niet achter den horizon.
Zij waren vriendelijk en vol belangstelling. En hij
hield vooral van haar oprechte wijze van spreken.
Dat was natuurlijk haar Amerikaansche afkomst. Zij
vertelde hem alles van zichzelf: hoe zij in weelde
was grootgebracht, hoe haai- vader al zijn geld aan de
beurs verloren had, hoe zij als winkelmeisje gewerkt
had, als mannequin en dat ze zelfs een garage ge
houden had. Het scheen, dat ze zich in elk beroep
thuis voelde en hij hield van vrouwen die tot dit
alles in staat waren en er toch nog elegant uitzagen.
Het speet hem vreeselyk, dat hij niet zoo eerlijk kon
zijn als zij. Maar hij mocht niet anders zijn dan hij
zich voordeed bij de Seymours en daarom vertelde
hij haar alles omtrent zijn expeditie naar China en de
panda, die gestorven was. Zij leefde heelemaal
mee.
Hij was nog steeds bezorgd, toen zij afscheid ge
nomen hadden, vooral toen hij zich herinnerde, dat
hij had afgesproken den volgenden middag met haar
uit te gaan.
Wordi vervolgd