NEDERLAND ALS
STEDENLAND
ONS LAND
EN ZIJN
HISTORIE
onze steden zijn ontstaan en hoe ze zich ont
wikkeld hehhen tot 't einde der middeleeuwen,
tot J; 1500. dat gaan wij (i nu vertellen.
edere stad is vroeger een dorp geweest.
Maar niet ieder dorp is een stad geworden.
J Zoo zijn Zwammerdam en Lutjebroek
jL dorpen gebleven, maar Vlaardingeu en
Yemstelredamme zijn steden geworden.
Waarom? Omdat laatstgenoemde dorpen
gunstig lagen voor den handel. Vlaardingen,
een der oudste steden van Holland, lag aan de druk
bevaren Merwede de oude naam voor onze tegen-
De ruilhandel, die dikwijls erg lastig en tijdroovend
is, maakt op den duur plaats voor een toestand,
waarin geld 't groote betaalmiddel wordt. En niet
alleen betaalmiddel, maar ook bezit. De koopman
kon op zijn vollen buidel kloppen en zeggen „Hier
zitten mijn muzikantenLangzamerhand verander
de hst karakter van de dorpen geheel en al. Handel
en nijverheid hebben landbouw en veeteelt voor een
groot deel verdrongen, de rijkdom is niet meer afhan
kelijk van grondbezit,
De opkomst der poorters was den adel 'n doorn in 't oog, de vorsten begunstigden echter vaak den nieuwen
stand. Onze gravure toont het moment waarop graaf Willem II van Holland zich in 1249 liet inschrijven
als poorter van de stad Utrecht, een plechtigheid, waardoor de stedelingen zich zeer vereerd voelden.
Wist u, dat ons kleine landje het stedenland bij uitnemendheid is Bijna nergens Ier
wereld vinden me op zulk een klein bestek zooveel belangrijke steden bij elkander liggen.
Gedurende eeuwen vormt de Nederlandsche burgerij het Nederlandsche volk, ja, met
eenige overdrijving kunnen we zeggen, dat de Nederlander vóór 1795 geen vaderland
kende, alleen 'n vaderstad. Maar die stad was dan ook zijn trots en zijn roem. Zij moest
het mooiste stadhuis en de grootste kerk bezitten, haar markt moest van heinde en verre
kooplieden trekken, haar muren moesten hoog en dik, haar torens sterk en haar grachten
diep zijn, haar inwoners moesten toonbeelden van burgerdeugd zijn. Wanneer we een
wandeling door een van onze oude steden maken en me bewonderen de juweeltjes van
bouwkunst, door gelukkig toeval of wijze voorzorg bewaard gebleoen, dan kunnen we
ons eenigszins een idee vormen van de hartstochtelijke liefde, die de middeleeuwer voor
zijn vaderstad koesterde.
In de middeleeuwen, lusschen 1200 en 1300. wal vroeger en ook wat later, zijn onze steden
ontstaan. Ze zijn onthoud dat goed nooit gesticht. Alle verhaaltjes, die men daar vroeger
over vertelde Dirk III zou Dordrecht gesticht hehhen -zijn niets dan fabeltjes, gezogen uit
den onuitputtelijken duim. Door welke oorzaken
maar van kapitaalbezit
Een stad in de beteeke-
nis, die wij er hier aan
hechten, is het dorp nog
niet geworden. De wet
ten van het platteland,
het zoogenaamd land
recht, uitgeoefend door
den schout of baljuw, den dienaar van den graaf, aan
wien het dorp behoorde, golden ook voor deze hande
laars en ambachtslui. Dat landrecht lette alleen op
de belangen van den boer. Begaanbare wegen en
bevaarbare rivieren en vaarten, van groot belang
voor den koopman, lieten den landman koud. Hij
sloeg met een gerust hart een primitieve brug over
een drukbevaren water om gemakkelijker zijn vee te
kunnen verzorgen.
Ook de schout of de baljuw hadden voor de belan
gen van den koopman weinig oog. Spoedig bleek, dat
voor handel en bedrijf heel andere wetten, een heel
ander bestuur noodig was. Dat trachtte men nu van
den graaf te verkrijgen, of juister, te koopen.
Meestal was deze er wel voor te vinden en dan
kreeg het dorp van hem stadsrecht, dit wil zeggen,
een eigen bestuur en een eigen rechtspraak met
eigen wetten. Deze overeenkomst werd keurig netjes
op een groot vel perkament geschreven, de graaf
hing er zijn zegel aan en de bewoners zorgden wel,
dat dat waardevolle stuk op een veilig plekje werd
opgeborgen.
Nu pas was het dorp een stad geworden.
Het hestuur van de stad
Het eigen bestuur, dat de stad van den landsheer
kreeg, bestond uit een schout en zeven schepenen.
Hun voornaamste taak was de rechtspraak, daar
naast het burgerlijk bestuur. Een salaris genoten
de heeren niet. Ze mochten een deel van de boe
ten opstrijken; op den dag van hun verkiezing
kregen ze een feestmaaltijd, benevens een stuk
laken, om er een ambtsgewaad van te maken; op
hooge feestdagen werd hun 'n kan wijn geschonken.
In den loop der jaren wisten de steden van den
landsheer nieuwe privilegiën of voorrechten te koo
pen, bijvoorbeeld de betaling van één jaarlijksche
vaste geldsom in plaats van verschillende belastin
gen het recht, om muren en grachten om de stad te
mogen leggen, enz. Maar al deze voorrechten maak
ten het bestuur van de stad niet gemakkelijker. Het
bouwen van een muur bijvoorbeeld was een heele
woordige Nieuwe Maas. Aeinstelredamme lag aan IJ
en Amstel, waarlangs eveneens veel verkeer plaats
vond. De schipper uit die dagen was tevens koopman.
Hij voer zoo'n dorp niet voorbij, maar legde aan en
trachtte 'n deel van zijn waren van de hand te doen.
De dorpelingen ruilden hun producten van landbouw
en veeteelt voor artikelen, die ze zelf niet of in ge
ringe hoeveelheid bezaten. Een open ruimte in het
midden van het dorp werd als marktterrein ge
bruikt. Meerdere kooplieden ontmoetten elkaar op
de markt en weldra was de handel in vollen gang.
Werden er goede zaken gedaan, dan vestigden
sommige handelaars zich in het dorp. Ook ambachts
lieden vonden er een bestaan. Waar nieuwe iuenschen
komen wonen, zijn huizen, met alles wat er bij
behoort, noodig.
iEen prachtig voorbeeld van
een middeleeuwsch stadhuis
is het fraaie raatlhuis van
Gouda, waarvan de bouw
werd in 1449.