Les in de behandeling der instrumenten. De bootsman legt de werking van het patenting uit. Het doel van het Matrozen-Instituut is, jongelieden op te leiden en te bekwamen tot zeevarenden en dit oude, echt Nederlandsche beroep zooveel mogelijk te propageeren. De drie ruime verblijven voor de kweekelingen, van wie er ongeveer een zestig aan boord zijn, leenen zich daartoe uitstekend. De lessen omvatten o. m. aardrijkskunde, splitsen, knoopen en zeilnaaien, roeien, zeilen en wrikken, de theorie van het kompas en andere instrumenten, looden, enteren en het wasschen en verstellen van de eigen plunje. De geheele opleiding duurt een jaar, waarna de kweekelingen klaar zijn om als lichtmatroos het zeegat uit te gaan. Wie het voorrecht heeft, een bezoek te mogen brengen aan het nieuwe opleidingsvaartuig, zal getroffen worden door den prettigen geest, die aan boord heerscht. De commandeur van het schip, de heer A. M. Willemse, staat bij de jongens bekend als „een goeie vent", maar hij is streng, zeggen ze erbij. Dat kan ook niet anders. Zelftucht in het leven is een eerste eisch en dat wordt den kweekelingen van de „Pollux", die in leeftijd wisselen van veertien tot zestien jaar, op de juiste manier bijgebracht. Want reeds vroeg moet de toekomstige zeeman weten, dat er aan boord van een schip maar één chef kan zijn. Om als kweekeling te worden aangenomen, moeten de jongens Nederlander zijn. niet jonger dan veertien en niet ouder dan zestien jaar, een bepaalde lengtemaat hebben en recht van lijf en leden zijn. Vanzelfsprekend moeten worden overgelegd een bewijs van goed gedrag en een schriftelijke verklaring van het hoofd der school, dat alle klassen der lagere school met goed gevolg zijn doorloopen. Alle kleeding wordt aan de kweekelingen verschaft door het Kweekeling Thomas schrijft een brief aan zijn moeder. De kok in de kombuis. Instituut, dat hen. wanneer zij gaan varen, ook van een volledige uitrusting voorziet. Al wat hiervoor door het Instituut wordt uitgegeven, moet door den kweekeling afbetaald wor den, zoodra hij gaat varen. Een borg moet zich voor deze terugbetaling aanspra kelijk stellen. Splitsen en knoopen onder leiding van den bootsmaat. Ook schoenpoetsen staat op het lesrooster! Een licht matroos moet van alle mark ten thuis zijn.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 3