CARL CZERNY Muziekpaedagoog en componist (1791-1857) Leerling van Beethoven, leeraar van Liszt 23 smor Het is heden, 20 Februari, precies 150 jaar geleden, dat te Weenen Carl Czerny geboren rverd, de muziekpaedagoog en componist, miens studiemethoden me! geen enkelen ern- stigen beoefenaar van het pianospel onbekend zijn. Het zul velen daarom zeker aangenaam zijn op deze bladzijde enkele levensbijzonderheden te oernenien van dezen begaaf den musicus, die onder de vele beroemde tydgenooten mei een bescheiden, maar op het gebied der piano-puedagogiek toch zeer belangrijke plaats inneemt. Voor degenen die ooit hun eerste schreden zetten op liet zoo moeilijke pad der ernstige pianostudie, is de naam Czerny voorzeker geen onbe kende. Men treft altijd wel een of meer zijner leermethoden, een of meer zijner oefenboeken aan in welhaast ieder huis, waar aan klavier- studie wordt gedaan. Minder bekend evenwel zal het ongetwijfeld velen zijn, dat het den twintigsten Februari van dit jaar precies anderhalve eeuw geleden is, dat deze uitnemende paedagoog, die zoo tal van hoog aangeslagen studie-methoden ontwierp, te Weenen het levenslicht aan schouwde. En al bracht Carl Czernv het als componist nooit tot wereld faam, de invloed, welken hij als paedagoog op het gebied der pianostudie uitoefende, is te groot, dan dat hij deze kleine herdenking niet zou verdienen. 'lal van pianisten, tiie tater een wereld naam kregen, werden door den Ween- schen muziekpaedagoog Czerny opgeleid. Onder deze begaafde leerlingen neemt de piano-virtuoos en componist Franz Liszt een belangrijke plaats in. t Archieffoto's) Carl Czerny dan was de zoon van den bekenden piano-virtu oos en -leeraar Wenzel Czerny, die in de tweede helft der acht tiende eeuw in Weenen leefde en werkte. Van zijn vader kreeg Carl al op zeer jeugdigen leeftijd de eerste lessen, zoodat het waarlijk niet behoeft te verwonderen, dat de muzikaal zeer begaafde knaap reeds op negenjarigen leeftijd in de leer mocht gaan bij niemand minder dan Ludwig van Beethoven zelf, die sinds een achttal jaren in Weenen woonde en toen dertig jaar oud was. Gedurende drie jaren, van 1800 tot 1803, behoorde Carl Czerny tot, de leerlingen van den meester uit Bonn, en hij ontwikkelde zich daarna zoo snel tot piano-onderwijzer, dat hij reeds op vijftienjarigen leeftijd een gezocht leeraar was. Beethoven zelf had blijkbaar zooveel ver trouwen in den jongen musicus, dat hij dezen enkele jaren later en wel van 1816 tot 1818, aan zijn neef Karei als mu zikaal mentor gaf. En Czerny was zijn vroegeren meester wel zoo dankbaar, dat hij diens neef gedurende deze twee jaar ge heel gratis in het pianospel onderrichtte. Dat hij hiermee wei nig eer inlegde, lag geheel aan de onvoldoende muzikaliteit van den leerling. Aan het contact dat Czerny met Beethoven had danken diens biografen intussclien menige bijzonderheid uit zijn leven. Met uitzondering van enkele korte onderbrekingen, wegens Een payment uit de sonate opus 70 eau Czerny. zaken- of concertreizen naar Leipzig, Parijs en zelfs naar Londen, heeft Czerny altijd te Weenen geleefd en gewerkt. Zijn muzikale nalatenschap bestaat voornamelijk uit instructieve muziekscheppingen. Het aantal werken van Czerny's hand bedraagt meer dan 1000, waaronder men ook veel kerkmuzi- kale composities telt, en verder or kestwerken en ka mermuziek. Van blijvende beteeke- ni8 is ongetwijfeld zijn serie Piano- études, vooral de 160 oefeningen (op. 821) van acht ma ten, zijn vinger- vaardigheidsoefe ningen (op. 299 en 740) en verder tal van vingeroefenin gen, zoowel voor begiunenden als voor meer gevor derden. De banden van Czerny behoor den vroeger zeker tot de bagage van eiken ernstigen pianoleerling en nog in onze dagen van gewijzigde me thoden en veran dering van opvat ting vormen ze een onontbeerlijken grondslag. En dat het onderricht en de methodiek van Czernv goed waren, daarvan getuigen wel de namen van zijn leerlingen, waaronder men veel bekende pianisten telt uit de negentiende eeuw, als Döhler, Kullak. Frau von Belleville, Oury en Jaëll, en Franz Liszt. Wie leerlingen van dit formaat weet te kweeken, moet wel een leermeester zijn van de eerste grootte! wiens eeuwfeest we dan ook inet dankbaarheid her denken. SCH Ludwig van Beethoven, naar een portret dat dezen groot meester der toonkunst voorstelt op den leeftijd, toen hij den jongen Carl Czerny als leer ling had.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 23