T B&y WL EIGENLIJKMOEST IK BOOS ZIJN °eiBc bluft! «V 19 Strack, (le redacteur van De Moderne Woning, ontving Brandrup op een ma nier, waaruit wel bleek, hoe ingenomen hij was met de komst van z'n medewer ker, wiens naam 'n steeds beteren klank kreeg. Hij begon dadelijk voorzichtig te informeeren naar Brandrup's werk voor de prijsvraag en naar de mogelijk heid om, zoodra dit zou kunnen, de plannen te publiceeren in zijn blad; hij zou natuurlijk dolgraag het ontwerp van den prijswinnaar opnemen. „U bent te voorbarig," vond Brand rup; „ik heb er nog wel 'n halve maand werk aan, (le jury heeft drie maanden noodig voor de beoordeeling en haar rapport, en dan zullen we geduldig afwachten, wie bekroond wordt." „Over dat laatste maak ik me niet bezorgd," antwoordde Strack. „Heht. u (1e gegevens voor uw artikel op schrift, of wilt u ze hier dieteeren? Ik geloof, dat we het laatste hebben afgesproken." Brandrup knikte, en Strack greep de huistelefoon. „Juffrouw Weidt," vroeg hij, „wilt u even op mijn kamer komen „Juffrouw Weidt is mijn assistente," legde hij den architect uit; ,,u zult haar nog niet ontmoet hebben, ze is pas ander halve maand hier. 'n Handig meisje, schrijft vlot, en bij de handik heb er een mooie hulp aan. Als u haar het voor naamste dicteert, kunt u het artikel gerust aan haar overlaten." „Des te beter," vond Brandrup; „ik zou het liever zelf geschreven hebben, maar als u het uw redactrice toever trouwt, heb ik geen bezwaar. Zelf heb ik 't veel te druk." Juffrouw Weidt kwam spoedig de kamer in, na een bescheiden klopje; zij bloosde, toen zij zag wie de bezoeker was, en de bezoeker was aangenaam ver rast. Hij herkende zijn taxi-passagiere. Strack stelde hen aan elkaar voor en liet hen alleen, met de verontschuldiging, dat hij op de zetterij werd verwacht. „Dat is weer een verrassing," zei Brandrup„ik had niet gedacht, u hier te ontmoeten, en nu ken ik uw naam ook. Vindt u het erg, dat ik het geheim achterhaald heb*" Zij schudde glimlachend haar hoofd. „Heelemaal niet; als ik een geheim zinnige onbekende voor u wilde blijven, had ik wel een smoesje verzonnen om uw dictaat niet op te nemenik wist immers, dat u komen zou. En de reden, waarom ik mijn naam verzweeg, bestond bovendien niet meer; ik heb het alleen gedaan, omdat ik niet wist, of ik de kennismaking wilde hernieuwen, maar dat wist ik na mijn laatste bezoek op uw kamer wél. Ik was van plan, u van daag of morgen op te bellen en mij dan in allen vorm voor te stellen. Open hartig, niet? Op het onbeleefde af." „Ik vind openhartigheid nooit on beleefd," verzekerde Brandrup haar, „en zeker nu niet. Ik ben zoo vrij om het als een complimentje te beschou wen, en ik stel het meer op prijs dan u misschien denkt, dat u de kennismaking wilde vernieuwen." Er was, zonder dat hij het zich be wust was, een ernstiger klank in zijn stem gekomen; zij keek hem even aan, sloeg haar oogen neer en nam toen met een zakelijk gezicht aan het bureau plaats. „Als u nu wilt dieteeren. Oelukkig had hij enkele notities ge maakt, bedacht Brandrupliet zou hem na deze onverwachte blijde ontmoeting niet gemakkelijk gevallen zijn, zijn ge dachten te concentreeren. Terwijl hij dicteerend door de kamer liep, staarde hij nu en dan bewonderend naar haar gebogen figuurtje aan het bureau, tot dat zij, wachtend op zijn woorden, op keek en hij verward en verlegen vroeg: „Waar waren wij gebleven?" Het was er zoo intiem en gezellig op de redactiekamer, welke overigens tame lijk zakelijk en nuchter was ingericht, dat hij hun samenzijn wilde rekken en vrijwel het geheele artikel dicteerdezij glimlachte dan ook, toen hij ten slotte zeide: „We zullen het hierbij laten, juffrouw Weidt. Wilt u de kopij verder persklaar maken?" „Dat zal niet moeilijk zijn," vond zij, terwijl zij de vele blaadjes stenogram telde. „Ik heb alleen hier en daar een zin af te ronden, en het kan naar de zetterij." Brandrup keek op zijn horloge. „Het is later geworden dan ik dacht. Vindt u niet, dat wij de offieieele kennis making moeten vieren? Ik stel voor,dat ik u naar huis breng, u gaat u verklee- den, ik rijd even langs kantoor om de post door te zien en dan kom ik u over een uurtje weer halen. Hier of daar een gezellig etentje, een schouwburg en tot slot een soupeetje. Een geweldig plan, vindt u niet?" „Ik ben vrij vanavond," gaf zij toe, „en ik heb wel zin in een goed stuk. Het artikel kan ik morgen wel klaar maken als u zich hier een half uur kunt amu seeren met een sigaar en een tijdschrift, ga ik wat correctiewerk doen waar haast bij is, en meneer Strack waar schuwen. Hij zal me voor de rest van den middag wel kunnen missen, deuk ik." De sigaar nam Brandrup graag aan, maar het tijdschrift liet hij ongelezen. Droomend en peinzend bleef hij achter, totdat Strack in zijn kamer terug kwam; verstrooid antwoordde hij op diens vragen, vervuld als hij was van den avond, die vóór hem lag, en die een mooie avond zou worden. Daarin werd hij niet teleurgesteld. Zij genoten van een modern, geestig blijspel, en kozen voor het souper een rustig restaurant uit, waar Isabel hem zonder protest een duren schotel en nog duur- deren wijn liet bestellen. „Ik vind het een feest om zooiets lekkers te eten," bekende zij, „vooral omdat het me zoo zelden overkomt; mijn beurs is vaker ingesteld op aardappelen met een osse- lapje dan op kreeft en ander duur ge dierte." Het was bij hem niet anders, vertelde Brandrup; hij at bijna nooit buitenshuis, en al had hij geen klagen over zijn pension, dure lieflafjes zijn in een dergelijke inrichting nu eenmaal uitzonderingen; hij at het liefst op zijn kamer, daar had je alles bij de hand, kon je de krant lezen onder het eten en kon je na tafel dadelijk doen, wat je inviel, luieren of werken. Van het dure eten sloeg het gesprek over op het stuk dat zij gezien hadden, de decors, binnenhuiskunst en de archi tectuur. Het viel hem op. dat zij hem gemakkelijk volgde in allerlei vakkun dige kwesties, en toen hij haar de ver klaring vroeg, vertelde zij, dat zij na het gymnasium enkele jaren kunstgeschie denis en bouwkunde had gestudeerd. Haar vader was geneesheer in een dorp, enkele uren reizens buiten de stadhaar broer had hetzelfde beroep gekozen en haar oudste zuster maakte zich ver dienstelijk in de drukke huishouding en als assistente van haar vader in de apotheek, zoodat er geen bezwaren be stonden dat zij haar ambitie volgde en ging studeeren, zij liet niet niet de bedoeling om een graad te halen. Ma drie jaar hoogescliool hoorde zij, dat een plaats open was in de redactie van De Moderne Woning; zij solliciteerde, kreeg de betrekking en beschouwde sinds dien haar aanstelling als een gelukje, want het werk beviel haar, bood veel Vervolg op blz. 22 V¥ oedend was ik gisteravond. Wim komt thuis en het eerste het beste wat mijnheer te vertellen heeft, is een aanmer king op mijn handen! Dat het een schandaal was, dat ze er zoo uitzagen en dat geen enkele vrouw zoo hoeft rond te loopen en van die wijsheden meer. Nu zagen mijn handen- er werkelijk verschrikkelijk uit, maar met al dat scharrelen in de huishouding en dan nog dat koude weer daar kunnen ze niet tegen. Ik dus zwaar beleedigd de kamer uit. Ten slotte had hij toch mijn ijdelheid gekrenkt en voor win kelsluiting heb ik nog gauw even een tube Kaloderma-Gelee ge haald. Nu, vandaag wilde hij het natuurlijk weer goed maken en maakte hij mij honderd compli mentjes, dat mijn handen er zoo fantastisch uitzagen, hoe ik dat gedaan had en zoo en zoo doende moest ik natuurlijk weer goed op hem worden. Maar die Kaloderma - Gelée is werkelijk iets bijzonders! Die maakt je handen heelemaal zacht en glad. En snel, dat die werkt! Goed, dat ik dat gemerkt heb. Dat was werkelijk de moeite van een ru zietje waard! KALODERMA-GELEE !SEENVOUDIG EEN WELDAAD VOOR ROODEEN RUWE HANDEN. EN WAT PRETTIG, DAT HET DIRECT IN DE HUID DRINGT EN DEZEN/ET VET Tubes: 25 - 45 en 80 cent. HET SPECIALE MIDDEL TER VERZORGING DER HANDEN ALTIJD WELKOM!

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 19