RECHTBANK DER UITVINDINGEN De Octrooiraad beschermd geestelijh eigendom OWOrSflffiW WKUli Li' OKi CêCö OOQS-L^öö^raj i wMiaMS OOKMffir en steekpassers, groep 2 parallelpassers, groep 3 stpkpa-sers, kruishoutpassers, groep 4 passers uit metaalplaat, kortom allerlei passers waar een fat soenlijk mensch nog nooit van gehoord heeft. I)e ingenieur, belast met deze indecling, moet een wandelende technische encyclopedie zijn, die „van alle markten thuis" is, hij kijkt de aanvraag in en zegt: „Dat. is net iets voor mijnheer Dinges" en met mijnheer Dinges bedoelt hij één van de tachtig vooronderzoekers, die juist het tegendeel van hem vormt, want deze ingenieur is gespecialiseerd voor een heel bepaald gebied. Zoo'n vooronderzoeker zit als het ware in een cel van boekenkasten opge sloten, waarin alle Nederlandsche octrooischriften, dieop zijn speciaal vak betrekking hebben, zijn onder gebracht., alsmede alle openbaar gemaakte Neder landsche aanvragen, die niet tot octrooiverleening hebben geleid, de Duitsche octrooisohriften, de Britsclie octrooischriften van 1909 af. de Fransclie van 1902 af, de Amerikaansche van 1920 af en tal- looze andere. In het geheel heeft men in den Octrooi- raad ongeveer vijf millioen octrooischriften ter beschikking en elk jaar komen er een goede twee honderdduizend bij. Maar goed, laten we zeggen, dat de vooronderzoe ker tot de conclusie komt, dat de uitvinding waard is «'.(Strooi Aaiftjjjjjifafd b'tnituiid. v'<Tiaandei riaieïlere i-eSByeiiee: 'Ut H dan eenvSg ge wo y i '■de tot o|»baar tomwïie i Afde® va 'lieiai twee hesliii n tot verljlg vs d mat opnMft de twee ïmici hoort I heb en tan dez oppJit we hou» lij de laats, woorc jüar4 oct roi een lies ai Wë [fc e« Uil it hos zon# larzel uitviiÉg is, tijd lor een: maan sa uit vol» vie w moehieuw hetjjjied dei zijn. iKdsel erkllg nc Dijmrtbr welkt iet on niet» nieuw stip «Bn die En hier begint de nuchtere voortzetting in de geschiedenis van dit product der fan tasie, want de Octrooiraad laat zich niet door het enthousiasme van den uitvinder beïn vloeden, weet niet en wil niet weten, hoeveel tijd en moeite hij aan zijn ontwerp heeft besteed, doch gaat rustig na, of de man, die denkt iets „gevon den" te hebben, zich niet vergist heeft. Want vergissen is menschelijk, daar kunnen de tientallen deskundigen, die hier dag in, dag uit het mensche lijk vernuft naar zijn menschelijkheid en vernuftig heid hebben te beoordeelen, over meepraten.... Hoe werkt de Octrooiraad? Voor allen, die ooit van plan zijn eens iets uit te vinden (en wie heeft daartoe, zij het ook voor korten tijd,, in een bevlie ging, nooit neiging ge voeld?), geven wij in het kort weer wat men in deze rechtbank, die men ook snijkamer der uitvindingen zou kunnen noemen, met 'n octrooiaanvrage uitvoert. In de eerste plaats stelt men na inlevering precies het tijdstip vast, waarop de aanvraag binnenkomt, want een jaar nadat deze is ingediend, heeft de uit vinder het recht van voorrang in veertig andere aangesloten landen. Dit wil dus zeggen dat als een uitvinder zijn aanvraag op 1 Januari 1941 bij den Octrooiraad heeft ingediend, hij op 31 December 1941 nog den voorrang heeft boven een anderen uit vinder, die bijv. op 2 Januari 1941 dezelfde uit vinding in één der andere veertig landen heeft, willen laten patenteeren. Na vaststelling van het tijdstip van indiening volgt de classificatie, waartoe de techniek in tien tallen klassen, honderdtallen onderklassen en dui zenden groepen is verdeeld. Hoe ver zoo'n verdee ling gaat, blijkt uit het feit, dat bijv. klasse 42. die der instrumenten, verdeeld is in 42a wiskundig teekengereedschap, 42b meettoestellen, 42c meet instrumenten en zeevaart kundige instrumenten, 42(1 egistreertoestellen, enz. enz. 42a, de onderklasse van het wiskundig teeken gereedschap, is weer in vele groepen onderver deeld, waarvan 1-8 bijv. de groepen passers omvat: groep 1 juistheidspassers Plaquette ter herinnering aan de totstandkoming van de Octrooi-wet. l)e octrooi raad zelf dateert van 1912. Sedert oprichting tOO.OOO aanvragen, 50.000 octrooien verleend Een zittingzaal van den Octrooiraad, vaar over het wel en wee der uitvindingen beslist wordt. Buiten en boven alle regelmatige beroepen staat dat van uitvinder. Hy is de romantische figuur- in de overigens zoo „droge" techniek, de toovenaar, die „maakt mat er nog nooit geureest is", de arme man, die j „in een dag rijk rvordt", de dichter der mechanica, de sprookjesprins der werktuigkunde. „Eureka", ik heb gevonden. is zijn stopwoord en zijn devies en trotsch snelt hij met J zijn vondst naar de instelling, die hem officieel moet erken- nen en zijn rechten verzekerenden Octrooiraad. s Mr. J. W. Dijckmeester, voorzitter van den Octrooi raad. Eén der SO vooronderzoe kers, specialisten, die tan advies dienen voor de ver leening van het octrooi. De leeszaal, die voor liet publiek toegankelijk is. Hier worden de octrooi aanvragen „openbaar ge maaktd.w.z. zij liggen drie maanden ter visie voor het publiek.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1941 | | pagina 16