I FELIX HAMMER: Redder in den nood HUIDUITSLAG GENEESMIDDEL TEGEN HUIDAANDOENINGEN 22 Het kwaad in zijn oorzaak bestrijden door een hygië nische behandeling. I)it is de manier om te worden verlost van den folterenden jeuk en den dikwijls ondrage- lijken last bij eczeem en andere linid -aandoeningen. Het D.D.D.-recept van Dr. D. Dennis wordt met succes aangewend tegen liet voort woekerende kwaad. D.D.D. is een heldere vloeistof, die diep in de poriën dringt en onder de huid de ziekte kiemen doodt. Reeds de eerste druppels geven on middellijk verlichting en overwinnen den aandrang tot krabben. Flacons a 75'et-, f 1.50 en f 2.50 bij Apothekers en Drogisten. De Siemens PHONOPHOOR geeft bij elke graad van slechthoorendheid de juiste verster king van het geluid Ook in Uw geval Keuze uit 21 ver schillende typen, ac Vraagt een demon stratie of gratis bro chure P.K. aan de N.V. ALMARA Rokin 86 AMSTERDAM-C Slot van biz. 19 Hij had geen last van de kou! tot bezinning. Hij dook over mr. Ham mer heen, ging op de sofa zitten en pakte Sonia's beide handen. „Lieveling, vergeef me alsjeblieft. Ik wist niet, wat ik zei." „Trek je het je werkelijk aan, Robert F' vroeg ze ernstig. „Neen, na wat je tegen sir Humphrey gezegd hebt." „En begrijp je werkelijk, dat je voor mij heel iets anders bent dan die anderen?" „Natuurlijk begrijpt hij dat," meende sir Humphrey ongeduldig. „En hij is een heel gelukkig man. Hij krijgt een heerlijken tijd in de warme Afrikaan- sche sterrennachten, terwijl je hem alles uit je vreeselijk verleden vertelt. Hij zweeg en keek mr. Hammer aan, die on troostbaar overeind krabbelde. „Natuur lijk is het erg naar voor u," voegde hij er tamelijk onverschillig aan toe. „Maar u kunt toch niet verwachten, dat uw systeem altijd succes heeft, is het wel?" Maar mr. Hammer was heel verdrietig. „Ik ben geruïneerd," mompelde hij. „Ik zal de zaak op moeten doeken." Sonia en Robert zaten nog steeds op de sofa elkaar aan te staren. Sir Hum phrey werd er verlegen onder. Van dat stadium, waarin pas getrouwde paartjes elkaar aanstaren, hield hij niet erg. Maar nu werd de situatie plotseling anders door de binnenkomst van Car- lotta en Albert en Lisa. „Hé. Zijn jullie daar allemaal?" vroeg Carlotta. „Wat aardig. En Sonia ook! En de professor!" Mr. Hammer nam lijdelijk haar hand en zij overstelpte hem met haar belangstelling. „Wat prettig, u weer eens te zien, professor. Maar u ziet er niet zoo goed uit." „De professor heeft iets gegeten, dat hem zwaar op zijn maag ligt," legde sir Humphrey uit. „Nu, dan moet hij een paar van mijn digestie-tabletten nemen,", meende Carlotta. „O, die zijn prachtig. En ik geloof, dat ik ze in mijn tasch heb zitten. Kijk, daar zijn ze. Twee voor erge maagpijn en één voor een beetje." Het kon mr. Hammer al lang niets meer schelen wat er met hem gebeurde. Hij nam de twee digestie-tabletten en slikte ze in, en Carlotta zei hem, dat hij zich binnen vijf minuten een ander man zou voelen. Daarop wendde zij zich tot sir Humphrey: „En hoe vind je Robert nu, Hum phrey? Vind je niet, dat hij prachtig bijgekomen is?" „Heel goed is hij nu," zei sir Hum phrey. „Je zou nooit gezegd hebben, dat hij op sterven na dood is geweest." „Neen, nietwaar? En hij heeft miss Cornfield, hoop ik, aan je voorgesteld?" „Nu, dat niet bepaald. Hij heeft zijn vrouw aan me voorgesteld." „Wét?" „Het schijnt, dat ze om kwart over rwaalf met elkaar getrouwd zijn." Een storm van uitroepen brak los. Er werd gefeliciteerd, gekust, ja, zelfs gehuild, en Carlotta zat op de sofa, baar oogen bettend met een zakdoek, terwijl mr. Hammer ongelukkig in de kamer rondspookte. „Kinderen, ik ben zoo blij," mom pelde zij. „Hoewel ik moet zeggen, dat het niet erg lief was om zoo maar weg te gaan en zoo in het geheim te trouwen. Dat vergeef ik jullie nooit. Dat kan ik niet. En ik had nog wel de japonnen voor Ruth en Lisa uitgezocht, die als bruidsmeisjes zouden fungeeren. Bijna had ik ze uitgezocht." Zij zweeg een oogenblik en haar gezicht klaarde op. „Maar dat doet er niet toe. We kunnen nog altijd bruiloft houden. We doen het opnieuw met taarten en bruidsmeisjes en rozeblaadjes en wat er nog meer bij komt. Ja, dat doen we! Het geeft je niets al kijk je nog zoo zuur, Robert. Ik sta er op. Je kunt niet met een meisje trouwen dat haar heeft als Sonia en dan alleen maar naar den burger lijken stand gaan. Dat deugt niet. Je moet er een feestje van maken." Lisa en Albert voegden hun felici taties en hun stemmen bij die van Carlotta. Natuurlijk moest er een echte bruiloft komen, zeiden ze, dat was hun straf, en Lisa vertelde Robert in de gauwigheid hoe vreeselijk precies Car lotta wel niet was, als ze beslag op een bruiloft kon leggen. Intussehen bette Carlotta haar oogen nog eens en stond met een zucht op. „O, kinderen, kinderen," snikte zij. „Ik ben zoo gelukkig. Robert, en Sonia getrouwd. Lisa en Albert verloofd. Als Rutli nu maar een aardigen jongen kreeg, die niet zoo was als Stevan en geen langen neus had, dan zou alles in orde zijn. 0, ik wilde wel, dat Ruth hier was, dan waren we allemaal bij elkaar." Humphrey sloeg zijn armen hartelijk om haar middel en plotseling vroeg ze hem verschrikt: „Humphrey, je gelooft toch niet, dat Ruth werkelijk verpleeg ster wil worden en oude vrijster blijft?" „Neen, lieveling, neen," zei sir Hum phrey sussend. „Daarvoor bestaat niet het minste gevaar. Niemand zou haar in een ziekenhuis willen houden. Niet, nadat ik een minuut of tien met den directeur gesproken had." Carlotta stond op het punt om te zeggen, dat niemand Ruth eigenlijk begreep, maar de deur werd plotseling geopend en er viel een stilte in de kamer. Manson stond daar met een verschrikt gezicht. Hij zei niets, hij deed alleen een stap opzij en daarop verscheen Ruth en achter haar, door haar voortgetrokken, een man. Hij was een Goliath van een kerel, met een zachtaardig, doch overigens nietszeg gend gelaat, en hij had blijkbaar de moeite genomen zich voor deze gelegen heid met bijzondere zorg te kleeden. De geweldige, harige polsen, die als heipalen uit de mouwen van zijn donkerpaars pak staken, waren getatoueerd, een helgele das omstrengelde zijn massieven nek, helgele schoenen sierden zijn mas sieve voeten en hij staarde Ruth aan met de schaapachtige grijns van een pummelachtig kind, dat onverwacht een zuurtje krijgt. De stilte was als een Egyptische duisternis, die men kon voelen. Niemand sprak. Niemand bewoog zich, niemand behalve mr. Hammer, die onmerkbaar naar de deur scheen te sluipen. Rutli alleen was de situatie volkomen meester. Zij deed een paar stappen naar voren, haar bedeesden bokser bij de hand vasthoudend, dan ten slotte, op het goede dramatische oogenblik, sprak zij. „Carlotta! Humphrey!" zei ze met diepe stem. „Ik wil je hierbij den man voorstellen waar ik werkelijk van houd." Het uitgaan van de school vindt Frans het mooiste ervan. Hij kan in 10 minuten thuis zijnmaar... het wordt vaak een vol uur. Er is altijd,wat te spelen onderweg. En als er sneeuw ligt! ,,Is Uw jongen ook nog niet thuis f Met dit weer zijn die kinderen morgen allemaal weer aan 't hoesten." ORGlHOfy „Niets hoor, ik geef m'n jongen altijd Wybertjes mee. Wybert- tabletten beschermen uitstekend tegen kouvatten." Alleen verkrijgbaar in origineele blauwe doozen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 22