25
Shud? tic
wai ter, turd) tie Slu en 50a id?
leidi ten Smné to
Als Kaspar zijn vriend heeft weten over te halen,
hooren we zijn sinistere en niet, een duivelsch
genoegen gezongen aria: „Triumpf! Triumpf! Die
Rache gelingt!" en wanneer Agathe des avonds op
haar geliefde wacht en door den prachtigen sterren
hemel vredig gestemd wordt, klinkt haar vroom
gebed: „Leise, leise, fromme Weise", waarvan de
eenvoudige, teere, maar zeer expressieve melodie
niet nalaat ontroering te wekken 12e acte)
Adagio
t'ci ie. lei fc, trui
Eindelijk komt Max en Agathe ziet dat hij goed
geschoten heeft, dat geeft nieuwe hoop voor hun
toekomstig geluk en haar verrukking zingt zij uit
in de van een hevige passie doortrilde melodie
die velen zeer vertrouwd in de ooren zal klinken.
Dat alles, wat in die dagen voor de toeschouwers boeiend
was, onze onverdeelde belangstelling nog zou hebben, zou
een onjuiste bewering zijn, toch weet de bekende Wolfsschlueht,-
scène uit deze opera nog altijd de noodige spanning bij het
auditorium te wekken.
Kaspar is in de Wolfssclilucht bezig om rond een doods
hoofd een kring van zwarte steenen te leggen. Schrikaan
jagende geluiden in het orkest, in de verte het slaan van een
torenklok, terwijl we de geesten hooren zingen: „Milch des
Mondes fiel aufs Kraut". Het vuur, waarop straks de kogels
gegoten zullen worden, wordt ontstoken; Max verschijnt,
maar aarzelt als hij den geest van zijn moeder ontwaart,
doch weer weet zijn kwade vriend hem te bepraten. Kaspar
roept Samiel aan, spreekt de tooverfonnule uit en giet de
kogels. Plotseling breekt er een hevig onweer los, vlammen
slaan uit de aarde, bliksemstralen teekenen zich tegen de
bergen af, Kaspar wordt tegen den grond geslagen, Max
klampt zich aan een boom vast en schreeuwt. Ineens wordt
de natuur kalmer en daar verschijnt Samiel. Max slaat een
kruis en valt bewusteloos neer.
Van de derde acte moeten nog genoemd worden Agathe's
cavatine „Und ob die Wolke sie verhülle", het koor der
bruidsmeisjes, het prachtige, van levensblijheid tintelende
jachtkoor en de jubelende finale met koor en solisten, waarbij
nogmaals de melodie van Agathe's aria uit de tweede acte
klinkt (All meine Pulse schlagen).
In de Euryanthe heeft, Weber geheel met den ouden
vorm gebroken, hier vindt men namelijk geen gesproken
dialogen meer. Het leidmotief krijgt een belangrijke, taak te
vervullen en heeft invloed op de ontwikkeling van de muzi
kale handeling; in dit verband moet dan ook op de slotscène
van deze opera gewezen worden, wijl het, een meesterstuk van
muziekdramatische compositie genoemd mag worden.
De Euryanthe is waarschijnlijk Weber's beste schepping,
waarmede hij de achting van kunstkenners en musici ge
wonnen heeft; in het volk leeft hij echter door zijn Frei-
schütz. die wel altijd de meest geliefde opera van dezen
componist zal blijven. Bovendien is het gegeven van de
Euryanthe niet interessant genoeg om van begin tot einde te
kunnen boeien, wat te betreuren is voor de doorgaans zeer
schoone muziek. Vooral deze opera strekte Wagner tot voor
beeld, en de opmerking, die men wel gemaakt heeft, dat zij
een voorstudie van de Iaihengrin genoemd moet worden.
Moderato
Kaspar haalt Samiel over te zorgen, dat een der vrijkogels Agathe
zal treffen. Als Max den volgenden dag op de baan aan het schieten is,
treft een vrijkogel Agathe; gelukkig is zij slechts licht gewond. Kaspar
biecht zijn valscli gedrag en wordt, tot, straf in de Wolfsschlucht
geworpen.
Bijzonder expressief is het trio met koor voor Max, Kaspar en
("uno: „O, diese Sonne", vooral het booze karakter van Kaspar
is prachtig in de muziek tot, uitdrukking gebracht. De liefelijke
maar weemoedige melodie, waar Max zich herinnert hoe hij
door zijn geluk bij de jacht Agathe's liefde won, zal
velen mijner lezers bekend voorkomen zonder te vermoeden
dat zij tot deze opera behoorde:
is zeer zeker te wettigen.
Evenmin als de opera
Euryanthe heeft, de Oberon de populariteit
van een Freischütz kunnen bereiken. Deze
sprookjesopera heeft voor het heden-
daagsclie publiek niet meer die bekoring
als voor hen, die een eeuw geleden de
opera plachten te bezoeken. Ongetwijfeld
zijn er groote schoonheden in de partituur
aan te wijzen en de ouverture is en blijft
een geniaal stuk muziek, waar men ook
nu nog inet veel genoegen naar luisteren
kan.
De belangrijkste muzikale momenten uit
dit werk zijn, in de eerste acte: Huon's
groote scène, waarin hij herinnert aan den
roem, dien hij door zijn overwinningen in
den strijd heeft verworven; in de tweede
acte komt een aantrekkelijk kwartet voor;
vervolgens Puck's aanroeping van de
geesten en hun antwoord; de bekende „Ozeanarie"
van Reziahet gezang van de zeemeermin en de
finale van de derde acte.
Tegenwoordig wordt deze opera zelden of nooit
ineer opgevoerd, waarom een gedetailleerde be
spreking achterwege kan blijven. Alleen Der Frei
schütz heeft zich tot in onzen tijd op het gangbare
operarepertoire kunnen handhaven.
Weber's onvoltooid gebleven komische opera
Die drei Pintos werd door Gustav Mahler in 1887
bewerkt en een jaar later te Leipzig opgevoerd.
Veel van 's kunstenaars oeuvre is nu in het licht
van dezen tijd verbleekt, zijn instrumentale werk, in
het bijzonder zijn pianomuziek, was te zeer op het
uiterlijk effect ingesteld en miste een dieperen
achtergrond. Wat hij voor de ontwikkeling van den
operavorm beteekend heeft, is echter voor immer in
de geschiedenis der toonkunst opgeteekend.
Het verschijnen
van de spookfiguur
Samiel, den jager in wiens
gedaante de satan slacht
offers maakt, brengt gewel
digen sekrik onder de kogel -
gietende jagers in de Wolfssek Incht.