HET MOHAMMEDAAN SC HE WEESHUIS TE D JOK JA De binnenhof van hel weeshuis. Met opgeheven handen smeeken de jongens AUah's zegen af voor den maaltijd. Werk in den tuin van het weeshuis. Een van de merkwaardige dingen van de inheemsche samenleving in Indië is, dat men er geen verwilderde, verwaarloosde jeugd zal aantreffen, niettegenstaande het lage levenspeil der bevolking. In enkele plaatsen heeft men wel zwervertjes, de beruchte „katjongs", die weieens auto's volkrassen als men ze niet opdraagt te waken (wat dat betreft is er niets nieuws onder de zon), maar ze vormen op de tien tallen millioenen uiterst kleine groepjes. Verder is er niets te bespeuren van een verwaarloosde jeugd en wie hierover nadenkt, vraagt zich af, waar dan toch de weezen blijven, want er zijn geen openbare weeshuizen van de overheid. Men zal dan tot de ontdekking komen, dat volgens de „adat" de overlevende familieleden de zorg op zich moeten nemen voor de behoef tige naasten. Hetgeen niet wegneemt, dat een beter georganiseerde zorg voor het behoeftige weeskind wel op haar plaats is en daarom verwon dert het niet, dat de machtige organisatie van den Islam in Indië deze aan zich heeft getrokken. Het weeshuis van „Moeliamidajah" te Djokja heeft 52.000 gulden gekost; de grond, ter waarde van f 16.000, is een geschenk van den sultan van Djokja, terwijl de bijbehoorende missigit werd gebouwd uit een gift van f 12.000 van een rijken Mohammedaan. In de inrichting zijn ongeveer zestig jongens onder dak gebracht. De huisvoogd Hadji Damirie weet onder hen het help-jezelf-systeem op effectieve wijze toe te passenalles, behalve de kokerij, wordt door de jongens zelf verzorgd. Dit is, volgens den huisvoogd, de eenige manier om de jongens, die uit een behoeftige omgeving komen, in dit mooie gebouw niet te verwennen. Zij moeten leeren, reeds van klein af, dat hard werken noodig is om zich door het leven te slaan. Ze staan om half vijf 's morgens op, werken in het huis, den tuin en op het land, bidden, gaan naar school en vroegtijdig naar bed. jbenige weesjongens tijdens een r ustuurtje. De kinderen wor den opgevoed als goede Mohamme danen. Daartoe ko men ze vier inruil per dag in de mos kee bijeen, stellen zich dan in rijen op met het gelaat naar het oosten en vragen Allah's zegen over hun arbeid. (Foto's I.P. B.S.)

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 11