DE SCHUCHTERE
ISABEL
Altijd welkom!
22
door een jeugdig trisch uiterlijk, ook
wanneer men vermoeid is, hoe ge
makkelijk is dat door Khasana Rouge
en Lippenstift.Beide zorgen voor jeug
dige frischheid en bevalligheid en
zijn tegen weer en water bestand er
kissproof. Voor een discrete kleur
Superb, voor een levendige kleur
corail of cairnin
Zij nam nog iets mee!
Vervolg van blz. 19
oug*'
Importeur. -
N.V. The Globe Trading Co. Ltd.,
Singel 44, Amsterdam C.
,,Ik vrees toch, dat het meer plooi dan
gordijn zal worden. Tusschen twee
haakjes, ik ben geen mevrouw
de woorden waren er uit, voor ze 't wist
„en ik lieb 't altijd erg druk, veel te
druk om niet verf te kliederen."
...Maar hoe moet 't dan met die ge
plooide gordijntjes, mevrouw, ik bedoel,
juffrouw. L'. kunt er toch minstens
over dénken! We liggen in het jacht-
haventje van Wiese, en als u bijvoor
beeld Zaterdagmiddag.
„ïk beloof niets," eindigde Isabel het
gesprek, en zij hing den hoorn op.
„Ik denk er niet aan," mompelde zij,
terwijl zij den strijd met de schoone vol
zinnen van den beroemden medewerker
weer opnam. „Twee wildvreemde jon
geluiluist omdat het vreemden
zijn," redeneerde de nieuwsgierige Isabel
tegen de schuchtere Isabel, „je kent ze
niet, en wie weet. welk een aardige
jongens het zijn. Je kunt ze eens be
kijken. en als ze meevallen, breng je
een gezelligen Zaterdagmiddag met hen
door. Altijd hier alleen op je kamer..
De nieuwsgierige Isabel won het,
vooral om de laatste reden. Vroeger
had zij zich volkomen gelukkig en
tevreden gevoeld, en als zij andere
stemmen dan die van Strack of de
kamer verhuurster wilde hooren. was zij
een avond of een weekeind naar huis
gegaan, waar het altijd rumoerig en
druk genoeg was om er veertien dagen
van stilte op te tere li. Toen wist zij
niet, wat eenzaamheid was, maar de
vriendschap met Brandrup had haar
geleerd, hoe prettig het was gezelschap
te hebben, en als zij nu een avond op
haar kamer lezend of schrijvend had
doorgebracht, ging zij vaak naar lied
met een onbevredigd gevoel, met een
gevoel of er iets in haar leven ontbrak,
al- was hei boek nog zoo boeiend
geweest, al kon zij dubbel en dwars
tevreden over haar werk van den
afgeloopen dag zijn. „Ik kan er Zater
dag heengaan en eerst de heeren uit de
verte observeeren; mijn naam zeg ik
niet. en als de kennismaking tegenvalt,
laat ik het bij dien eenen keer."
Dat deed zij, en toen zij er Zaterdags
middags heen fietste, bedacht zij
glimlachend, dat zij een oud japon
netje had aangetrokken, dat sinds lang
verfomfaaid en miskend in het donkerste
hoekje van haar kleerenkast had ge
hangen en zeer geschikt was voor een
verf-middag. Bij de jachthaven, die zij
na veel vragen vond, was het stil;
enkele scheepjes lagen er onder zwaar
zeildoek, een man was bezig op het
plankier vóór een groote loods, waar
schijnlijk een bergplaats van kano's,
drie jongens klungelden wat aan een
sloepje, en een oud mannetje stond op
een vlotje de palen van den steiger te
teren. Twee jongelui stonden bij hem.
gekleed in broek en leeren vest, die erg
gemakkelijk moesten zitten en erg oud
waren; zij wisselden nu en dan enkele
woorden met het mannetje, keken voort
durend rond, zeiden dan iets tegen
elkaar, en een zuigeling kon zien, dat
zij de eigenaars waren van het scheepje,
dat met geplooide gordijntjes getooid
moest worden. Isabel kon hen niet
opnemen zonder zelf van top tot teen
bestudeerd te wordenzij fietste daarom
kalm verder naar een soort lunchroom,
welke twintig meter verder lag en nam
daar als een hofjesjuffrouw plaats achter
een tafeltje bij liet raam om haar toe
komstige kennissen te observeeren.
Wat een leelijkerd! was haar eerste
gedachte, waarmede zij den langsten
van het tweetal bedoelde. Leelijk, maar
grappig, met dat gekke rossige haar en
dien mallen wipneus; ik hoop voor den
stakkerd, dat ie ten minste geen sproeten
heeft, en ik zal moeten oppassen, dat ik
hem niet uitlach. .Misschien wen ik er
op den duur aan, maar zijn vriend hóéft
gelijk: hij heeft 'n ra-ren snuit. Rn waar
schijnlijk een prettig karakter. De ander
is wat beter, maar een schoonheid is het
ook niet; jong nog, hoogstens even in de
twintig, waarschijnlijk student, niet rijk
en geen hoogvlieger.
Na twee koppen thee had zij haar
besluit genomen. Zij nam haar fiets en
slenterde langs het water, of zij de zeil
scheepjes en sloepjes bekeek, en zij had
nog geen tien stappen gedaan, of het
tweetal kwam op haar af. De leelijkste
wilde het woord doen, maar zijn vriend
viel hem dadelijk in de rede met de
vermaning dat men niet sprak met
dames, die men niet kende, en hij zelf
had immers reeds kennis gemaakt, al
was 't dan telefonisch geweest. „Ik moet
beginnen met mijn excuses," wendde hij
zich tot Isabel.
„Excuses? Waarvoor?"
„Omdat ik u met mevrouw aan
gesproken heb," ging hij met een
houterige buiging voort. „Mevrouw!
Zoo jong en knap!"
Het banale complimentje duidde op
een voortvarendheid, waarvan Isabel
niet hield, maar de woorden waren er
zoo eenvoudig en trouwhartig uit
gekomen. dat haar ontstemming bijna
op hetzelfde oogenblik verdween. Niet
dikwijls met meisjes omgegaan, dacht
zijhij doet zijn best om vrijmoedig op
te treden, maar alleen om zijn verlegen
heid te verbergen. En met den ander is
het nog een beetje erger warempel,
hij hééft sproeten! Ik hoef geen spijt te
hebben dat ik gekomen ben, geloof ik.
Een heele serie stijve buigingen volgde,
toen het vriendenpaar zich voorstelde;
de telefonist heette .Turgen Andersen,
zijn sproetige vriend droeg den naam
Conrad Milver, onder vriendenen familie
leden genaamd Ra. Nogal raar. meende
[sabel, maar 't was zoo. Het was hem,
ondanks zijn verlegenheid, aan te zien,
dat hij overtuigd was, een geweldige
verovering gemaakt te hebben; zijn
kolossale wipneus scheen nog hooger
de lucht in te wippen, en een breede
grijns verliet zijn goedhartig gezicht
niet, terwijl hij Isabel probeerde duide
lijk te maken, dat liet verschrikkelijk
aardig van haar was om twee wild
vreemden snuiters ter wille te zijn, en
dat zij haar komst buitengewoon hoog op
prijs stelden. Jurgen zei ook iets van dien
aard, Isabel antwoordde, dat het ge
noegen wederzijdse!] was, en daarna
stonden zij elkaar verlegen en glim
lachend aan te kijken, totdat zij er een
einde aan maakte en voorstelde, aan
den slag te gaan, aangezien het tamelijk
friscli op het steigertje was en de
geplooide gordijntjes niet door de ka
boutertjes gemaakt zouden worden.
De boot bleek een zeilscheepje te zijn,
dat niet zóó goed was opgekalefaterd, of
Vervolg op blz. 24
Misschien kan ik voor Mevr.
Jansen ook meteen een boodschap
meebrengen.
Heel graag, ik ga er zelf liever
niet uit, ik voel me weer dood-
verkouden
Nu, 't ia werkelijk guur weer.
Wacht eens, ik zal nög iets mee
nemen, voor ons zelf en ook voor
Mevr. Jansen.
Wybert-Tabletten, het beproefde
middel tegen hoest en verkoud
heid.
Alleen verkrijgbaar in origineele
blauwe doozen.