HET BEELDWERK DER SINT JAN Schraagbogen van het schip, zuidzijde, beladen met tel lens zes bizarre figuren gereeder iets zeggen over de sculpturen, die zijn aan gebracht tot lioogere sier van den bouw, tot roem der stad, tot leering en lach der burgerij. Zij ontstem den in vroegeren tijd de godsvrucht niet. Interessant om te be schouwen, amusant om na te gaan zijn de tallooze fi guren, die zuid- en noord waarts van 't schip schrij lings omhoog klimmen. Sommige reeksen worden aangevoerd door muzikan ten, een liereman, '11 doe delzakspeler, een duivel met de fluit. Bijna alle reeksen van zes zijn een bonte mengeling van gril lige inensch- en dierfiguren. lijnen gevat is, een opengeslagen foliant vol oude gravuren, die stichten en leeren kunnen. Tallooze heiligenbeelden vullen i de nissen van steunbeeren en ver luchten de hoofdportalen. Een honderdtal groteske of potsierlijke figuren dekt de ruggen der lucht bogen van het schip en neemt er de plaats in van de krabben of kogels of gestileerde flora, die elders in de gothiek aangewend zijn. Een veertigtal rijk uitgewerkte beeldgroe pen, zoogenaamde front.aalvullingen, versieren de ruimten boven de ramen van ehoor en straalkapellen. Eenige dozijnen vorstelijke of historische per sonen houden op de trapsgewijs ver hoogde zadeldakjes rondom den elioor- trans een artistieke parade. De tijd, de regen en de vorst zijn voor het beeldwerk] na 1629, inname der stad, noodlot tig geweest. Veel moest hersteld wor den. Gelukkig is inen nu aan een der laatste gedeel ten bezig. Ik zal niet in bijzonderheden over de heiligen treden, maar des te Wijdden wij de vorige week een be schouwing aan de bouwgeschiedenis en hei interieur van de Sini Jan ie 's-Her- togenbosch, ihans vertelt de heer Jan Mosmans, archivaris der kerk, interes sante bijzonderheden over de rijke sculpturen, die het bouw- werk verfraaien. ÊÉfji.- I'. ran Dongen beitelt aan een Brabander-mét knuppelstok, uit den Guldensporenslag (1302) Achter hem het gipsmodel. gSj vv Ondeugden, hebbelijkheden, spreekwoorden, ilie we niet precies meer verstaan, eerbied voor of toespelingen op bijbelsche feiten en personen, kortom alles waar de wereld door bewogen wordt, lag aan die groteske, schrij lings op den boog gezeten wezens ten grond slag. Een leeuw met slakkenhuisje op den rug. een beer, die een honingkorf leegzuigt, een dier met voorpoot in de klem, een slemper, een gulzigaard, de pelikaan, de verloren zoon, de tempelbouwende Salomon, enz. Loopt er een leidende gedachte door? Ik betwijfel het. 't Is fantasie, 't zijn grillige invallen. Wat deed men bijvoorbeeld hier in de bouwloods 'n zeventigtal jaren geleden, om een geheel verloren gegaan beeld uit een der reeksen te herstellen? ,,C'is met den uil", een opperman aan de Sint Jan, die dikwijls boven op de kerk ging en dan vaak met een uil in den arm weer naar beneden kwam, werd als model genomen en uitgebeiteld. Zoo zal het vroeger óók dikwijls gegaan zijn. Volgen wij nu de groote frontalen rond de choorschelp. Wij zien er: Adam en Eva, Sint Michael, De Sint-Jansbasiliek te 's- H ertogenbosch is, voor wie een blik mag werpen i in haar interieur, één 1 straling van aangrijpen de majesteit; voor wie van buiten af over haar bemoste of geel en grijs getinte steenen het oog laat weiden, een schouwspel van rijke lijnenpracht. Voor wie daarbij den zin tracht te verstaan van het overvloedig beeld werk, dat tusschen de geometrische Brabantsch krijger met den keukenpot. Voorloopige kleine kleimodéllen, zooge naamde ..knijper tjes".

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 6